f I i V - 2 - 5- EERSTE WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROEREND-GOËdMIstÏNGENo De heer Goos: Namens de samenwerkende groeperingen, zou ik over dit punt een opmerking willen maken. De som van de economische waarde zegt ons niet zo heel veel omdat de tarieven toch aangepast worden aan deze som. Wat onze aandacht heeft zijn schattingen en de manier waarop deze zijn uitgevoerde Door de raad is in zijn vergadering van 28 november 1974 besloten om goede taxateurs te nemen. De taxaties zijn inmiddels ver richt maar niemand van onze groepering heeft iemand over de vloer ge had. Hierdoor rijst de vraag; Hoe kan men een economische waarde vast stellen als men een gebouw niet van binnen heeft gezien. Hoe ligt de waarde van bepaalde gebouwen? Misschien zijn ze van binnen wel zo ver ouderd dat ze niet meer gebruikt worden zodat ze geen enkele economische waarae hebbeno noe ziet de zaak er ui u achter een mooie nieuwe voorgevel Deze vragen trekken een goede taxatie in twijfel» Bovendien vragen wij ons af of de panden aangesloten op het riool een hogere waardering heb ben gekregen dan niet-aangesloten panden. Dit in verband met het weg vallen van de rioolbelasting» Als geen rekening bij de taxatie is ge houden met aangesloten panden dan moet de rioolbelasting als retributie worden teruggebracht, zodat het tarief nogmaals verlaagd kan worden. De heer Heeren; Mijnheer de voorzitter, ik heb tegen dit punt enkele bedenkingen» Men is uitgegaan van een economische waarde waarbij een bepaald basisbe drag genomen is» Nadien hebben er taxaties plaats gevonden, waarbij men op een veel hoger bedrag is uitgekomen dan bij de eerste schatting» Tegen het bedrag van de taxatie kunnen de eigenaren nog bezwaren in dienen» Hierdoor kan de mogelijkheid bestaan dat de inkomsten uit deze belasting lager komen te liggen» De voorzitter; De heer Goos heeft zijn bedenkingen tegen de schattingen, omdat deze zijn uitgevoerd zonder dat de gebouwen van binnen zijn opgenomen. U weet dat wij op een gegeven moment een keuze hebben gemaakt voor die instantie, door wie de taxaties zijn uitgevoerd. Ik kan u verzekeren dat dit deskundigen zijn» Hoe dat de schattingen precies zijn uitge voerd is mij ook niet bekend. Dat zult u te zijner tijd horen of kun— nen horen bij eventuele bezwaren. Maar ik dacht wel dat zij op een gegeven moment cijfers gehanteerd hebben die gehanteerd zijn bij de grondbelasting en andere rijksbelastingen. Er is echt wel een bepaalde basis van waaruit zij vertrekken. U vindt verder dat mensen die wel of niet op het riool zijn aangesloten, niet hetzelfde behandeld moeten worden» Wij hebben destijds die onroerendgoedbelasting vastgesteld en daarbij gesteld dat wanneer de zaak tegen zal vallen, burgemeester en wethouders komen met een rioolretributie. Het basisbedrag dat wij moeten hebben aan belastingen is f 323.284, Hiernaast zijn extra kosten gemaakt voor het bijwerken van het bestand straks voor het verloop van het bestand, de kosten van de taxateurs, de kosten van het CBT in Tilburg, de kosten van de rijksbelastingdienst bedragen die we niet binnen zullen krijgen aan afschrijving van mensen die op een gegeven moment geen bezwaren indienen maar niet in de moge lijkheid zijn zo'n bedrag te betalen, b.v. de A»O.W.-eps en we krijgen ontheffingen naar aanleiding van bezwaarschriften» Daarom is er ook°een post tegengeboekt die we iets op hebben moeten voeren vergeleken bij het bedrag dat we destijds hier gevoteerd hebben» Voor i t i v- 'iii!

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1975 | | pagina 88