- 17 - het D.B. Als termijn is gesteld 15 december 1978, waarop van het D.B. wordt verwacht dat men antwoofd geeft of men met het yoorstel eens is. De heer Goos ziet dat er een situatie is Ontstaan waardoor het werken ook in de fractie zal worden bemoeilijkt omdat men in feite geen D.B. lid heeft, die de nodige informatie kan verstrekken. Hij ziet nu niet zitten dat wat gesteld is bij de aanneming van de bewuste wijziging van de Stadsgewest regeling, dat de fractie sterker zou worden voor de zuidelijke gemeenten. De heer Daemen bevreemdt het een beetje dat toen in de gemeenteraad werd gesteld voegt een lid voor de zuidelijke gemeenten eraan toe, dan is alles opgelost, werd geantwoord dat dit niet mogelijk is. Zou nu het onmogelijke mogelijk worden vraagt hij De voorzitter antwoordt dat het wel kan, maar of het mogelijk is daar is hij niet zo zeker van, want ook andere gebieden kunnen dan komen en dat zal naar zijn mening het struikelblok worden. De heer Goos vraagt verder hoe het met het begrotingsoverschot gesteld was. Hij heeft van insiders vernomen dat dit toch ook nu weer aanzienlijk zal zijn. De voorzitter antwoordt dat hij het niet weet hoe groot het overschot zal bedragen. Er zal een overschot zijn. Tenslotte wijst de voorzitter de leden nog op het prachtig wandkleed dat door de bejaarden van Rijsbergen voor' de raadzaal is vervaardigd. Dat is maandag j.l. aan het college aangeboden. Vijfentwintig bejaarden hebben daaraan gewerkt. Het college heeft de bejaarden hiervoor uitdrukkelijk dank gezegd. Het heeft een plaats in de raadzaal gekregen, welke niet alleen als vergaderzaal dienst doet maar ook als trouwzaal. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 16 november 1978. DE RAAD VOORNOEMD, de secretar/Ls, de voorzibte, A

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 123