- 9 -
Dat heeft wethouder Hendriokx beloofd en dat heeft de wethouder onder
getuigen van de oud-raadsleden J» Hoppenbrouvers en M. Rombouts vernomen»
De bewoners zijn van mening dat zij rechten hebben op het moment dat de
heer Embregts zou komen te overlijden. De heer Embregts heeft het 20 jaar
of meer gebruikt. De buurtbewoners de heren Arnouts en Herejjgers hadden ook
een stukje grond gekregen» Inmiddels is de kwestie rond de woning van A.
van Rijckevorsel opgelost. De andere bewoners hebben een schrijven van het
gemeentebestuur ontvangen in 197^, waarin stond dat wanneer de grond door de
heer Embregts niet meer zou worden bewerkt zij de grond zouden kunnen
verwerven. De huidige gebruikers de heren Daemen en Embregts zijn nadien
in deze woningen gekomen» Met hen is geen enkele afspraak gemaakt. Deze
zijn te goeder trouw,deze grond gaan gebruiken.
Nu er door het vorige college beloften zijn gedaan wil de wethouder daar
niet omheen draaien en het voorstel als zodanig brengen.
De heer Daamen vraagt welke perceeltjes de gemeente dan aan de gebruikers
beschikbaar wil stellen. Deze persoenen zitten thans zonder tuin.
De heer van den Bemd is van oordeel, dat gezien de stukken, de bewoners
van de Gommersstraat al verschillende malen een verzoek tot het college
hebben gericht om de perceeltjes achter hun woning te kunnen aankopen.
Er is door een voormalig college toen echt gerommeld met die grond»
De voorzitter vraagt matiging in het betoog.
De heer van den Bemd vervolgt daarop:
Dit een van de antwoorden van het college blijkt duidelijk dat de bewoners
de grond zouden kunnen kopen indien de heer Embregts sr. hiervan geen
gebruik meer zou kunnen maken. Sinds eind 1975 is dit het geval. Vandaar
het terechte verzoek om deze grond te kunnen verwerven»
De heer Jochems vindt het een moeilijk punt. Alle raadsleden zijn er ter
plaatse gaan kijken. Op papier hebben de mensen aan de Gornmersstraat gelijk.
Koort men de mensen van de van Oosterhoutstraat spreken dan wordt het moei
lijker, maar dan komt het betoog van de wethouder en of het vorige college
fout heeft gehandeld doet niets ter zake, de raad moet zijn verantwoorde
lijkheid hierin dragen. De raad moet een duidelijke uitspraak doen en hij staat
achter het voorstel van het college»
De heer Vogels vraagt waarom de mensen aan de van Oosterhoutstraat in 1972
ook geen brief hebben ontvangen dat de grond in de toekomst aan de bewoners
van de Gornmersstraat zou worden verkocht.
Het verbaast hem dat wordt voorgesteld dat de bewoners aan de Gornmersstraat
dit zelf gaan gebruiken. Immers voor zover hem bekend zijn dit reeds
mensen op leeftijd.
De heer Goos stelt dat alles wat mondeling is toegezegd geen enkele
rechtsgeldigheid geeft.
Voorts zou hij willen vernemen of de bewoners aan de Gornmersstraat bij de
aankoop van de woning beschreven is, dat zij aanspraak konden maken op de
grond achter de woning.
De heer Daemen trekt een enkel woord van de wethouder in twijfel. De grond
is niet nodig geweest voor een pad maar voor een bouwplaats waardoor de gemeente
een huis meer kon bouwen®
De bewoners met een kleinere tuin hebben altijd even veel huur betaald
dan de anderen. Voorts hebben zij bij de aankoop van de woningen evenveel
moeten betalen dan degenen met een grotere tuin.