I x \x .x ..x ,x I.J. x. -1. xx I ix xx x x _x x r -x i t xx. x xx .1 x J x: x x. x .1' 1.. x d" x r t. r. y x x. 1' 1 ix. x rz.: 1 x x x j x - xx; r: x xx tx I j _x. y xxl. x :i ij x i ..--si x i yi J: y x xbfli 100VI9 i,iil ax (tM3 nellisiannbtjwsq sJb nxv sniiBtödigv tot stiil x xn x c x: >y;y x y..r 1-.: .iii x v rr. I y x x. fix. x :.'x; v i x x. xi y ii x i x i 1 ix. x I xx - i.: x x i .x;x x. t x-.x.. r x x. i .ix i - i'Ji .I x...' x i 'X xx I y y i i xi 0. X I '.X X. x x. r y x I.; y x o x x x x xx xx x: xx :xx_' xx T y i" y.: x i x ..v t, ;'.i J' x x. ,'x 1. 1' x" x x x x x x xx x. x y :r i xi.x i. x .x ...y x x xx xuiax. o -.. x x; xx x' x. x x xx.. - 'X xx x x. x y. X' y x x xx y x. xx I xovxx x. >i. Xuxx x x x 'X Xx x x x x x .xx ox X xi'"Ix x i" t :x x y_ x 'X X. X XX x. 'XV -X'X. -x >c. >- i' -:xx. x X.' ...xx i~ x' x xi ix xx x 'X -x. xx x" x -x x o! x XX - xi X:'. .ix -;o xxxxx x xxx x. x' i 'it De bouw is hierna stilgelegd. De voorzitter is van oordeel, dat dit geen lachertje is, want wanneer iemand zonder vergunning aan het bouwen is, dan eist een goed beleid, dat hier tegen wordt opgetreden. Daarop is proces-verbaal opgemaakt door de politie. De heer Harkx vraagt op 1 juli 1975 opnieuw een bouwvergunning aan voor een gebouw, dat een gedeelte omvat van het oorspronkelijke plan, te weten het geheel vernieuwen van paardenstallen en bergingen. Daarop hebben burgemeester en wethouders op 3 juli 1975 reeds afwijzend beschikt op dezelfde gronden als in het eerste geval. Wel moet worden ge steld door een gedeelte van het kollege, daar wethouder van Kuijck met vakantie was. De burgemeester heeft de heer Harkx op 7 juli 1975 wederom ontvangen. De voorzitter heeft toegezegd na te laten gaan of ooit voor deze berging een vergunning was afgegeven en de heer Harkx zou bezien of hij foto's had van de oorspronkelijke berging. Uit deze foto's was niet te distilleren of er een berging van deze omvang daar ter plaatse had gestaan. Verder is opmerkelijk, dat naast deze berging nog drie bijgebouwen aanwe zig zijn en dat deze bijgebouwen een gezamenlijke oppervlakte hebben van 116 m2 bij een hoofdgebouw van 178 m2. Daarbij springt in het oog, dat in andere bestemmingsplannen slechts maximaal 50 m2 aan bijgebouwen is toegestaan. Het grootste probleem is dat ten tijde van de overgangsbepaling van 1964 er een woning stond (na uitbreiding) van 112 m2. Het is niet aannemelijk dat er toen een schuur is bijgebouwd van 65 m2, gezien ook de kadastrale omschrijving: schuurtje, terwijl de uitbreiding van het hoofdgebouw maar 58 m2 was. Wat de vraag van de heer Heeren betreft, de voorzitter had deze stukken op genoemd tijdstip nodig voor een bespreking. Hij biedt hiervoor zijn verontschuldigingen aan. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Daemen is hij van oordeel, dat nu juist dat het punt is waar het om draait0 Wie kan stellen dat er een schuurtje heeft gestaan van 9*50 m bij 7 Er zijn diverse verklaringen hierover binnengekomen: a- er zou een gebouw gestaan hebben, zonder oppervlakteaanduiding5 b- er zou geen gebouw gestaan hebben; c- er heeft een bouwwerk gestaan van maximaal 4 m bij 4 m. Ten aanzien van de opmerking van de heer Martens deelt de voorzitter mede, dat de verslagen van de commissies aan de raadsleden moeten worden toegezonden. Dit is een omissie geweest, waarvoor hij zijn excuses aan biedt O De heer Daemen is van oordeel, dat er een schuurtje heeft gestaan. De juiste afmetingen kent hij niet. Hij heeft geeen bezwaren van welstand hiertegen gezien. Als de totale afmetingen te groot zijn, dan zou hij de kleinere schuurtjes moeten afbreken. Maar hij is en blijft voorstander om betrokkene te helpen om de nodige bergruimte te krijgen. Er heeft volgens de koopakte een schuur gestaan. Dat is 10 jaar geleden. Indien voor de oorspronkelijke schuur geen bouwvergunning is verleend kan betrokkene dat niet worden verweten. De heer Goos stelt dat hij weet dat er een schuurtje heeft gestaan, maar de afmetingen kent hij niet. De voorzitter geeft toe dat het bouwplan niet naar welstand is gezonden. Dit was ook niet nodig omdat het een weigering werd. Men kan niet stellen dat betrokkene de andere schuurtjes maar dient te slopen en dan het andere bouwen. - Het - x xx .x i t i x. J ix." 1' i .':*i X X'X. t - -- x c x y x x x. f i" X'X. x x -.. xx x~ x xx X - .x J. x r: X- X X X X y - - - - X XX x X X X. X.:. 1 XX XX "J X'X -XX' X

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1975 | | pagina 63