2 -
Voorgesteld wordt de ingekomen bezwaren ongegrond te verklaren en
het ontwerp-bestemmingsplan "Fort-Oranje" ongewijzigd vast te stel
len.
5- VASTSTELLING LOZINGSVERORDENING RIOLERING.
Op 1 december 1970 is de wet verontreiniging oppervlaktewateren in
werking getreden. Deze wet geeft regels in verband met het tegengaan
en het voorkomen van verontreiniging van oppervlaktewateren.
In het stelsel van de wet is een vergunning nodig voor het met behulp
van een daarvoor bestemd werk (direct) in oppervlaktewateren brengen
van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen.
Het afvalwater dat door middel van een gemeentelijk rioolstelsel wordt
afgevoerd moet aan zekere eisen voldoen. In geval met dat rioolstel
sel rechtstreeks op een oppervlaktewater wordt geloosd, zijn of worden
deze eisen geformuleerd in de vergunning ingevolge de wet verontreini
ging oppervlaktewateren. Deze voorschriften richten zich tot de beheer
der van het rioolstelsel, de gemeente. De gemeente zal evenwel als be
heerder van het rioolstelsel deze eisen weer moeten doorspelen aan de
genen (partikulieren en bedrijven) die op het rioolstelsel zijn aange
sloten.
Het ontwerp bevat in de eerste plaats algemene regels voor het lozen op
de riolering. Daarnaast kunnen burgemeester en wethouders krachtens de
verordening nadere regels stellen met betrekking tot het lozen op de
riolering van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen,
voor zover dat geschiedt in de uitoefening van een bepaald beroep of
bedrijf. Te denken valt b.v. aan een verplichting tot het aanbrengen
van olie- en vetafscheiders voor bedrijven als garages en restaurants.
Voor het lozen van stoffen uit inrichtingen waarvoor niet met voor
schriften van algemene aard kan worden volstaan, kent het ontwerp ten
slotte een vergunningstelsel.
Verwezen wordt naar de toelichting op het ontwerp, dat in het agenda
dossier ter inzage is gelegd.
Voorgesteld wordt de lozingsverordening riolering conform het in het
agendadossier neergelegde ontwerp vast te stellen.
6- VASTSTELLING EERSTE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING.
De wijzigingen houden verband met de aanmerkingen van gedeputeerde
staten op de vaststelling van de verordening en de wijzigingsvoorstel-
len van de afdeling Noord-Brabant van de Vereniging van Nederlandseh
Gemeenten.
Voorgesteld wordt te besluiten conform de in het agendadossier neerge
legde ontwerp-verordening.
7- TOETREDING TOT DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING "HET SAMEFJERKINGSVER
BAND VÜOR AUTOMATISERING VAN DE OVERHEIDSADMINISTRATIES IN MIDDEN- EN
WEST BRABANT.
In de vorige vergadering is de verwerking van de gegevens ten aanzien
van de onroerend-goedbelasting aan de orde ge\\feast. Het is wenselijk
om te gaan deelnemen aan voormelde gemeenschappelijke regeling.
- Daardoor -