De heer Goos vraagt of de voorzitter niet gesterkt zou zijn met een beslissing van de raad. De voorzitter antwoordt op dit laatste dat het een duidelijke zaak is» Door het weigeren van een verklaring van geen bezwaar moest het college de vergunning weigeren. Maar ook de raad kan geen bouw vergunning verlenen. Dit is het probleem» Want wanneer de raad bouwvergunning zou verlenen, dan zou de voorzitter dit besluit ter vernietiging moeten voordragen. Wat de vraag van de heer y.d» Bemd betreft ook net instelxen van een dergelijk commissie heeft weinig zijn, daar deze commissie, welke zetelt in Tilburg, ook een afgevaardigde in de adviescommissie heeft zitten ten behoeve van gedeputeerde staten. De föorzitter zegt de heer van Aert toe de beslissing aan de raad te doen toekomen. De heer v.d» Bemd wil toch laten onderzoeken naaï een eigen ad viescommissie, omdat deze commissie in Tilburg geen inzicht, heeft in de bedrijfssituatie ter plaatse. De voorzitter stelt de heer v.d. Bemd voor zipn misnoegen oij de commissie te deponeren, maar de voorzitter zelf heeft sxechts po sitieve ervaringen met de commissie. De heer v.d. Bemd stelt dat Zundert wel een dergelijke commissie heeft en hij vraagt zich af waarom deze niet in Rijsbergen kan komen. De voorzitter antwoordt dat een dex-gelxjke commissie in Rijsbergen geen zin heeft, daar men in Rijsbergen met een voorbereidingsbe- sluit zit, waardoor bouwaanvragen, wil men deze honoreren, een verklaring van geen bezwaar moeten hebben van gedepuceerle staten» Dus de uiteindelijke beslissing ligt in deze gevallen bij gedepu teerde staten en niet bij de commissie. De heer v.d. Bemd repliceert dat deze commissie in Tilburg, zoals m weer blijkt, niet in het belang van de agrariërs werkt. Dg voorzitter ontkent dit met klem, daar deze commissie is inge steld door de agrariërs en voor de agrariërs. Indien uien dan met een plaatselijke commissie begint en een de commissie in Tilcurg adviseert toch anders, dan beinvloedt een plaatselijke commissie niet de beslissing van gedeputeerde staten. De heer Heeren vindt het merkwaardig, dat de aanvrager momenteel voldoet aan de eisen, neergelegd in het Desoeramingsplan, Hij vol doet nu aan de eisen. Het is niet redelijk te stellen, wat betx*Qïs.~ kene zal gaan doen als hij 67 jaa.r is» Niemand kan beoordelen of in de toekomst iemand met 3 a 4 ha» grond tuinbouw kan uitoefenen» Het is niet redelijk wat deze commissie stele en hij noopt, dat het college nog wegen kan vinden om aan betrokkene een bouwver gunning te verlenen. De voorzitter antx^oordtdat de heer Heeren he e nieo heext begre— penT Zolang er geen voorbereidingsfase aan de gang is bij een be stemmingsplan moeten gedeputeerde staten voor elk bouwwerk een verklaring van geen bezwaar afgeven. Of men werkt met een Rijsbergs commissie" een Zundertse of een Tilburgse commissie doet niets ter zake» Burgemeester en wethouders mogen zonder verklaring van geen bezwaar geen vergunning verlenen en de raad in beroep ook niet. Dit is overigens het eerste geval, waarin de commissie anders aciviseej. t - en -

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1976 | | pagina 82