3. De voorzitter wil deze vergadering niet beeindigen, alvorens een slotwoord te hebben gericht aan deze "oude" raad. Hij zegt zulks te willen doen niet in droeve, maar in prettige woorden. Drie leden gaan verdwijnen en komen niet terug. Als voorzitter dankt hij de scheidende leden voor alles wat gedaan is. Het lag aanvankelijk in de bedoeling hen een lijst mede te geven van alles wat er in de afgelopen vierjarige zittingsperiode is tot stand gekomen, doch de notulen der vergaderingen zijn hieromtrent volkomen duidelijk. Op dit ogenblik ligt ter Provinciale Griffie een aanvrage om crediet van circa f 600.000, voor diverse kapitaalswerken. Dit is het werk van deze raad en het is jammer dat hij niet kan worden geconfronteerd met de voltooiing der werken, hetgeen een gevolg is van een rem op de financiering. De voorzitter meent dat er geen beter compliment past dan alle lof voor dit verrichte werk. Hij weet dat er al tijd prettig is samengewerkt en dat ieder voor zijn eigen mening uitkwam waar voor ook een persoonlijke dank. Tenslotte spreekt de voorzitter de hoop uit dat de scheidende raadsleden de beste herinneringen zullen meenemen en vraagt wie van hen nog het woord wenst. Van deze mogelijkheid maakt de heer P.O. Hendrickx gebruik. Als oudste raadslid in jaren zal hij proberen zo goed mogelijk te spreken. Hij dankt allen voor de prettige omgang die er steeds was. Spreker was het niet altijd met de gang van zaken eens, maar dat was ook niet nodig. Hij heeft alle respect voor de vrolijke noot van de voorzitter, welke er steeds toe heeft bijgedragen dat de vergade ringen zo vlot verliepen. Hij dankt de leden die in de volgende zittingsperiode terugkomen en hoopt dat zij in dezelfde samenwerking zullen voortgaan. De tweede spreker - de heer J.H. Vermeeren - sluit zich aan bij de woorden van zijn voorganger, doch wil hier ook een woord van dank brengen aan de gemeente- bode voor de koffie welke hij tijdens de vergaderingen inschonk. Als derde en laatste raadslid dat niet meer in do nieuwe zittingsperiode terug komt voert de heer M. Mcijwaard het woord. Spreker zegt dat het voor hem het opvallendst is dat hij niet terugkeert. In tegenstelling tot de twee andere leden heeft hij zich wel candidaat gesteld doch is niet herkozen. Het is voor mij een éénmalige aanbieding geweest, aldus de heer M. Meijwaard, waarop hij vervolgts Het waren voor mij prettige en leerzame jaren. Wij hebben elkaar leren kennen en afgetast. Onze meningen klopten niet altijd. De goede dingen hebben wij steeds gedaan en hebben er het beste uitgepikt zoals de kippen. Ik vind het ontzettend jammer niet meer te kunnen terugkeren. In tegenstelling tot wat de voorzitter in de aanvang zei, zijn hot voor mij wel droeve woorden. En toch wil ik er een prettige kant aan geven in de vorm van een tractatie bij een borrel, zo dadelijk na afloop der vergadering. Het werk in de gemeente Bijsbergen behoudt mijn belangstelling. In Bijsbergen heerst een Christen- gemeenschap^ de naam van Christus leeft in dit dorpj wij zijn christen-mensen, aldus besluit de heer M. Meijwaard zijn toespraak. De voorzitter dankt nogmaals de scheidende leden. Het spijt ook hem dat de laat ste spreker niet terugkomt, omdat wij allen christelijk mens zijn. Als raadslid bent U beslist geslaagd, aldus besluit de voorzitter tot de heer M. Meijwaaxd. Niets meer aan de orde zijnde, besluit de voorzitter deze vergadering met het gebed, waarna de raad nog onige tijd gezellig bijeen blijft onder het genot van een aperitief en de tractatie van de heer Meijwaard. Tijdens dit uurtje vertelt wethouder A. Hendrickx aan de leden de stand van zaken met betrekking tot de sportterreinen en de grondtransacties welke eventueel nog moeten worden uitgevoerd. De gehele raad staat in deze kwestie volledig achter het beleid van het college van Burgemeester en Wethouders. Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Bijsbergen in zijne openbare verga dering van De Baad voornoemd, jC De Voorzitter, .-<Xv Dg Wethouder, /-✓S9 4 JU

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1966 | | pagina 18