Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente
RIJSBERGEN gehouden op Zaterdag 12 november 1966 des voormiddags te
10.30 uur in de raadzaal van het gemeentehuis te Rijsbergen.
Aanwezig;
Mr.J.J.G.H.Raaijmakers, voorzitters A.Hendrickx en J.F.S.Rombouts
wethoudersA.A.hartensG.Bastiaansen, L.J.IIoppenbrouxtfers, A.J.C.
Heeren, P.F.A.KennisC.A.Daamen, C.A.P. Rombouts, W.J.M.Simonis en
A.J.Braspennincxdie na de opening door de voorzitter ter vergaderin
komt
1.Opening;
De voorzitter opent de vergadering met het gebed en heet alle leden
van harte welkom. Het is geen zware agenda, misschien wel een lange.
De "oude" raad heeft op 3 september j.l. opruiming gehouden om de
nieuwe niet voor problemen te stellen, aldus spreker.
2. Vaststelling notulen der vergadering van 6 september 1966.
Deze worden ongewijzigd vastgesteld.
3. Vaststelling van het bedrag perleerling, als bedoeld in artikel
101, lid 5, der Lager onderwijswet 1920, voor hetjaar
De voorzitter zegt dat een verhoging van f. 75?naar f. 77,50 en
van f. 105,naar f. 107,50 respectievelijk voor het gewoon lager
onderwijs en het voortgezet gewoon lager onderwijs gezien moet
v/orden ter dekking van de hogere uitgaven voor het schoolzwemmen.
Een bedrag van een rijksdaalder zegt niet veel, doch gezien het aan
tal leerlingen op de scholen is het toch weer c ,n fiks bedrag.
De heer C.Rombouts heeft e„n tekort becijferd van f. 3,10 per leer
ling voor het g.l.o. en f. 11,50 voor het v.g.l.o.. De voorzitter
is van oordeel dat een tekort niet altijd gedekt kan worden en dat
deze gemeente toch wel erg gunstig afsteekt ten opzichte van anderen
in de omtrek.: Het lid C.Rombouts bevestigt zulks, doch vreest dat
het schoolbestuur er niet mee zal komen. Hij wijst op een brief
welke het gemeentebestuur aan de Stichting Katholiek Onderwijs heeft
verzonden terzake het schoolzwemmen. De voorzitter wijst erop dat
ook het bekende artikel 72 der Lager onderwijswet 1920 uitkomst kan
bieden waarmede de heer Rombouts het volkomen eens is. Het voorstel
van burgemeester en wethouders wordt tenslotte ongewijzigd door de
raad vastgesteld.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het vaststellen van
een nieuwe ''Verordening op de heffing en invordering van de riool
belasting"
De voorzitter leest uit de toelichting dat het tarief van de
thans vigerende verordening f. 20,per woning bedraagt en dat een
verhoging tot f. 30,toelaatbaar is. Dit zou inééns te hoog worden
en daarom wordt voorgesteld het geldende tarief te verhogen met f. 5,
hetgeen voor de gemeente een opbrengst van f. 11.500,betekent.
De heer Martens vraagt of de grootte van het gezin of de woning
een rol spelen, hetgeen de voorzitter ontkennend beantwoordt. Het
lid C.Rombouts meent dat de bijdrage voor de vleeswarenfabriek
D.C.0. toch wel erg laag is. De voorzitter wijst in dit verband op
de destijds geplande zuiveringsinstallatie welke er tot op heden -
mede door toedoen van de gemeente Zundert— nog niet is gekomen en
vraagt vervolgens of er leden zijn die menen dat f. 125,voor de
vleeswarenfabriek en zuivelfabriek te weinig is. De heer C.Rombouts
vreest dat de riolering het op de duur niet kan blijven verwerken,
welke opmerking de voorzitter juist vindt, doch wijst er ook op dat
de zuivelfabriek aan net eindpunt ligt en de fabriek er is voor ons
allen. De heer Braspennincx vraagt of alle woningen -waar dit
mogelijk is- op de riolering zijn aangesloten. De voorzitter meent
van wel, met uitzondering van de woning welke door de heer Trip
wordt bewoond. De chemische fabriek va$ de heer Voorbraak komt ook
nog ter sprake. De onderhavige verordening wordt door de raad
tenslotte vastgesteld.