-blad 6-
De voorzitter ie van mening dat de bevolking van Rijsbergen niet een
dergelijke mentaliteit heeft dat zij overal stortplaatsen maken. Ook bij
nabuurgemeenten xijn informaties ingewonnen en ook zij komen allemaal rond
ditzelfde idee Het is thans gebleken dat met name in de bebouwde kom veel
mensen geen plastic zakken kopen van 30 cent. Hierdoor kunnen wij met dit
systeem niet doorwerken, want het vuil wordt toch wel ergens opgehaald,
desnoods stoppen ze het vuil bij anderen in containers.
Het lid Heeren verwacht dat de gemeente de mensen steeds meer tegen krijgt
met de dwang van de belasting.
De voorzitter is het hier niet mee eens, want de belasting moet men betalen.
De heer Hendrickx verwacht een zakkenhandel omdat er mensen zijn die maar
50 zakken per jaar nodig hebben en de rest dan gaan verkopen.
De voorzitter ziet dit niet zo zwaar in, maar als dat zo zou zijn dan zijn
de bezwaren van de heer Heeren opgelost, aldus de voorzitter. Hij is van
oordeel dat met deze belasting een zware post in de begroting is gedekt en
vindt dat een belangrijke factor.
De heer Hendrickx is het wel eens met een verhoging, maar is wel tegen een
zo'n forse verhoging.
De heer van Kuijck informeert of dit in gelijke tred is met de omliggende
gemeenten. De voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
De heer Daamen vraagt wat er gebeurt voor de mensen die niet in de route
zitten.
Deze betalen 00 cent voor een zak, aldus de voorzitter, en brengen de zakken
naar de route. De wagen komt ook buitenaf, ofschoon niet overal. De vorige
maal is al gesteld dat men gelukkig is dat er buitenaf een route gekomen is.
Hierna stelt de voorzitter voor om het voorstel in stemming te brengen. De
raad gaat hiermee accoord.
Het verloop der stemming is als volgt:
heer Nooren: voor; heer Daamen: voor; heer Braspennincx: voor; heer Hendrickx:
tegen; heer Heeren: tegen; heer Rombouts: voor; heer Kuijpers: voor; heer Goos:
voor; heer Kennis: tegen; heer Huijbregts: voor; heer van Kuijck: voor
Het voorstel van burgemeester en wethouders is hiermede aangenomen met stem
men vóór en 3 stemmen tegen.
10a.Voorstel van burgemeester en wethouders tot het aangaan^^_^n^£M=£SlM
mêtTde Bank voor Nederlandse Gemeenten voor een bedrag,van f. 150* OPP^rr*.
De voorzitter deelt mede dat dit agendapunt later is toegevoegd en stelt de
raad voor deze overeenkomst van geldlening aan te gaan.
De raad gaat hiermede akkoord en besluit tot het aangaan van de voorgestelde
■geldlening.
11, Behandeling van eventueel ingekomen schriftelijke vragen.
De heer Goos heeft een schriftelijke vraag ingediend of in Rijsbergen een lijst
van monumenten aanwezig is en zo ja, wat op deze lijst is vermeld.
- De voorzitter deelt hierop mede dat al jaren een zodanige lijst aanwezig is
en *telt voor om deze lijst na de vergadering in te zien.
De "heer van Kuijck heeft schriftelijk de vraag gesteld of het mogelijk is om
het gesprek met Breda en Nieuw-Ginneken betreffende de Galderse Meren op tijd
te bewerkstelligen.
De voorzitter geeft hierop als antwoord dat het college van burgemeester en
wethouders, op aandrang van de raad, in het begin van dit jaar het gesprek
geopend heeft met Breda en Nieuw-Ginneken. Hierover is destijds een klem
verslag uitgebracht aan de raad. De hoofdzaak was toen^dat de gronden lagen
op grondgebied van Nieuw-Ginneken, maar dat de financien voor het grootste
gedeelte moesten komen van Breda. Deze gemeente had in de begroting mets
opgenomen en kon geen krediet krijgen voor de eerste voorzieningen. De gemeente
Breda heeft toegezegd om in de begroting 197^ te proberen om dit bedrag op te
nemen opdat de eerste beveiligingen en accomodatie die nodig zijn te treffen.
T r, ft