De voorzittersteIt nu aan de orde het al of niet instellen van een commissie personeelszaken. De heer van den Bemd stelt dat de leden van de raad over de taakstelling nog geen oplossing hebben gevonden, maar men is van mening dat een commissie er wel zal dienen te komen. De voorzitter merkt op dat indien men een Cie Georganiseerd Overleg wenst, dat mede gezien het standpunt van de vakorganisaties, dit in gemeenten beneden 10.000 inwoners niet wenselijk vindt. Wil men een Cie waarover persoonlijke zaken wordt gesproken, dan komt men op het terrein van burgemeester en wethouders. De heer Martens vraagt of het niet wenselijk is, zoals dit in andere gemeenten geschiedt, een commissie uit de raad te hebben, waar buiten de chef, het hoofd c.q. het hoofd van dienst van openbare werken degenen die bij de gemeente werkzaam zijn in welke rang of stand ook of waar ook, bij deze commissie terecht kunnen, eventueel met,hun bezwaren losser voor de dag zullen komen dan bij degenen waar zij het echt wel zouden willen spuien maar echt niet durven. Dat bedoelt men met het instellen van een commissie personeelszaken. De voorzitter merkt op dat dit dus een klachtenbureau zou moeten worden De heer Verpaalen wil het een commissie van goede diensten noemen. De voorzitter vindt dat de drempelvrees er niet is. De voorzitter en de secretaris komen iedere dag op iedere afdeling. Verder heeft de burgemeester de portefeuille personeelszaken. De secretaris heeft de dagelijkse leiding. Maar indien de raad een dergelijke commissie wenst te hebben dan is dit de zaak van de raad, maar een voorstel van burgemeester en wethouders hiertoe kan men niet verwachten. De heer van den Bemd vraagt toch stemming over zijn voorstel. De voorzitter wil dit inwilligen, maar hij wil wel een taakomschrijving vernemen. De heer van den Bemd antwoordt dat hij dit nu niet kan overleggen. De voorzitter stelt voor dat men eerst een taakomschrijving opstelt alvorens een commissie in te stellen. Immers men kan nu geen mensen ontvangen die met klachten en grieven komen. De heer van den Bemd vindt dat men over het principe kon stemmen en dat dan de taakomschrijving best in orde zal komen. De heer Jochems merkt op dat deze commissie geen taakomschrijving behoeft te hebben omdat iedere klacht anders kan zijn. Het werkt verlichtend voor de secretaris en ook voor de voorzitter. De heer Goos vindt, alhoewel de gemeentewet hiervoor weinig ruimte biedt, dat een dergelijke commissie sfeerverbeterend zou kunnen werken. Hij denkt aan de Nieuwjaarsreceptie waar niemand van het huidige personeel aanwezig was, dan zit er iets fout, hij vindt dan de instelling van zo'n commissie een goede zaak.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1978 | | pagina 101