blad 6- Voorstel tot wijziging van de salarisverordening per 1 april 19?^! Het raadslid Heeren heeft bemerkingen over het voorstel .van burgemeester en wethouders tot het bevriezen van de bedragen van nevenfuncties. De heer Heeren ziet de betaalde nevenfuncties als een gedeelte van het salaru van de ambtenaren. Spreker zegt dat de raad goed werk verwacht van de ambtenaren en dat kun je alleen krijgen wanneer zij goed betaald worden, ,-y Hij is van mening dat deze voorgestelde maatregel dwars tegen de regels van het huidige beleid ingaat. Wethouder Kuijpers antwoordt hierop dat in het verleden m de raad wel een gesproken is over bepaalde nevenfuncties die zo gegroeid zijn. Wethouder Kuijpers vindt "bevriezen" een te zwaar woord, maar wil de verhoging per 1 april 197^ "aanhouden" tot er overleg is geweest. De heer Heeren vindt het heel normaal dat de salarissen aangepast worden en spreekt zich uit tegen het voorstel tot bevriezen van de bedragen voor de nevenfuncties. Het raadslid Huijbregts is van mening dat alle nevenfuncties gerust mogen verdwijnen en baseert dit op het feit dat binnenkort weer veel jongeren van de scholen komen die geen werk kunnen vinden. Waarom moet de een dan alles hebben en extra betaald worden en de ander zonder werk lopen, aldus de heer Huijbregts. De heer Goos deelt, als commissielid voor de financien, mede dat dikwij de vraag is gesteld:wat zijn die nevenfuncties, hoe zijn die ontstaan^. Hij is van mening dat se zijn ontstaan omdat iemand aangetrokken moest worden in een lagere rang zodoende gaven ze hem nevenfuncties om aan^ een behoorlijk inkomen te komen. De heer Goos ziet liever dat ze in een hogere, rang aangenomen worden en dat de nevenfuncties verdwijnen. De heer Heeren zet nogmaals uiteen waarom hij het niet eens is met uit voorstel. De voorzitter deelt hierop mede dat een bevriezing voorgesteld is om de zaak nader te bezien in overleg met de nieuwe burgemeester en de nieuwe secretaris en bepaalde functies opnieuw te verdelen. Het raadslid Heeren brengt ter tafel dat wethouder Rombouts destijds ver- klaard heeft dat geen enkele ambtenaar er financieel op achteruit mag ga^ii Nu gaan ze er wel op achteruit. De voorzitter is het met dit laatste niet eens. Het raadslid J.Rombouts deelt mede dat hij het er mee eens is dat, wanneer iemand een vol salaris heeft, hij nog niet eens een bijverdienste moet hebben. De heer Heeren vindt wel gehoor bij de heer J.Rombouts wanneer hij stelt dat de nevenfuncties een gedeelte van het salaris zijn. De voorzitter antwoordt hierop dat de nevenfuncties iets harder gegroexQ zijn dan vroeger te voorzien was. Door de procentuele verhogingen van ce nevenfuncties krijg je een scheve verhouding tussen de ambtenaren. De nevenfuncties, aldus de voorzitter, zijn destijds ingesteld met de bedoeling dat de werkzaamheden na diensttijd gedaan zouden worcen. De heer van Kuijck informeert of de nevenfuncties tijdens kantooruren geschieden of daarna. Hierop antwoordt de voorzitter dat dit verschillend is. Hij stelt ae raad de vraag of iemand stemming wil. Het raadslid J.Rombouts vraagt een duidelijke uitspraak hoe en waarvoor gestemd moet worden. Wethouder Kuijpers deelt hierop mede dat er een overleg komt tussen burge- j meester en wethouders met de commissie van financien en daarnaast de ambtenaren over de situatie zoals die gegroeid is of misgroeid is bij sommige functies. Het is een toelage die men krijgt voor de nevenfuncties en de toelage wordt procentueel steeds weer verhoogd. De heer Heeren zegt dat de heer Kuijpers wel overleg wil met de commissies maar wil de raad nu al de bevriezing laten vaststellen. Hij is het hie., niet mee eens. -blad 7-

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1974 | | pagina 29