-5-
Deze stelt aan de orde de overige agendapunten, t.w.
3. INGEKOMEN STUKKEN:
A. Verzoek van het Bestuur van de Stichting voor Algemeen
Maatschappelijk Werk en Gezinszorg Zundert-Rijsbergen tot het
verkrijgen van een extpa subsidie in het exploitatietekort
over 1968 ad f. 5573-06.
De voorzitter deelt mede dat de gemeenten Zundert en
Rijsbergen in het verleden deze stichting mede hebben tot
stand gebracht» Tot op heden is gebleken dat deze goed en
nuttig werk doet. Ook de raad levert hiervan het bewijs door
de gevraagde bijdrage beschikbaar te stellen.
BVerzoolt 7an burgemeester en wethouders van Huijbergen tot
adhaesiebetuiging betreffende de klasse-indeling voor de
salariëring.
De raad besluit adhaesie te betuigen.
C. Verzoek van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom
tot adhaesiebetuiging inzake de vestiging van de 8e medische
faculteit in Noord-Brabant
De raad besluit deze adhaesie te betuigen waarbij de voor
zitter mededeelt dat dit verzoekschrift reeds is achterhaald
door het feit dat deze faculteit in Maastricht z< komen.
DCirculaire van de Minister van VoIkshuisvesting en Ruim-
telijke Ordening inzake intrekking Woonruimtewet 19^7»
De voorzitter licht hierbij toe dat de bevoegdheid van
het gemeentebestuur tot het vorderen van woonruimte per
1 oktober 1969 komt te vervallen en dat men sinds die datum
geen toestemming meer behoeft tot het betrekken van woon
gelegenheid. Schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
E. Verzoekschrift van het bestuur der stichting katholiek
onderwijs alhier tot het verkrijgen van medewerking ingevolge
artikel 72. der Lager onderwijswet 1920 voor het aanschaffen
van een nieuwe leesmethode voor de eerste klas der R.K.Jongens
school voor g.l.o.. met voorstel van burgemees ter en wethouders
het gevraagde crediet van f. 2373175 besohikbaar te stellen
Onder beschikbaarstelling van het crediet besluit de raad
de gevraagde medewerking te verlenen.
F
q' Beide punten werden reeds behandeld. Zie hiervóór.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot le wijziging
van de verordening regelende de vergoedingen voor de leden
van de gemeentelijke vrijwillige brandweer
De heer van Kuijck heeft vernomen dat de ondercommandant
en bevelvoerder bij de laatste uitbetaling meer in handen
kregen dan de commandant en vraagt hierover een toelichting.
De heer Hoppenbrouwers vraagt of de ondercommandant die in
gemeentedienst is toch de vergoeding betaald krijgt bij branden
tijdens gemeentedienst en zo ja, dan vindt hij dit een hyaat.
De voorzitter antwoordt hierop dat de gehele zaak op vrij
willige basis moet worden gedaan en dat het gemeentebestuur
al bijzonder blij is dat er vrijwilligers zijn die zich be
schikbaar stellen. Burgemeester en wethouders zullen voorts
de kwestie van van Kuijck bekijken en nagaan in hoeverre dit
geregeld kan worden in overeenstemming met wat van hogerhand