BEHANDELING EN VASTSTELLING VAN DE BEGROTINGEN VAN HET GRONDBEDRIJF, HET WONINGBEDRIJF EN DE ALGEHENE DIBNST VOCE HET JAAR 1977 De voorzitter stelt voor de behandeling als volgt te doen geschieden: 1Het houden van algemene beschouwingen; 2) Hoof dstuksgewijze behandeling van de begroting. De heer Goos, voorzitter van de Commissie van Financiën, wil de toe lichting op het rapport van 27 oktober 1976 beginnen met een pluim op de hoed te steken van de afdeling financiën, die onder moeilijke omstandigheden, zoals verbouwing en verhuizing, gezien heeft de be groting tijdig gereed te hebben. De begrotingen zijn grondig onderzocht door de Commissie, waarbij niet geschroomd werd om sommige posten tot de bodem uit te zoeken., Sommige posten dienden te worden verhoogd, daar deze te laag waren geraamd. Dit betekent echter dat de post onvoorzien met ruim 10.000,00 moet worden verlaagd. Het antwoord óp de opmerkingen bij post 126 van het college van bur gemeester en wethouders is voor de Commissie onbevredigend, omdat na gedegen onderzoek is gebleken, dat er wel mogelijkheden zijn om deze putten voor de bestrijding van branden te gebruiken. Wat post 159 betreft, daar is in de loop van de vergadering, reeds het nodige over gezegd® Voor het overige heeft de Commissie tegen het antwoord van het colle ge van k november 1976 geen bezwaren, waardoor de Commissie van oor deel is dat er geen bezwaren bestaan voor de raad om de ontwerp-be- grotingen vast te stellen. Ce voorzitter heeft wat betreft het gebruikmaken van de installaties voor beregening van de landbouw door de brandweer bij het bestrijden van de branden zich uitvoerig laten informeren. Daaruit is gebleken, zoals dat in het antwoord, van het college d.d. 4 november 1976 is opgenomen, dat dit discutabel is. De heer Goos stelt dat dit wel kan» Spreker is van oordeel, dat deze zaak nogmaals dient te worden onder zocht De voorzitter geeft hierna het woord aan de heer Hartens. De heer Mart ens houdt de navolgende beschouwing over de voorliggende begrotingen: Mijnheer de Voorzitter, Namens Werknemersbelangen zouden wij naar aanleiding van deze aange boden begroting het volgende op willen merken. 1. Op de eerste plaats willen wij onze dank uitspreken voor allen van hoog tot laag die aan deze begroting 1977 hebben meegewerkt. Immers thans reeds op 18 november kunnen wij deze behandelen, die toch onder moeilijke omstandigheden, vanwege de verbouwilig van dit gebouw, klaar is gekomen. Want de cijfers moesten onder stof en lawaai bij elkaar gevoegd worden. U als werknemers van deze "Hap" nogmaals bedankt namens Werknemers- belangen» Mijnheer de Voorzitter, wij zouden het zeer op prijs stellen als U deze dank wilt over brengen. 2» Aan de begroting in zijn algemeenheid kunnen wij onze goedkeuring, hechten.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1976 | | pagina 31