7 -
Er blijven zandwegen in Rijsbergen, welke nooit verhard zullen
worden. Daardoor zullen deze materialen nodig blijven.Overigens
zijn de materialen, welke alleen voor de zandwegen gebruikt kunnen
worden, niet erg kostbaar»
Dat openbare particuliere wegen niet meer mogen worden onderhouden
zal nog eens onderwerp van.gesprek worden in het college»
Ten aanzien van de vraag van de heer v.d» Bemd, vraagt de wethou
der zich af hoever men met de inspraak van het personeel moet gaan.
Als de middenstand de gewenste materialen tegen concurrerende prijzen
kan leveren, zal dit zeker overwogen worden.
Wat de mening van de heer Vogels betreft is de wethouder bereid als
nog na te doen gaan wat voordeliger is, aanschaffen of uitbesteden.
De wethouder is bereid de commissie van openbare werken over deze
aangelegenheid alsnog te horen.
De heer van Aert stelt dat nü de commissie gaat meespreken als het
krediet door de raad is gevoteerd. Was het niet beter geweest om
vooraf de commissie te horen. Het wordt hier herhaalde malen gesteld
dat horen niet meer gaat, dan stelt hij voor dergelijke aangelegen
heden te verschuiven naar een volgende vergadering.
De heer ogels merkt op, dat iedere maal kredieten worden gevoteerd
zoals nu voor de brandweer en gemeentewerken. Hij vraagt hoeveel
nog beschikbaar is.
De voorzitter kan dit inderdaad mededelen. Er is nog een post -
onvoorzien van 7.83^,80. Aan kapitaalswerken 10.80if,17.
De heer VoE&Ts vraagt of het nu de bedoeling is dat de motormaaier
uit het voorstel wordt genomen. Als dat zo is dan wil hij buiten de
motormaaier de aanscnaf laten voorbereiden door de commissie van
openbare werken*
De heer Goos denkt ook aan de serviceverlening. Vandaar dat hij de
aanschaf zo dicht mogelijk bij huis wil houden.
09 voorzit ter zet uiteen waarom men in tijdnood kwam» De krediet
bewaking concludeerde dat er nog gelden in 197Ó beschikbaar waren.
Men kan hiermede drie dingen doen. Overboeken naar de reserves,
vervroegd afschrijven of noodzakelijke aanschaffingen doen.
Naar zijn mening dient het aanbeveling om met het geld noodzakelijke
aanschaffingen te doen. Uit het ontwerp-investeringsplan is dit
werk gelicht omdat dit werk 100.000,bedraagt en hiervoor nog
mogelijkheden waren. Dit geld kan na 1976 niet meer worden toegekend.
De voorzitter stelt voor het krediet in zijn totaliteit vast te stellen,
temeer daar men anders het geld niet meer kan besteden, en de com
missie openbare werken te vragen een gefundeerd advies uit te brengen.
Vindt de commissie dat de uitgave voor de motormaaier niet verant
woord is, dan komt het college met' een voorstel tot intrekking van
het krediet voor dat gedeelte.
De heer Vogels heeft hiermede wel moeite omdat de commissie de andere
raadsleden voor het blok kan stellen.