6 - Er wordt gesteld dat de heer Hendrickx wil verkopen, maar er is herhaal delijk overleg met betrokkene gevoerd, waaruit blijkt dat hij zijn verkoop wil koppelen aan de bouw van een schuur aan de Pannenhoefsebaan. Door de heer van Aert wordt gezegd dat het gaat over een schuurtje, maar het gaat over 12 bij 8 meter, dus een oppervlakte van 96 m2. De voorzitter noemt dit geen schuurtje meer. In het nieuwe bestemmings plan buitengebied is die strook van de Pannenhoefsebaan bosgebied, waar niet gebouwd mag worden De koppeling is niet mogelijk omdat ook de Kroon alleen maar kijkt of de gemeente voldoende betaalt. Wat hij vraagt heeft overigens niets met de onteigening voor de weg te maken omdat de gemeente nog niet overgaat tot onteigening van de bouwgrond. De heer van Aert bestrijdt de stelling van het verschil in oppervlakte van de bestaande berging van 15 m2 naar 96 ia2. Momenteel kan hij het slingeren van de honing in huis verrichten, dit kan hij niet doen aan de Pannenhoefsebaan. Daar zal een afgesloten ruimte voor het slingeren van de honing moeten komen omdat dit onmogelijk bij de bijen kan gebeuren. De gemeente Breda heeft een stukje grond beschikbaar gesteld aan de Bijenhoudersvereniging om daar de bijensport uit te oefenen. Hij zou willen voorstellen om hiervoor ook een perceeltje aan te wijzen. De heer Goos stelt dat de grond inmiddels wel verkocht is en daarnaast is hij van oordeel, dat het bezwaarschrift wel gegrond is. De gemeente moet in het kader van het algemeen belang onteigenen. De voorzitter weet alleen, dat het verkocht is onder voorwaarde dat een bouwvergunning wordt verkregen voor de bouw van een gebouw aan de Pannenhoefsebaan. De bouwvergunningkwestie is niet relevant inzake de aanleg van de weg. Derhalve is het bezwaarschrift niet gegrond te verklaren. Vervolgens wordt het bezwaarschrift ongegrond verklaard en tot onteigening besloten met aantekening dat de heer van Aert geacht wordt tegen deze onteigening te zijn. 12. VASTSTELLING VOORBEREIDINGSBESLÜIT RISTEN 1977» Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 13. VASTSTELLING VOORBEREIDINGSBESLUIT GQMMEHSSTRAAT 1977» Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. 1A. VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN "LAGUITEN-PARTIËLE HERZIENING 1976'.' Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1977 | | pagina 15