-ll- Ons voorstel luidt derhalve dat uw college deze problematiek in al zijn facetten zo spoedig mogelijk zal laten onderzoeken. Verkeersveiligheid. Wij kunnen op dit moment niet met op statistische verantwoorde wijze verkregen cijfers aantonen dat de bewering: "In Rijsbergen neemt de verkeers-onveiligheid toe", op waarheid berust. In dit verband worden de cijfers over 1978 met belangstelling tegemoet gezien. Het is wel statistisch aangetoond dat de provincie Noord-Brabant wat verkeersveiligheid betreft ongunstig afsteekt bij de rest van Nederland. Wij zouden graag bevorderd willen zien dat; a) onderzocht wordt op wetenschappelijke verantwoorde wijze welke punten in Rijsbergen zo nodig verbeterd moeten worden b) de nodige verbeteringen op zo kort mogelijke termijn worden aangebracht. In dit kader is het onlangs verschenen bericht dat in principe een douaneweg zal worden aangelegd tussen Wuustwezel en de grens bij de E-10 hoopgevend voor de hopelijke nabije toekomst. Waarbij echter aangetekend dient te worden dat het effekt van de aanleg van deze weg afhankelijk zal zijn van de te nemen verkeersmaatregelen, buiten onze invloedssfeer. In deze beschouwing kunnen wij natuurlijk ook niet om de diverse recon structies heen zoals die reeds hebben plaatsgevonden, respectievelijk nog in uitvoering zijn. Het komt zeer regelmatig voor dat op- en aanmerkingen worden gemaakt t.a.v verkeerstechnische aspecten en gevolgen van de uitvoering van deze plannen, (de esthetische aspecten willen we bij voorkeur buiten beschouwing laten omdat beoordeling daarvan ten zeerste gebaseerd wordt op subjectieve maatstaven en een goede indruk eigenlijk pas kan worden verkregen als de plannen geheel zijn uitgevoerd en tot wasdom zijn gekomen) Wij hebben de indruk dat verkeerstechnisch deze plannen vanuit een theoretische hoek benaderd zijn, waarbij te weinig rekening is gehouden met het praktisch gedrag van de individuele deelnemer aan het verkeer, dat in zeer vele gevallen niet conform de theorie is, wij zijn ons ervan bewust dat het moeilijk is het praktische verkeersgedrag bij het opstellen van dergelijke plannen in te schatten. Een heet hangijzer op dit punt is de vraag of de parkeergelegenheid nu wel of niet zal toegenomen zijn als de plannen eenmaal zijn uitgevoerd. Wij zullen niet proberen deze vraag hier te beantwoorden maar zijn van mening dat voor de bereikbaarheid van de bedrijven, instellingen en particulieren de aanwezige ruimte zo efficiënt mogelijk moet worden benut. Daarom verbaast het ons in hoge mate dat op een plaats waar in eerste instantie een bushalte was gepland thans slechts 1 parkeerplaats is geprojecteerd. Het komt ons voor dat de ruimte, nodig voor een bushalte, voldoende moet zijn voor meer parkeerplaatsen en de redenen om dit aantal dan te beperken zijn op zijn minst niet erg duidelijk. Met hetgeen reeds gezegd is over de situatie op de markt kunnen waarschijn lijk boeken worden gevuld. Wij willen er dan toch nog graag een hoofdstukje aan toe voegen. Wederom heeft de verkeersveiligheid voorop gestaan hetgeen zeer prijzens waardig is en ook hier geldt dat wanneer ieder zich aan de voorschriften houdt een groot deel van de problematiek ondervangen isk Met de nodige urgentie moeten hier echter maatregelen genomen worden die de situatie verduidelijken: 1. beter aanduiding van de parkeerplaatsen; b.v. door afscheidingsstrepen van sterke contrasterende stenen; 2. duidelijker aangeven van die plaatsen waar beslist niet geparkeerd mag worden.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 140