Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Rijsbergen gehouden op Vrijdag 29 April 1966, des namiddags te 2,30 uur, in de raadzaal van het gemeentehuis alhier- Aanwezig; Mr. J.J.G.H. Raaijmakers, voorzitter^ A. Hendrickx en J.F.S. Rombouts, wethouders5 J. Vermeeren, A.A. Martens, P. Hendrickx, L.J. Hoppenbrouwers, A. Braspennincx, A. Heeren, P.F.A. Kennis, M. Meijwaard, leden. Afwezig met kennisgeving; G. Fastiaansen. Opening. De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet de leden van harte welkom. Vaststelling notulen. De notulen der vergadering van 14 Maart j.l» worden ongewijzigd vastgesteld. Verzoek van de R.K. Middenstandsvereniging alhier tot het verplaatsen van de weke lijkse koopavond van Donderdag naar Vrijdag. Mede gelet op het advies van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant te Breda besluit de raad de wekelijkse koopavond vast te stellen op Vrijdag. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlenen van eervol ontslag als gemeente-ontvanger aan de heer J.J.P. Oostvogels, wonende Sint Bavostraat 39s alhier, met ingang van 1 Mei 1966. Naar aanleiding van het voorstel van burgemeester en wethouders om de heer J.J.P. Oostvogels per 1 Mei 1966 eervol ontslag te verlenen als gemeente-ontvanger en hem tevens gelijktijdig te benoemen tot kassier der gemeente, merkt het lid A.A. Martens op dat hij zonder meer niet genegen is accoord te gaan net dit voorstel. Hij vroeg waarom het gemeentebestuur niet eerst uitvoerig geproken had met de heer Oostvogels. De voorzitter antwoordt hierop dat het ondoenlijk is om opnieuw alle besprekingen met de Boerenleenbank te herhalen. Hij wijst wel op enige belangrijke punten. Toen destijds het gemeentebestuur in onderhandeling wilde treden met de Boerenleen bank en dus ook met de heer Oostvogels is van de zijde van de Boerenleenbank met grote nadruk verzocht om deze kwestie te laten uitgaan van de Centrale Boerenleen bank zelf. Deze had reeds vele jaren ernstige bezwaren tegen de combinatie kassier boerenleenbank/gemeente-ontvanger. Deze bezwaren bestonden bij de gemeente ook reeds lange tijd, temeer omdat het gemeentebestuur het onredelijk en onbillijk vond dat de kindertoelage etc. volledig betaald werd door de gemeente, terwijl de ontvanger in vergelijk met de Boerenleenbank, veel en veel minder werk gerekend in tijd, voor de gemeente verricht. Dit is reeds jaren als een onbillijkheid gevoeld, aangezien het salaris van kassier hoger is dan het ontvangerssalaris. In 2 gesprekken met de Inspecteur en de Hoofdinspecteur van de Boerenleenbank werd tussen het gemeente bestuur en de Boerenleenbank op lcyale en prettige wijze volledige overeenstemming bereikt en werd nauwkeurig overeengekomen dat de heer Oostvogels financieel niet de dupe zou mogen worden van een functie-wijziging. Als resultaat van de besprekingen, door beide partijen volledig aanvaard, werd vastgesteld dat de gemeente voor de kassierswerkzaamheden f 5000,zou betalen en dat de Boerenleenbank het kassiers salaris zou optrekken tot een niveau dat de heer Oostvogels geen financieel nadeel zou berokkenen. Bovendien werd namens de Centrale Boerenleenbank toegezegd dat de volledige kosten van kindertoelage, kinderbijslag etc. volledig zouden komen voor rekening van de Boerenleenbank. Er was voor de heer Oostvogels geen enkele reden om de nieuwe regeling niet te aanvaarden temeer niet omdat het hier een afspraak gold tussen zijn beide werkgevers, waarbij de financiële positie van de heer Oost vogels volledig veilig werd gesteld. De voorzitter merkt verder op dat de eventuele moeilijkheid die er nog zou zijn naar de mening van het gemeentebestuur hoofdzake lijk te zoeken is in het moeilijke karakter van de heer Oostvogels, die zonder meer natuurlijk niet door het gemeentebestuur wordt ontslagen, maar van wie verwacht mag worden dat hij loyaal zal medewerken aan een functie-wijziging zoals die door zijn beide werkgevers werd overeengekomen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1966 | | pagina 9