- 8 - 13. RONDVRAAG. De heer Kennis vindt de bocht van de Hoge Brug naar de Risten dermate ongelukkig liggen dat het verkeer, dat nu niet meer rechtdoor mag, de grootste moeite heeft om zonder beschadiging van de tuin van de heer Romme de bocht te nemen. Hij vraagt om voorzieningen daar ter plaatse. De voorzitter merkt op dat het probleem bekend is en reeds is besproken. De heer Jochems heeft een viertal opmerkingen c.q. vragen. De eerste handelt over een artikel in Dagblad De Stem over de hinderwets procedure m.b.t. Chem. Fabriek Brabant BV J. Voorbraak, dat 7 februari 1978 wordt behandeld voor de Raad van State. In dit artikel wordt de indruk gewekt dat de raad als zodanig destijds de vergunning had geweigerd. Dit is niet het geval. B V/ hebben geweigerd en de raad heeft daarna duidelijk gesteld, dat men het daar niet mee eens was. Daarbij kwam dat de inspecteur van de Volksgezondheid bezwaar had tegen de verlening van de vergunning, waarop de raadsleden een gesprek met hem hebben willen voeren. Maar dat werd door hem niet toegestaan. Het artikel klopt niet. De voorzitter heeft het artikel niet gelezen, maar het is zo, dat primair het college van burgemeester en wethouders met de uitvoering van de Hinder wet is belast. De heer Jochems heeft verschillende telefoontjes gehad van bezwaarmakers uit de Julianastraat en Gommersstraat over de modellijn van de B.B.A. Deze personen hebben nog steeds niets gehoord waarom hun bezwaar ongegrond is verklaard. Hij is van mening dat men antwoord had moeten krijgen. De voorzitter zegt toe dit te doen nagaan. De heer Jochems heeft bij de ingekomen stukken de goedkeuring van het krediet voor de verbetering van de waterlopen in het stroomgebied van de Boven Mark tegengekomen. Hij dringt aan tot spoed met de aanbesteding. Wethouder Nooren antwoordt dat het college hierop zeer snel heeft gereageerd. Het werk is inmiddels aanbesteed. De voorzitter vult de wethouder aan dat het krediet niet toereikend is. De laagste inschrijver was 10.000,boven de begroting. De heer van den Bemd vraagt bij hoeveel aannemers prijs is gevraagd. De voorz itt er antwoordt dat drie aannemers zijn gevraagd. Een heeft zich zelfs teruggetrokken. De heer van den Hemd vraagt of de prijs niet lager zou zijn geweest indien aan meer aannemers prijsopgave was gevraagd. De voorzitter merkt op dat de laatste tijd meer aanbestedingen zijn geweest, waar geen belangstelling voor was.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 11