x -
eci.-x-Bii oix
c. X.Xi X fx
-
fl'x i ,ax J I i:i i ,1
b
x_X 'I X C
cl fx tfi X is;
x X X
- x X
x X I:
X. - .1 x i~ Jx
i .1 -X - x I
iv - xxx i - *H --es. I
x XX X
.x i .X x f. X. i X
i. t x- X t xxiX x
f x :i X
x x:
-
x .i X.. Xc-• ;:i X .xv,
- X
X VX -
tx'fxix lenuaso fed ncv nefaoi elsfof eh feJb 9a&agosm ax is i,xri n&A fae.an
x. 1 .-. x
x X v XX X
1 -X. Xa: X X"i: X Xx..
- 9 -
aansluiting op cle centrale antenne» Hij hoeft niet zijn aansluiting bin
nen aan te leggen.
Hierna wordt de verordening vastgesteld.
11- VERKOOP VAN WONINGWETWONINGEN,
De heer Heeren stelt wanneer dit voor de gemeente een voordeel is om
deze woningen te verkopen, hij hiertegen geen bezwaar heeft.
Hierna wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
12- REG10HAAL SPREIDINGSPLAN VAN DE WOONWAGENS OVSR HET GEBIED VAN HET
WOONWAGENCENTRUM BREDA.
De heer Gooa kan zich indenken, dat het gunstig zou werken indien de
woonwagens wat gespreid zouden worden, maar hij vindt de Rijsbergse ge
meenschap te klein om deze mensen behoorlijk te kunnen opvangen.
De heer Daemen is het in alles niet met de heer Goos eens. Hij ziet
grote bezwaren voor de woonwagenbewoners zelf. Indien in Rijsbergen
drie woonwagens zouden staan, dan vraagt hij zich af waar de kinderen
van deze bewoners naar school moeten. Immers na een korte tijd staan
deze wagens weer ergens anders. In het centrum is een school en zijn
alle voorzieningen aanwezig. Wanneer het spreidingsplan zo gevolgd
wordt dan ziet spreker niet veel van het leren terecht komen.
De heer Vogels vindt drie wagens een belachelijke zaak omdat men nu
eenmaal voor drie wagens niet alle algemene voorzieningen kan treffen.
Hij ziet geen heil in het plan zoals het er nu ligto
De Heer Heeren stelt, dat de gemeente Rijsbergen krachtens de gemeen
schappelijke regeling bijdraagt in het woonwagencentrum Breda. Maar
Breda is ook niet gelukkig met dit centrum, want het breidt dit centrum
niet meer uit. Deze mensen moeten wel worden opgevangen. Indien Rijs
bergen wel aan dit spreidingsplan zijn medewerking zou verlenen, moet
Rijsbergen, zo zou hij gaarne vernemen, nog bijdragen aan het centrum
in Breda.
Wethouder Nooren kan de laatste ontwikkelingen op dit gebied aan de
raad mededelen, daar het algemeen bestuur die dag hierover heeft ver
gaderd met het lid van gedeputeerde staten, drs. Einmahl. Het sprei
dingsplan is in eerste instantie de bedoeling van de minister van
C.R.M, en in de tweede plaats de bedoeling van gedeputeerde staten»
Wanneer de gemeenten niet vrijwillig zouden medewerken, dan zou dit
van hogerhand kunnen worden opgelegd. Gedeputeerde staten hopen dat het
via een gesprek in Brabantse gemoedelijkheid wordt opgelost. Drs. Ein
mahl is zelfs bereid de visie van Gedeputeerde staten aan de raadsleden
kenbaar te maken.
De procedure is zo, dat de minister ingevolge artikel 65 in de eerste
vier jaar aan kan geven waar woonwagens geplaatst moeten worden, na
vier jaar zal de provincie zijn provinciaal plan gereed moeten hebben
en daarin ook verwerkt de plaatsen van de woonwagenkampen. De minister
vindt niet goed dat de grote kampen blijven bestaan. De wet van 1968
waarin werd geregeld dat de woonwagencentra gecentraliseerd werden, is
op een grote flop uitgedraaid.
Dit feit kan de wethouder niet onderschijven. Immers anderhalf jaar
geleden moest de kamphouder op wachtgeld, daar hij 61 jaar was en de
zaak niet meer aan kon.
Toen -
li O 5
U ---
I
t
V
iiovo
XX C
- ....ix. x. _x:
c
X i a i
X
iT.Tl
o XX X x. d i Xx m C
- o X X "x x.X
..X X. x:1 j, X X X
X
its i X