I I -3- Raad 14 december 1972 Mijnheer de voorzitter, Namens de samenwerkende politieke groeperingen in de gemeenteraad zou ik gaarne in het algemean iets willen zeggen inzake het ondernavige onderwerp. Als basis hiervan zou ik willen nemen de aanbidingsbrief van Uw college,' de prioriteitenlijst, het rapport van de commissie v en financiën en het antwoord hierop. Wij staand thans op de helft van de politieke rit van deze raad. In de afgelopen twee jaren heeft het college in nauw overleg met de raad een bepaald beleid uitgestippeld, waarvan de vruchten thans kunnen worden geplukt. Het is een verheugend feit, dat Rijsbergen zich met meer elan gaat vertonen en zich ondanks de grote financiële problmen een duidelijk öiilijnd doel nastreeft in het algemeen belang. Duidelijk komt naar voren de wens van de raad naar meer welzijn van de ingezetenen. Veel lof zou ik derhalve willen toezwaaien naar de wethouders, die onder moeilijke om standigheden enorm veel tijd in dit werk steken. In deze twee jaar is er een goed samenspel tussen de raad en het college gekomen, waardoor het kxe± praktisch niet mogelijk is, dat er een conflict onètaat tussen de raad en het college. Dit is misschien wat spijtig voor de sensatiejagers, die gaarne zouden zien, dat wij wat meer met^Vuist op tafel zouden slaan. Maar er valt niet te slaan indien de raad zich kan verenigen met het door de raad uitgestippeld beleid, dat door het college van burgemeester en wethouders wordt uitgevoerd. Dat de raadsvergaderingen daarom wat mat worden, kindt misschien zijn oorzaak in het meer frekwent vergaderen van de raadscommissies. Meerdere malen is door derden gevraagd waarom men nog niet overgaat op f openbare commissievergaderingen. Ik meen dat hier, gezien de veranderde mentaliteit, nog een grote voorzichtigheid is geboden. Allereerst zie ik als nadeel, dat bij openbaarheid de partijpolitiek gaat prevaleren boven het algemeen belang. Men durft niet vrij uit te spreken, terwijl daarnaast de toegevoegde ambtenaren het wel uit hun hoofd zullen laten bij openbare vergaderingen het achterste van hun tongte laten zien. Derhalve zal men dan weer voorvergaderingen houden om toch enige informatie te verkrijgen. Wel ben ik voorstander van snel opmaken van de verslagen, die naast toezending aan de raadsleden ook kunnen worden gepubliceerd. Overigens zal een duidelijke afbakening van de bevoegdheden van de commissies moèen komen, waardoor het niet mogelijk is op elkanders terrein te komen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1972 | | pagina 68