Het is de vraag hoe men dit moet gaan dóen, ook voor de milieuverontreini ging. De heer Kuijpers informeert of er spoedig een rapport van de cie. openbare werken kan worden verwacht inzake verbetering der quartaire wegen, nu burgemeester en wethouders menen dat de suggestie van de commissie van financie thuis behoort in de eerstgenoemde commissie. De voorzitter zegt toe dat een dergelijk rapport spoedig verwacht kan worden. Het lid Kuijpers merkt t.a.v. de emolumenten op dat dit in de commissie beslist niet is gezien als een persoonlijke kwestie. Nu burgemeester en wethouders hebben geschreven dat de betrokken ambtenaar met de werkzaamheden belast blijft heeft de commissie geen bezwaar tegen deze emolumenten. De voorzitter kan de heer Kuijpers gerust stellen dat burgemeester en wethouders het ook niet als een persoonlijk iets hebben beschouwd. De heer Kuijpers is wel enthousiast voor een nationale boomplantdag doch Jieeft geconstateerd dat het resultaat slecht is geweest. De voorzitter bevestigt dit, doch wijt het aan de droogte waaraan ook hij niets kan veranderen. Wethouder Rombouts deelt mede dat de boompjes kosteloos worden vervangen. De heer Kuijpers informeert vervolgens of burgemeester en wethouders al iets nader kunnen zeggen over de rioolwaterzuiveringsinstalla tie, eventueel gecombineerd met de gemeenten Zundert en Breda. De voorzitter antwoordt dat Rijsbergen zijn plan heeft ingediend als D.A.C.W.object. Gezien de ligging van Zundert stroomopwaarts is een combinatie met deze gemeente onmogelijk. Dat was ook de reden dat Rijsbergen deutijds geen installatie bouwde. De heer Kuijpers vraagt zich a.L wat het duurste zal zijn: de eigen zuiveringsinstallatie of een persleiding naar Breda. De voorzitter voelt er meer voor te wachten totdat de zuivering verplicht wordt gesteld; men heeft dan ook meer kans op een financiële tegemoetkoming. De heer Kuijpers denkt dat een persleiding goedkoper is dan een individuele zuiveringsinstallatie. De voorzitter kent de ellende en het verdriet van de persleiding van Breda naar het Hollands Diep en vraagt zich af of het dan niet beter is een eigen installatie te bouwen. De heer Kuijpers suggereert om te spreken met het waterschap West-Brabant te Breda. Wethouder Rombouts vervolgt dat het plan van Rijsbergen reeds bij dit Waterschap bekend is. Bij hoofdstuk VII heeft de heer Kuijpersin het antwoord van Burgemeester en Wethouders gelezen dat de bewoner;: van het pand B.W.Gommersstraat 33 n0S niet bij de notaris is verschenen. Gezien het structuurplan zou het toch niet onverstandig zijn het raadsbesluit weer in te trekken, zoals vorige maal reeds werd gesuggereerd. Het is niet ondenkbaar dat het huis straks moet wonfen teruggekocht ter realisering van het beiiemmingsplanDe heer Kuijpers vraagt zich af ol het niet beter is deze woning onbewoonbaar te verklahen in plaats van verbeteringei aan te brengen. Wethouder Rombouts merkt op, dat de heer van der Velden voorlopig van koop afziet en stelt voor te laten onderzoeken of de woning^ onbewoonbaar verklaard kan worden, anders zit men met kosten van verbetering. De heer Kuijpers weegt de huidige toestand af tegen de toekomstplannen, d.w.z. de gemeente kan deze woning straks nodig hebben. De heer van Kuijck vraagt zich ook af wat er gebeuren gunt als de koop niet doorgaat, dan zullen er zeker kosten gemaakt moeten worden. De heer Goos stelt voor om de zaak netjes te laten hangen en afwachten of er een verzoek komt voor verbeteringen. Wethouder Rombouts stelt voor het onderzoek naar de onbewoonbaar verklaiing in te stellen. De heer Kuijpers stelt dat er twee belangen zijn, t.w. het belang van het gezin en het gemeentebelang. Hij vindt het beter om nu circa f 8.000,te besteden voor verbetering dan straks de woning zeer duur terug te kopen. De raad gaat er mede accoord het meergenoemde onderzoek te laten instellen. Bij hoofdstuk VII informeert de heer Kuijpers hoe het staat met de^ straataanlegbelasting nieuwe stijl en verwijst naar het rapport van 13 januari 1971, waarin de toezegging is gedaan deze belasting nieuwe stijl in een geheel nieuwe opzet voor te leggen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1971 | | pagina 93