- 23 - voorstellen dat het college hierover overleg voert met de fractievoor zitters. Het vestigingsbeleid dient toch bekeken te worden. Hij is verheugd met diverse plannen, welke in voorbereiding zijn, in het kader van openbare werken. Hij heeft andere opvattingen omtrent de taakstelling van het waterschap in de ontwatering van de watergangen, welke hij heeft aangestipt, daar het hier zou gaan over sloten, welke door de aanleg van de E-10 dicht gemaakt zijn. Hij ziet hierin een taak van de gemeente. Hij vraagt of in de verhouding woningwet-, premie- en vrije bouw verschuivingen mogelijk zijn of dat deze verhouding 15,10 en 15 vast ligt. Hij vraagt zich verder af of er al enige kijk is wanneer er nieuwe woningwetwoningen worden gebouwd, en eventueel waar. Hij stelt vraagtekens bij de rustende boer onder te brengen in hetzelfde pand als de opvolger. Hij heeft hier toch wat sociale bedenkingen tegen. Beide gezinnen zullen dit geen gelukkige oplossing vinden. Hij wil dit als een allerlaatste redmiddel zien. Er zullen ongetwijfeld harde noten gekraakt worden over het subsidie beleid dat in de commissievergadering na carnaval aan de orde zal komen Ook de heer van den Bemd wil spreken onder voorbehoud, zodat hij zo in de volgende vergadering op niet goed te beantwoorden vragen zou willen terugkomen. Hij wil beklemtonen dat de vóórlichting van de voorzitters van de commissies tijdens de commissievergaderingen 100% moet zijn. Met de positieve opstelling van de beide wethouders kan hij meegaan, hij hoopt dat in 1979 daaraan ook daadwerkelijk iets zal gebeuren. De heer Verpaalen zou willen voorstellen, gezien de korte tijd tussen aanbieding en behandeling, de aanbieding van de begroting op een vroeger tijdstip te doen geschieden, eventueel in september. Wat betreft het stadsgewest zou hij geinformeerd willen worden of er al meer duidelijkheid is gekomen in de uniformiteit van de zuidelijke fractie. In de volgende vergadering wordt het investeringsplan besproken. Hij zou gaarne dit voorstel spoedig ontvangen om ruimschoots de gelegenheid te hebben om enkele alternatieven tegen elkaar te kunnen afwegen. Hij vraagt wat bedoeld wordt met eventuele gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan buitengebied. Is dit gedeelte van de oppervlakte of een andere gedeelte. Hij vraagt verder wanneer het bestemmingsplan bebouwde kom met betrekking tot de afronding van de voorbereidingsfase in de openbaarheid komt en wanneer de inspraak een aanvang kan nemen. Hij vraagt zich af ten aanzien van het bedrijventerrein of de behoefte hiervoor reeds is gepeild en verder de onderlinge afstemming van de diverse bedrijven. Wat de verkeersveiligheid betreft heeft hij niet alleen bedoeld dat er gevaarlijke verkeersituaties in de kom bestaan, maar ook in het buitengebied zijn er situaties, welke dringend verbetering behoeven. Er zouden enkele zandwegen voor verharding aanbesteding gereed zijn. Hij vraagt welke wegen dit zijn. Wat de oplossing zou zijn ten aanzien van de rustende boer om deze te laten wonen inpandig vraagt hij zich af of dit geen problemen zullen geven indien dit met uitbreiding van het pand gepaard gaat. Hij brengt in het kader van de woningen voor onvolledige gezinnen en alleenstaanden in herinnering dat hiervoor een subsidiepot bestaat.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 146