- 2 - hebben met andere zaken deze mensen geen vergunning kunnen krijgen. Hij vindt de gewijzigde redactie beter omdat men dan het college of ambtenaren noopt om binnen de gestelde termijn een beslissing te nemen. De voorzitter zou dan liever de mogelijkheid willen opnemen dat er een verdagingsbesluit voor twee maanden wordt genomen. Het zou wel eens kunnen dat de termijn van twee maanden tekort is gebleken. Indien na vier maanden geen beslissing is genomen wordt geacht de vergunning te zijn verleend. De raad kan zich met de wijziging verenigen en stelt hierna de verordening gewijzigd vast. 5. VERKOOP BOUWPERCELEN AAN DE NASSAUSTRAATALSMEDE VASTSTELLING VAN DE 55e WIJZIGING VAN DE BEGROTING ALGEMENE DIENST 1978 EN 10 e WIJZIGING VAN DE BEGROTING GRONDBEDRIJF 1978. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 6. VASTSTELLING le WIJZIGING VAN "VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN EEN BAATBELASTING VERHARDING VERVUL"" Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 7. ONTWERP-BEGROTINGEN 1979 VAN STADSGEWEST BREDA EN 6e WIJZIGING BEGROTING ALGEMENE DIENST 1978 VAN HET STADSGEWEST^ Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 8. VASTSTELLING WIJZIGING "VERORDENING WOONFORENSENBELASTING 1975 EN "VERORDENING TOERISTENBELASTING 1977". De heer Jochems heeft in de toelichting gelezen dat het bedrag ineens wordt verhoogd met 10%. He''- college vindt deze verhoging redelijk. Fractie Gemeentebelangen vindt dit niet. Op de eerste plaats betwijfelt hij of dit geoorloofd is en indien dit wel mag vindt hij het niet terecht dat het zo plotseling met 10% verhoogd wordt. Hij vindt het niet redelijk deze mensen te gebruiken als "melkkoe" en daar maar gelden halen wanneer men zin heeft. Dat vindt hij niet redelijk. Hij stelt voor, al is het een paar jaar vergeten, de trendmatige verhoging van 3% in te voeren. De heer Goos merkt op dat ook de woonforensenbelasting ook verhoogd wordt, maar deze mensen worden ook aangestaan in de onroerend-goedbelastingen. Hij vraagt zich af of dit niet wat hoog wordt. De voorzitter antwoordt dat de Verhoging met 10% geoorloofd is, deze belastingen vallen buiten de ministeriële aanschrijving van verhoging tarieven met 3^ De verhoging is niet vergeten. Het college is van oordeel, nu de begrotingen 1979 hedenavond worden aangeboden, dat aan de inkomstenzijde enkele verhogingen noodzakelijk zijn. Hij wil hierop niet vooruitlopen. Wel zouden de belastingen met betrekking tot personen, die niet hier wonen, maar toch wel gebruik maken van de plaatselijke voorzieningen, bijgesteld dienen te worden. Een belangrijke verhoging is het ook niet, totaal handelt het om 5000,00. Indien dit op het inwonertal wordt omgeslagen is dit 1, per inwoner. De voorzitter kan meegaan met de stelling dat ieder jaar de belastingen trendmatig verhoogd zouden moeten worden. De belastingherziening kan men jaarlijks doen of per vier jaar. Het laatste is enigszins gevaarlijk omdat schoksgewijze verhogingen allereerst hard aankomenmaar daarnaast ook de inkomsten voor de gemeente later als verhoging binnenkomen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 108