Het lid P.F.A. Kennis meent dat de bewoners buitenaf al f 7000?betaald hebben aan belasting zonder van een verbetering iets gemerkt te hebben. Als antwoord daarop volgt dat ook in de bebouwde kom straatbelasting e.d. geheven wordt. Daar komt nog bij dat toekomstige bouwers die geen grond van de gemeente kopen een hoog bedrag aan straataanlegbelasting verschuldigd zijn. Op verzoek van de voorzitter geeft wethouder A. Hendrickx de overige leden een duidelijke uiteen zetting van de stand van zaken met betrekking tot de plannen der ruilverkaveling. De mogelijkheid om alles op korte termijn te realiseren is uitgesloten aldus de wethouder. De heer J.H. Vermeeren veronderstelt dat er toch wel iets meer gedaan kan worden aan de zandwegen. Men zit momenteel stil. Het raadslid P.F.A. Kennis is van mening dat de kippenmesterij van Martens in de Gelderdonksestraat stil komt te liggen wanneer niet op korte termijn met de verbetering van deze straat begonnen wordt. Het lid J.H. Vermeeren zegt altijd gezwegen te hebben, doch pleit nu toch wel bijzonder voor verharding. Desnoods moet de financiering gevonden worden in een verhoging van de straatbelasting of de invoering van een speciale baatbelasting. De voorzitter antwoordt dat het gemeentebestuur het niet voor het zeggen heeft. De gemeenteraad toont zijn goede bedoelingen, doch de overheid besluit welke gedeelten voor verharding in aanmerking komen. Spreker vervolgt dat er in het uitbreidingsplan nog voor circa 30 woningwetwoningen bouwgrond beschikbaar is. Nog dit jaar hoopt men de bouw van 28 woningen door het aannemingsbedrijf Guellen te Wijchcn te kunnen verwezenlijken. Het betreft hier de zgn. Pé-Gé-woningen. De grond welke destijds in eigendom was van J. van Oirschot zal hieraan opgeofferd worden. En dan zijn we uitgeput aldus de voorzitter, die dan meteen de schriftelijk ingediende vraag van het lid G. Bastiaansen wil beant woorden. Deze vraagt in wolk stadium de onderhandelingen zijn inzake de grondaan koop van J. van Meer, wonende Burgemeester W. Gommersstraat 2, alhier. Voor deze tuinder is het een onmogelijke zaak zijn bedrijf uit te breiden, ook nog moeilijk om dat te continueren. Uitbreiding in die zin, dat het niet geoorloofd is kassen op te richten achter zijn woning. Ook voor een tuinder geldt dat stilstaan achter uitgaan betekent, aldus de briefschrijver. De voorzitter antwoordt hierop dat het alle leden ongetwijfeld bekend is dat de aankoop van het tuindersbedrijf van van Meer een grote investering vergt. Destijds heeft van Meer bezwaar ingediend bij Gedeputeerde Staten tegen het uitbreidingsplan. Het beroep van appellant is gedeel telijk gegrond verklaard in die zin dat een deel van zijn bedrijf uit het plan is gelicht. Gezien het feit dat wij grond in eigen'om moeten verkrijgen - hetzij bij minnelijke overeenkomst, hetzij door onteigening - stellen Burgemeester en Wet houders voor hot uitbreidingsplan grondig te herzien mede in verband met de in werking treding van de Wet op de Ruimtelijke OrdeningHet grote plan van 1958 is destijds gemaakt door het stedebouwkundigbureau Margry te Breda. Partiele wijzi gingen zijn sindsdien door Bouwtoezicht West-Brabant te Breda aangebracht. De raad is algemeen van oordeel dat een grondige wijziging als de voorgestelde in handen moet komen van de planaloog van de gemeente, de heer Margry. Burgemeester en wethouders zullen deze opdracht verstrekken en hopen op korte termijn met een wijziging van het plan te komen, daarbij bijzondere aand; cht schenkend aan de eigenaarp van de gronden aan de Burgemeester W. Gommersstraat en Ettenseweg. Het lid A. Braepennincx informeert naar een mogelijkheid tot grondaankoop van Chr. Rens, welke grond is gelegen aan de Burgemeester W. Gommersstraat. Wethouder A. Hendrickx antwoordt hierop dat de gemeente 2 jaar geleden met Rens in onderhan deling is geweest waarbij deze zijn grondprijs stelde op f 10,per m2. Ook deze grond zal in het nieuwe plan bijzondere aandacht krijgen. Het lid P.F.A. Kennis meent dat in de vorige vergadering werd gesteld dat men in Februari 1966 in deze gemeente zou starten met \o touw van hot gymnastieklokaal. Is het waar, aldus spreker, dat men niet mag bouwen op het beoogde terrein en dat Dr. Albering moet bemiddelen om het gebouw daar te krijgen. Voorzitter: U kunt het lezen in de notulen van 29 November j.l. en geeft vervolgens nog een nadere toelichting hierop. Spreker antwoordt dat de Inspecteur van het Lager Onderwijs enig bezwaar maakt tegen het voorgestelde terrein omdat dit te ver van de scholen is gelegen. Het schoolbestuur is volledig accoord met do plannen van de gemeente, aldus de voorzitter.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1966 | | pagina 2