-17- WUZIGING VERORDENING EN VOORWAARDEN C.A.I. Daamen heeft een berekening gemaakt van wat men moet betalen in cle diverse categorieën. Degenen die het laagste tarief ineens betalen moeten praKtisch tweemaal zoveel betalen op het eind van de looptijd» Hij vraagt of deze bedragen na vijf of tien jaar gelijk worden. Wethouder van Kuijck antwoordt dat de maatschappij in overleg met burgemeester en wethouders de tarieven kan wijzigen, maar de verschillen in de maandelijkse tarieven blijven bestaan» voorzitter merkt nog op, dat de C.A.I. een zorgenkind is gei^orden» In 1976 waren de kosten praktisch de helft, maar de inwoners hadden toen veel minder belangstelling dan nu» De heer Daernen merkt nog op, dat de gemeente zich slechts bindt voor 10 jaar» 1)0 heer y°Sels vraagt wie het risico draagt nu men reeds in de Lagestraat de kabel in de weg heeft gelegd» Wethouder van Kuijck antwoordt dat dit de maatschappij is» Men is optimistisch dat men zal aansluiten wanneer het werk vordert» De mensen worden persoonlijk benaderd indien men verzuimd heeft om de aanvrage in te leveren» De heer Daernen denkt dat bij het dichten van de Lagestraat bij de Rabobank men vergeten xs de kabel erin te leggen» Voor wie zijn deze kosten» Wethouder van Kuijck is van oordeel dat dit voor de maatschappij is» De heer Mart ens vraagt of de mensen die nu 17,betalen over 10 jaar minder behoeven te betalen» Wethouder van Kuijck antwoordt dat dit nu niet te berekenen is, maar degenen die thans voor kt-~ kiezen komen de eerste 10 jaar goedkoop uit. Na 10 jaar wordt alles opnièuw opgezet en waarschijnlijk een nieuw tarief voor alle aansluitingen opgesteld» De heer Hartens heeft aan wethouder van Kuijck gevraagd om na te gaan voor vervroegde aflossing» Hij heeft dit niet in de prospectus gevonden. Wethouder van Kuijck antwoordt dat de mogelijkheid open blijft» Vervolgens worden de wijzigingen vastgesteld» INVESTERINGSPLAN 1978. -^e voorzitt er heeft een staat aan de leden doen toekomen, waarin de bevindingen van de leden over het ontwerp staan vermeld. Ten .aanzien van een lid merkt hij op dat deze diverse werken heeft bepaald met "moet" waaraan hij het nummer 1 heeft gegeven» a h AQT1

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1977 | | pagina 129