iets aan de personele belasting veranderde. De afdeling financiën heeft daarop het rapport van de commissie van financiën gelicht en aan de inspectie de mededeling gedaan dat verhoging van deze belasting- gelet op het advies- niet in de lijn van de verwachtingen lag. In dit advies stond o.m. dat de met name genoemde belastingen dienden te worden verhoogd en dat voor anderen (w.o. de personele) geen verhoging nodig was. Men heeft dus aan de belastin gen gezegd dat die opcenten 220 zouden blijven. De heer Kuijpers merkt op dat de afdeling financiën in dit geval nooit met een raadsbesluit heefc kunnen komen omdat het besluit ieder jaar moet__worden vastgesteld, wat de voorzitter wel kan bevestigen, doch de financiële afdeling ter secretarie kon voldoende gegevens halen uit het meergenoemde rapport. De heer Kuijpers is van oordeel dat de fout bij de afdeling financiën lag, want de raad besloot tot vaststelling van 250 opcenten. Dat kon niet aldus de voorzitter, waarop de heer Kuijpers zich beroept op onwetendheid wat de voorzitter niet accepteert. De vaststelling moest vóór 1 juli plaats hebben vervolgt de heer Kuijpers waarbij de voorzitter inhaakt met de mededeling dat iedereen weet dat de aanslagen personele belasting in de maanden augustus t/m oktober worden verzonden. De heer Kuijpers is van mening dat dan het voorstel te laat is gekomen. Noch de raad, noch burgemeester en wethouders hebben er aan gedacht om de vaststelling te doen plaats vinden van deze typische belasting welke loopt van 1 juni tot 31 mei. De raad gaat er vervolgens mee accoord dat de verhoging naar 250 opcenten voor het eerst zal gelden voor het belastingjaar 1972/1973. De heer Kuijpers hoopt dat de verordening dan ook tijdig zal worden ingezonden. De voorzitter antwoordt hierop onmiddellijk dat hij verwacht dat de heer Kuijpers de zgn. termijnen van orde en sanctie kent. In de wet staat dat vóór 1 november de begroting vastgesteld en ingestuurd moet worden. Stel dat men dat niet doet. Dat betekent niet dat er sanctie op ligt, want dan behoeft men geen begroting in te sturen /Tien denkt er bij de Kroon en Gedeputeerde Staten eveneens zo over, omdat een vaststel ling op 17 juni toch wordt goedgekeurd. Maar 250 opcenten kunnen nu niet worden geëffectueerd aldus de heer Kuijpers. De voorzitter geeft hierbij een verwijt aan de commissie van financiën want als die in het rapport een advies tot verhoging van de personele Delasting had gegeven dan was zulks in de vergadering van februari of april aan de orde geweest. De raad was inmiddels van gedachte veranderd, naar de mening van de heer Kuijpers. De kwestie personeelsbeleid is in de vergadering van burgemeester en wethou ders bekeken. Tijdig vóór de vaststelling der begroting zal hierover ander maal een gesprek plaats hebben waarbij de heer Kuijpers aandringt op uiterlxj] 1 december a.s. de dag waarop de commissie van financien in principe wil vergaderen. De kwestie verkeersveiligheid is door burgemeester en wethouders aanvaard zoals in de vorige vergadering besproken. Burgemeester en wethouaers zijn accoord met de begrotingsvergadering op 30 december 1971» °P verzoek van de raad. Wethouder Rombouts heeft het model contract van de gymzaal uitgereikt aan de fractievoorzitters, t.w. de heren Ilendrickx en Kuijpers. Wat het contract met de voetbalvereniging betreft heeft men nog enkele overeenkomsten opgevraagd die enkele goede punten bevatten en die niet voorkomen in de overeenkomst van het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken en de voetbalvereniging "Bavel". Een van deze bepalingen is dat de terreinen in een bepaalde periode van het jaar niet mogen worden bespeeld. Toch zal het contra: van eerdergenoemde club grotendeels worden overgenomen. De heer Huijbregts informeert nog naar het verzoek van Voermans over de verharding van de Paandijksestraat. De heer Voermans kwam vorige week in de commissievergadering met een geheel ander voorstel. De heer Huijbregts informeert naar de uitslag in de vergadering van burgemeester en wethouders. /~Dit is een termijn van orde. Er staat niet dat men bij nalatigheid niet behoeft in te sturen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1971 | | pagina 80