Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente
RIJSBERGEN gehouden op Zaterdag 15 april 1967 des voormiddags te
10.00 uur in de raadzaal van het gemeentehuis.
Aanwezigs MrJ.J.G.K.Raaijmakersvoorzitter? A.Hendrickx en J.P.S.
Rombouts, wethouders? A.A.Martens, G.Bastiaansen, L.J.Hoppenbrouwers
A.J.C.Heeren, P.F.A.Kennis, C.A.Daamen, C.A.P.RomboutsW.J.M.Simonis
en A.J.Braspennincx, leden.
1 Opening met het gebed.
Na de gebruikelijke opening stelt de voorzitter aan de ordes
2Vaststelling van de notulen van de vergadering van 11 februari en
27 februari 1967»
Deze worden conform het toegezonden ontwerp vastgesteld.
3. Ingekomen stukken.
AVerzoek van het bestuur der heemkundige kring "De drie heer
lijkheden" Zundert-Rijsbergen tot het verkrijgen van een subsidie
voor 1967»
Het door burgemeester en wethouders voorgestelde bedrag van
f. 50,wordt door de raad vastgesteld.
B. Verzoek van het bestuur der Stichting Katholiek Onderwies
alhier tot het nemen van maatregelen om te komen tot een veilige
oversteekplaats voor de schoolkinderen.
De voorzitter deelt mede, dat deze zaak al meerdere malen
heeft gespeeld en dat er vroeger al contacten zijn geweest met de
plaatselijke politie en Rijkswaterstaat. Op verzoek van het Hoofd der
plaatselijke politie is bij de stukken ter inzage gelegd een rapport
van de plaatselijke postcommandantAl moge blijkens deze rapportering
het inzetten van verkeersbrigadiertjes geen afdoende oplossing zijn,
toch meent de voorzitter dat de huidige gang van zaken toch wel
bevredigt en tekent hierbij aan dat ook in andere gemeenten dergelijke
verkeersregelaars meer en meer worden aangetrokken.
De gesuggereerde wijziging zou een gemeente als Rijsbergen veel
geld kosten waarbij het plaatsen van één verkeerslichteninstallatie
op ruim f. 30.000,moet worden gesteld. Het is voorts de vraag of
deze zaak bij Rijkswaterstaat haalbaar is. In Zundert en Hernhout
speelt hetzelfde probleem. Uit ervaring is evenwel bekend dat Rijks
waterstaat in het algemeen negatief staat tegenover het plaatsen
van verkeerslichten. Destijds zijn de verkeersbrigadiertjes op
voorstel van de gemeenteraad ingeschakeld en is door de gemeente
voor hen een ongevallenverzekering afgesloten, binds de invoering
hebben er gelukkig geen ongevallen plaats gehad en is in het reg
lement verkeersregels en verkeerstekens per 1 januari 1967
status van verkeersbrigadier wettelijk geregeld. De voorzitter
vreest dat er bij Rijkswaterstaat wel bezwaren zullen rijzen nu
de wettelijke regeling is ingevoerd. Het gaat nu goed en de practijk
ervaart dat ook bij rood licht en op voetgangersoversteekplaatsen
ongelukken gebeuren. Burgemeester en wethouders zien in het plaatsen
van verkeerslichten geen verbetering en stellen voor de bestaande
toestand te handhaven.
Het lid C.Rombouts zegt dat het slechts een veronderstelling
is dat Rijkswaterstaat niet meewerkt, waarop de voorzitter antwoordt
dat deze weigering vaststaat. Genoemd lid vraagt voorts of Rijks
waterstaat dan de verantwoording neemt en acht het gewenst dat
deze instantie kennis neemt van het rapport van do rijkspolitie.
De voorzitter antwoordt hierop dat Rijkswaterstaat nimmer een ver
antwoording neemt en dat hij wel bereid is de mening van de
gemeenteraad aan Rijkswaterstaat voor te leggen