3. De heer van Kuijck informeert of het gemeentebestuur al
stappen ondernomen heeft om meer woningen te bouwen als tege
moetkoming voor de middenstand. Minstens 300 woningen zouden
het verkeer dat straks omgeleid wordt moeten compenseren.
De voorzitter antwoordt hierop dat hij het op prijs had
gesteld indien de heer van Kuijck deze zaak met hem besproken
had en wijst er nogmaals op wat destijds de Commissaris der
Koningin vertelde bij zijn bezoek aan Rijsbergen. De provincie
heeft niet en kan ook niet helpen. Met veel moeite heeft de
voorzitter dank zij persoonlijke goodwill b woningwetwoningen
uit de poorten der hel kunnen slepen. Wat de heer van Kuijck
stelt is beslist onhaalbaar., aldus de voorzitter.
b, Is het toegestaan om op de volgende raadsvergaderingen een
bandrecorder mee te brengen en te gebruiken, aldus besluit
het lid van Kuijck zijn schriftelijke vragen.
De voorzitter heeft hiertegen ernstig bezwaar. Een raads
vergadering is een tè ernstige zaak en inwilliging van het
verzoek zou beneden de waardigheid van de raad zijn. Er worden
notulen g.,epiaakt waarop U eventueel op- en aanmerkingen kunt
maken. De fiteer van Kuijck antwoordt hierop dat zulks in andere
gemeenten wel eens plaats vindt, waarop de voorzitter besluit
dat dit in de groter», gemeenten alleen geschiedt door degene
die de notulen maakt en beslist niet door de leden. Het
naturistenstrand in spé op Texel kan voor Rijsbergen niet als
voorbeeld dienen, aangezien de N.T.S. hierbij niet aanwezig is.
HIERNA WORDT DE VERGADERING GESCHORST.
Te 16.- uur wordt de vergadering hervat en komt aan de orde:
10. Behandeling van het ontwerp streekplan West-Brabant en
het ontwerp facet-streekplan voor de natuurschoon en recreatie
gebieden in Noord-Brabant, door Ir.Gerritsma te Breda.
De voorzitter leidt dit agendapunt in met de vrees van de
provincie dat Rijsbergen mensen uit de naaste omgeving naar
die gemeente trekt. De Commissaris der Koningin heeft destijds
de gemeente gesteld voor een keus uit 3 mogelijkheden, t.w.:
1. zuiver agrarisch; 2. industrialisatie; 3« beperkte uit
breidingsmogelijkheid.
Wat wil de provincie? Deze wil een normale groei en geen
suburbanisatie vanuit Breda.
De heer Ir.Gerritsma vervolgt wat voor Rijsbergen het meest
belangrijk is, t.w. de plaats in het plan en de toekomst. Voor
deze gemeente is in het streekplan een groei-marche uitgedrukt.
Volgens het plan bestaat de kern in 1968 uit 2000 iwoners
(waarop is dit gebaseerd*^ en de verwachting voor I98O: 2500
ad 3000. Aan deze cijfers wordt weinig waarde gehecht. In het
sociografisch rapport van de heer Kwantes bestaat de kern in 1966
reeds uit 2200 inwoners. Aan de hand van dit rapport zal men
Gedeputeerde Staten op deze onvolledigheid attent maken. De heer
Gerritsma vervolgt dat men huiverig is ten aanzien van extra
impulsen. Rijsbergen kwalificeert men als leefbare kern; qua
functie als plaats welke mag uitgroeien als locaal centrum.