In het bezwaarschrift staat, aldus de heer Kuijpers, dat er geen overeenstemming is tuésen eigenaar en campingbeheerder. Het is dan ook geen gemeentebelang om die percelen op te nemen in het plan. Reclamant wil een loopstal plaatsen en een melktank aanleggen. Dit wil zeggen dat bij ongegrond verklaring van het bezwaarschrift reclamant in de uitoefening van zijn bedrijf onnodige schade ondervindt. Voorgesteld wordt om genoemde percelen uit het plan te lichten. De aandacht wordt gevraagd door 16 ondertekenaars voor de groengordel. Bij goedkeuring van het plan zal deze minimaal 10 meter breed moeten worden terwijl deze voldoende 'hoog zal moeten opgroeien aldus de heer Kuijpers. De voorzitter verwijst de bezwaren van hinderlijkeafvallen zoals blikjes e.d. naar de politie. Hij deelt voorts mede dat burgemeester en wethouders volledig accoord zijn met het advies der commissie, d.w.z. ook weglating van de reeds genoemde percelen. De heer Goos wil opgenomen zien dat nieuwe agrarische vestigingen niet extra belast mogen worden door aanwezigheid van campings. Na eentoelichting door de voorzitter kan dit voorstel vervallen waarbij de heer Kuijpers opmerkt dat er ten allen tijde rekening gehouden moet worden met de Hinderwet. Toch blijven enkele sprekers van oordeel dat er voor genoemde agrarische vestigingen geen extra verzwaring geëist mag worden. Wat de hinderwet betreft maakt het naar de mening van de heer Kuijpers wel verschil of de agrarische bedrijven wel of niet in de nabijheid van de camping liggen. In het eerste geval zullen de bezwaren talrijker zijn. Naar de mening van de voorzitter blijft men dit ten allen tij e houden bij uitbreiding van de kom naar het landelijk gebied. De heer Kennis merkt op dat bij alle bezwaarschriften rekening is gehouden met de stand van nu. De heer Kuijpers vindt het jammer dat nog onvoldoende het verschil gezien wordt tussen een bestemmingsplan en de exploitatievergunning. Het bezwaar van een wegge tje in een ingediend bezwaarschrift is geen kwestie van bestemmingsplan maar van burenrecht. Conform het voorstel van de commissie worden de ingediende bezwaarschriften tegen het ontwerp bestemmingsplan wt Oekeltje" ongegrond verklaard, met uitzondering van het bezwaarschrift van de heer J.Rombouts, Breedschotsestraat 6, dat deels gegrond wordt verklaard in die zin, dat meergenoemde percelen niet in het plan worden opgenomen. 12. Vaststelling van het bestemmingsplan "Kampeerbedri.jf Fort Oranje". De voorzitter deelt mede dat er in totaal 14 bezwarenzijn ingekomen. Ook dit plan is ernstig onderzocht. De heer Kuijpers geeft een toelichting op het advies van de commissie. Hij zegt dat de zaak ten opzichte van Fort Oranje anders ligt. Het is hier een nieuwe zaak en één gebied omsloten door wegen. Ten aanzien van het verkeer moet de zaak ook anders worden bekeken. Hij vindt de inhoud der bezwarenwel dubieus en er zijn mensen geweest die "maar" wat geschreven hebben. De commissie neeft het betreurd dat er gesteld wordt dat vele terreinen privé zijn die daardoor weinig kunnen worden gebruikt voor kamperen, doch het zou te ver gaan om dit als contra tegen een camping te gebruiken. De commissie heeft het betreurd dat bordjes met "verboden toegang" vooral voor de stedelingen worden gebruikt. Men moet dan ook niet anderen aanvallen. De groengordel ter plaatse wordt niet doorbroken. Integendeel, door de aanleg van een nieuwe groengrondel wordt het fraaier. Er wordt verbetering in plaats van afbreuk gedaan.Wel is de commissie getroffen door uitlatingen voor campingbewoners zoals: potentiële indringers, onrustverwekkers, besmettelijke ziekte verwekkers enz. Het rneerendeel der bewoners van stacaravans zal het weekend daarin doorbrengen. Er zijn grote investeringen gedaan. Kwalificatie is dan ook onjuist. Het bezwaar van Rijkswaterst aat dat er een enkele luxe wagen afslaat is geen goed argument zolang vrachtwagens de parallelwegen blokkeren. De oprit van Rijkswege j?8^isnog onzeker. Aan de orde is niet de toekomst, maar het bestemmingsplan zoals er dat nu ligt. Aan riolering en afvalwater worden eisen gesteld. De bezwaren zijn niet aantoonbaar. Een bezwaarder zag liever dat de heer van Alphen elders zou beginnen; bij de Galderse Meren. Een ander ongegrond bezwaar is dat alleen de campingwinkel en winkeliers in Breda er baat bij zullen hebben en niet de middenstanders in Rijnbergen. Het is zeer goed mogelijk dat er ook in Rijsbergen gewinkeld zal worden. Het zijn allemaal voorbarige argumenten welke met de bestemming niet te doen hebben. Er kan niemand de commissie verwijten dat zij de. zaak niet serieus heeft1' bekeken. Tot besluit zegt de heer Kuijpers namens de commissie dat de toekomstige exploitant sterkere papieren heeft dan de gehele raad.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1972 | | pagina 54