fï c
"ievcv
u. -.1
n
- 7 -
1S TOEKENNING SUBSIDIE AAN STICHTING HULPCENTRALE S.O.S.—DIENST BREDA,
mwPTjg wafiTRTET.T,TNG VAN DE 55 e WIJZIGING VAN DE BEGROTING ALGEMENE
DIENST 197ST
De heer Vogels informeert of dit niet een zaak is voor het Stads
eewest
De voorzitter kan zich dit indenken, doch het staat bij het Stadsgewest
niet op het eerste plan.
Vervolgens wordt de subsidie toegekend-»
ifi VOORSTEL TOT VERHOGING VAN HET VERZEKERDE BEDRAG VOOR FRAUDE RISICO
biQFfMÏÏ^ÖNDERLÏN^ RISICO VOOR GEMEENTEN TE s-G'rAVENHAGE.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten conform
het voorstel van burgemeester en wethouders.
in AuqmvT.OTNG VAN EEN KREDIET VOOR DE AANLEG VAN CENTRALE VERWARMING
TEN EEII"F™ w'aÜ-^T?ÏÏ?™~rIjSBËRGËN; TEVENS VASTSTELLING VAN DE 56e WIJ
ZIGING VAN DE BEGROTING ALGEMENE DIENST 1976»
De heer Heeren vindt dat de gemeente thans reeds een aanmerkelijke sub
sidie aan~de"zë instelling geeft. Hij weet niet hoe deze instelling functio
neert maar enige weken geleden bestond het bestuur slechts uit een persoon.
Maar het ergste vindt hij dat bij de stukken een rapport van de brand
weer is bi ifevoegd, waarin staat dat men een "onbeschrij flijke chaos"
heeft aangetroffen» Hij maakt enige reserves ten aanzien van het voor-
Immers momenteel staat de gemeente reeds garant voor de rente en aflossing
van de lening voor het gebouw, daarnaast geeft de gemeente een grote
Hü vraagt zich af of momenteel niets meer wordt gewaardeerd. Is het
niet hard nodig dat de gefeente hierop toezicht uitoefent.
De heer Martens heeft geen moeite met de aanleg van de centrale verwarming.
Ei zou T^TÏTTwillen, dat van gemeentewege de leiding aangesproken
wordt om dit gebouw beter te onderhouden. Buiten rond het gebouw is het
eveneens een Slechte toestand. Reeds drie weken liggen er meubels.
De heer He-ren heeft het over de toestand binnen het gebouw gehad, maar
buiten is ^et een schandaal. Hij vraagt of van gemeentewege niet kan worden
toegezien, dat door deze jonge mensen hieraan iets wordt gedaan.
Wethouder van Kuijck antwoordt de heer Heeren dat de Scouting zeer goed
draait er zijn ongeveer 120 kinderen lid, de leiding ïungeert goed-,
afgezien van de rommel welke is geconstateerd» Die rommel is de leiding
bekend en is het gemeentebestuur bekend. Wanneer men nu binnen het gebouw
een en ander in ogenschouw zou nemen, zal men kunnen concluderen, dat het
heel wat verbeterd is.
D- -rethouder ziet niet goed in waarom de gemeente toezicht zou moeten
„n-Topfenen op het werk van de Scouting. Men heeft een eigen bestuur en
de e-emeente acht zich niet geroepen in dit beleid te treden.
De rommel rond het gebouw betreurt de wethouder ook, maar het zijn zeer
ionee kinleren die lid zijn. Hij vindt het niet juist deze kinderen
een schop in-de handen te geven om de rommel rond het gebouw op te
ruimen
IÏ.C fit
lij
'i
ilO
st @1 4» fy~i
Silt) g 0