- 7 - 9VASTSTELLING VAN EEK BAATBELASTINGVERORDENING TEN BEHOEVE VAN DE VERHARDING VAN HET VERVUL., De heer Daamen is van oordeel, dat ondanks het uitgewerkte plan en het advies van de commissie financiën, de eigenaar van de weg Vervul toch zijn zin krijgt en dat gaat hem toch te ver® De voorzitter is het volledig met de heer Daamen eens® De heer Goos memoreert dat de commissie financiën het voorstel heeft bestudeerd® Daaruit is een alternatief voorstel naar voren gekomen® Betrokkene is persoonlijk met de prijs van de eigenaar niet eens, maar het zou een langdurige procedure worden om de mensen van het Vervul te helpen® Een oplossing moet daarom worden gevonden» De heer Martens interrumpeert door te stellen dat de heer Goos spreekt namens de commissie financiën® De heer Goos stelt namens de commissie voor het voorstel van de commissie te volgen» De voorzitter deelt mede dat het college geen bezwaar heeft tegen over name van het alternatieve voorstèl van de commissie# De heer Goos dient nog een amendement in om alle percelen bij de- belasting te betrekken die een uitweg hebben via het Vervul en niet alleen de percelen die in de onmiddellijke nabijheid liggen® De vc-orzitter wil dit nog eens bekijken, maar hij vraagt of de raad akkoord is met het bedrag van rond 17®000, De heer Kennis kan het voorstel van de heer Goos steunen en wil niet meer tot uitstel overgaan® voorzitter vraagt hierover een principe uitspraak van de raad. De heer Martens stelt dat in het commissierapport is te lezen een meerderheidsstandpunt en een minderheidsstandpunt* Als raadslid is hij tegen het voorstel van de heer Goos» De voorzitter stelt vast dat dit ook het standpunt is van de heer van den Bernd. De heer Daemen is van oordeel dat het billijk is dat iedereen die een uitweg heeft via deze weg mee betaalt® De voorzitter antwoordt nog dat nu de beslissing moet vallen omdat de volgende dag de aanbesteding plaats vindt. Nagegaan zal worden hoe de berekening zal moeten geschieden®

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1977 | | pagina 52