De heer van Aert vraagt of het voorstel niet kan worden aangehouden tot de volgende vergadering. voorzitter antwoordt dat dit inderdaad mogelijk is, maar dan gaat het van het krediet 1977 af. De heer van Aert vindt dat men in de raad teveel voor het blok wordt gezet» Hij kan zich niet met deze wijze van handelen verenigen. De heer Martens vindt dat het kernpunt is of uitbesteding goedko per is of in eigen beheer uitvoeren. Vandaar dat hij wil voorstellen om te machtigen binnen het geraamde bedrag een andere aanschaffing te doen indien mocht blijken dat uitbesteding goedkoper is. De heer Vogels zou graag een modus vinden om indien blijkt dat het krediet voor de motormaaier niet nodig is, een andere bestemming te geven. De heer Martens zou dit aan de commissie openbare werken willen overlaten. De heer Daemen is van oordeel, dat voor het maaien van de voetbal veldengeen motormaaier van 26.000,-- nodig is. De voorzit ter stelt dat het de bedoeling is dat de commissie van openbare werken daarover gaat praten. De raad kan zich verenigen met het voorstel tot toekennen van een kredietwaarna de commissie zal bezien of dit krediet in zijn geheel nodig is. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan wordt in een latere vergadering het bedrag gecorrigeerd. INTREKKING VAN DE ^3e EN Mfe WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN DE AL GEMENE DIENST 1976 DOOR VASTSTELLING VAN DE 71e SN 72e WIJZIGING VAN DE BEGROTING VAN DEALGEMENE DIENST 1976 '(VERHARDING ZANDWEGEN SN OVERKAPPING VAN HET BINNENTERREIN VAN DE ST-BAVOSCHOOL)" De heer Martens merkt op dat de stukken zijn van 3 november en ver zonden zijn op 5 november, dit in tegenstelling met het gestelde in het voorstel. Vervolgens-wordt besloten conform het voorstel van burgemeester en wethouders. HET VERLENEN VAN MEDEWERKING AAN DE OPRICHTING VAN DE "REGIONALE STICHTING VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK EN GEZINSZORG RONDOM MARK EN WEERIJS" De voorzitter heeft na overleg met Oudenbosch in het college bespro ken, dat er geen bezwaren zijn tegen het verlenen van medewerking van de oprichting van deze stichting, maar dat van het opstellen van de statuten alsmede het wijzigen van de statuten goedkeuring van het college nodig is. Volledigheidshalve moet gesteld worden dat Hoeven, Etten en Zundert deze eis niet hebben gesteld. Het kan voorkomen dat uitbreiding van personeel nodig is, dat een nieuwe opzet van de stichting wordt gevonden en dan is het nodig dat de raad weet, waarvoor men de sub sidie beschikbaar stelt. x x

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1976 | | pagina 50