-3-
niet zou worden toegepast. De heer Rombouts antwoordt daarop dat
men de bestaande straten toch niet opder deze verordening mag
brengen. Zijns inziens is de verordening niet juist en zou de
raad een dergelijk voorschrift nooit hebben vastgesteld indien hij
op de hoogte was van de inhoud daarvan. De voorzitter vraagt of
andere leden het woord wensen, waarop de heer Kennis vraagt of
iedere gemeente een aparte regeling heeft, hetgeen de voorzitter
bevestigt en twijfelt beslist niet aan de rechtsgeldigheid der
verordening welke de koninklijke goedkeuring heeft verkregen. Op
voorstel van burgemeester en wethouders wordt vervolgens afwijzend
beschikt op de ingediende bezwaarschriften. De voorzitter zegt
aan de leden toe in een nader schrijven op deze zaak terug te komen
met name over de uitlog artikel 282 gemeentewet/verordening op
de straataanlegbelastxng. De raad kan zich hiermede verenigen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van maat
regelen om te komen tot levering van aardgas in deze gemeente.
De voorzitter deelt mede, dat de gemeente Rijsbergen wat achteraf
komt met deze nutsvoorziening omdat er gewacht is op de distributie
van aardgas en is verheugd in deze vergadering antwoord te kunnen
geven op hetgeen de heer Braspennincx in een vorige vergadering naar
voren bracht. De voorzitter zegt dat het meer effectief is met de
gemeente Breda samen te werken dan met Intergas uit Oosterhout, gezien
de service en de ligging van Rijsbergen ten opzichte van Breda. Het is
uitermate prettig dat Rijsbergen geen f. 500.000,op tafel behoeft
te leggen en dat de administratie en inning door Breda geschieden.
Deze gemeente beschouwt de levering van aardgas in Rijsbergen als een
uitbreiding van Breda, waarbij Rijsbergen in de boekhouding van het
gasbedrijf een aparte post gaat uitmaken. Het Breda is wel bedongen
dat de plaatselijke fitters worden ingeschakeld en dat de behaalde
winst wordt aangewend voor de uitbreiding van het net alhier. Voor het
verstrekken van inlichtingen zijn op verzoek van burgemeester en wet
houders ter vergadering verschenen de heer van Kampen, directeur van
het gemeentelijk energie- en waterleidingbedrijf te Breda en een van
zijn medewerkers, de heer van der Meer. De heer van Kampen geeft een
duidelijke uiteenzetting, waarbij op de gestelde vragen en afdoend
antwoord wordt gegeven. De directeur is van mening dat de levering van
aardgas in de gemeente Rijsbergen nog vóór de winter 1968 kan worden
tegemoet gezien. Vervolgens besluit de raad om met de gemeente Breda
een gemeenschappelijke regeling aan te gaan tot levering van aardgas,
waarna de voorzitter de raad complimenteert met dit voor zijn gemeente
belangrijke besluit.
Na dit agendapunt stelt de voorzitter dat het de leden bekend
moge zijn dat binnenkort door Rijkswaterstaat een begin wordt gemaakt
met de aanleg van parallelx^egen. In nader overleg met hogere instan
ties en gezien de belangstelling voor het oprichten van woningen op
de gronden gelegen ten oosten van de rijksweg aansluitende aan het
bestaande uitbreidingsplan in onderdelen (de Kouter)stellen burge
meester en wethouders voor de mogelijkheid te scheppen aldaar woningen
op te richten en de planoloog opdracht te geven tot detaillering van
een plan. De raad kan zich hiermede verenigen. Voorts deelt de voor
zitter mede dat bij de laatste herziening van het bestemmingsplan ver
zuimd werd een gedeelte op te nemen dat gelegen is tussen het gepro
jecteerde nieuwe sportpark en de bestaande Hooibergstraai en Laguiten-
sebaan. Op voorstel van burgemeester en wethouders -B-gehoord de
planoloog- besluit de raad voor genoemde gedeelten de voorbereiding
te bepalen tot herziening van het bestemmingsplan.