-3- 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlenen van eervol ontslag als gemeente-ontvanger aan de heer J.J.P. Oostvogels, met gelijktijdige benoeming tot kassier door bur gemeester enwethouders t zulks per 1 nanuari 1967» De voorzitter deelt mede, dat reeds vorig jaar besloten werd de financiële zaken der gemeente te splitson in administratief en financieel gedeelte. Dit besluit kwam tot stand mede op algemeen verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, het college van Gedeputeerde Staten en het Verificatiebureau van de vereniging van Nederlandse gemeenten. Door do recente wijziging van de ge meentewet (artikel 127 e.v.) hoeft deze regeling een wettelijke basis gekregen. Het is beslist niet genomen als wantrouwen in een bepaald persoon, aldus de voorzitter. Een dergelijke scheiding wordt algemeen voorgestaan om fraudes te voorkomen. Nu de goed keuring bij besluit van Gedeputeerde Staten is verkregen moet de gemeenteraad binnen drie maanden een beslissing nemen. Do voor zitter deelt mede dat er diverse besprekingen zijn geweest met hot bestuur van de plaatselijke Boerenleenbank en afgevaardigden van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank. Ook de heer Oostvogels zelf hooft enkele besprekingen bijgewoond. Partijen stemmen volledig in met do nieuwe regeling. De heer Oostvogels hoeft geen enkel financieel nadeel. De Boerenleenbank geeft een suppletie op het salaris als kassier dor Bank. De I.Z.A. en pensioenregeling zijn eveneens in gunstige zin voor do heer Oostvogels geregeld. De heer Hoppenbrouwers vraagt waarom de nieuwe regeling niet per 1 mei 1966 is ingegaan zoals destijds in de raad is besproken. De voorzitter antwoordt hierop dat dit niet mogelijk is gebleken gezien de financiële aspecten. In overleg met Gedeputeerde Staten is thans 1 januari 19^7 vastgesteld. De heer C.Rombouts acht do motivering van de scheiding zoals de voorzitter diev heeft gesteld niet geheel juist en verwijst naar de recente gebeurtenis in de gemeente Breda. De voorzitter antwoordt hierop dat men in derge lijke gevallen beslist niet mag generaliseren. De heer Martens is er verheugd over dat deze aangelegenheid in vrede is opgelost. Op voorstel van burgemeester enwethouders besluit de raad aan de heer Oostvogels per 1 januari 19^7 op de moest eervolle wijze ontslag- te verlenen als ontvanger dor gemeente onder dankzegging voor de vele diensten welke hij de gemeente Rijobergen heeft beuezen. Burgemeester en wethouders zullen deze dank overbrengen aan de heer Oostvogels en hem per 1 januari 19^7 benoemen tot kassier. 6Voorstel van burgoneesjber en wethouderstot het vaststellen van een straatnaam voor de straat welke is geleden ten zuiden van de Verlengde Sportparkstraat. Burgemeester en xethouders stellen voor deze straat te noemen naar de enige katholieke prinses. Aangezien deze straat in de toe komst de verbinding gaat vormen met het nieuwe sportpark zou het lid Kennis graag zien dat deze straat genoemd zou worden naar een vooraanstaande sportman of sportvrouw. De voorzitter zou dan willen wachten tot vanmiddag de wereldkampioenschappen schaatsenrijden zijn verreden. De heer C.P.ombouts is van mening dat de wijziging van Riston in J.E.ICennedystraat nog niet in het spraakgebruik is opgenomen. De raad kan zich met het voorstel verenigen en besluit de onderhavige straat "Irenestraat" te noemen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1967 | | pagina 3