Yan de Inspecteur van het Lager fnderwijs heeft de voorzitter vernomen dat enige der verzoekers bij hem zijn geweest en gewezen hebben'op de onderbrenging van eén dergelijk schooltje'in het Protestants Verenigingsgebouw, hetwelk de'gemeente zou kunnen huren. De voorzitter geeft de heer 'Meijwaard, zijnde een der ondertekenaars van het verzoek, gelegenheid tot nadere toelichting. Hij bevestigt het gesprek met de Inspecteur en deelt mede dat waar hij oorspronkelijk meende dat het eerst vragen van advies aan de Inspecteur vertragend"zou werken, in de practijk inderdaad bespoe diging oplevert. Dë voorzitter wijst erop dat het steeds de normale gang van zaken is, dat aangaande onderwijszaken allereerst advies'wordt gevraagd aan de inspecteur, opdat burgemeester en wethouders de raad zo goed mogelijk kunnen voorlichten. De voorzitter"bespreekt uitvoerig het verzoekschrift en de bijgevoegde lijst van ouders en/of verzorgers der 13 aangegeven kinderen; Hij wijst erop dat de Lager Onderwijswet de mogelijkheid biedt dat ouders en/of verzorgers van tenminste 12 leerplichtige kinderen aan de gemeenteraad het"verlangen kenbaar kunnen maken haa kinderen In.&O gelegenheid te stellen openbaar onderwijs te laten volgen. De raad kan aan dit verlangen op 2 wijzen verldoon; a. stichting van een openbare söhoolj b. het aangaan van een gemeenschappelijke regeling met een naburige gemeente. Zowel het gemeentebestuur als de Inspecteur wijzen erop dat do lijst met 13 kinderen slechts 11 leerplichtige kinderen bevat. De wet spreekt uitdrukkelijk over 12 kinde ren en niet óver de mogelijkheid dat die er in de toekomst b.v. 1 september zullen gijn. Men ffioet dus rekening houden met de toestand zoals deze is op het moment waar op men verzoekt en met name de kinderen daarop vermelden. De raad zou zonder meer het verzoek niet onvankelijk kunnen verklaren, nu voor het eerst een dergelijk verzoek de raad bereikt, een"school te stichten waar geen godsdienst wordt gegeven, wëhsen bur- ^kgemeester en"wethouders deze zaak uitvoerig te behandelen. De argumenten voor een ^^penbaar schooltje vinden burgemeester en wethouders"zwak en niet steekhoudend. Dat Sen vleesfabriek ter plaatse geen leidinggevend personeel"kan aantrekken omdat dit' openhaar onderwijs ter plaatse eist, kan"niet beschoüwd worden als een argument voor een openbare school. Dit immers Wist de ondernemer toen hij zijn zaak hier begon en is hoogstens een bewijs dat hij onvoldoende rekening hield met het feit dat Bijsberger, een practisch geheel katholieke gerïieente is. Dat ouders uit Zundert, blijkens het ver zoekschrift hun kinderen naar een openbare school in Bijsbergen zouden sturen," "doet weinig terzake, als inen"nagaat dat Zundert zelf met vreugde zijn openbaar schooltje enige jaren"geleden opdoekte en dat men niet kan verlangen dat een'kleine "als Bijs bergen de mogelijkheid zou gaan'scheppen voor openbaar onderwijs voor inwoners uit Zundert waar blijkbaar gean"behoefte bestaat aan openbaar onderwijs. Maar belangrijk ook is het te bedenken dat ook andere grote gemeenten zoals Zundert, Bucphen, Hoeven, Oudënbosch en Prinsenbeek, geen openbare school bezitten. Alleen Breda met 115000 inwoners beschikt hierover. Nog sterker spreekt de situatie in Etten waar via indus trialisatie grote vestigingen van andersdenkenden hebben plaats gevonden, zonder dat er een openbare school werd gesticht. De geffieente Etten hëeft ook een gemeenschappe lijke regeling"met Breda. Bezwaren van vervoer, verkeer, fiverblijven en gezinsband, ^^eldeh tegenswoordig voor alle mensen en alle kinderen. Zolang wij zelf verplicht zijn onze B.L.0.-kinderen, dikwijls geestelijk of lichamelijk gehandicapt, Wel naar Breda te zenden," zolang kan mén voor een "groepje andere kinderen, geen uitzondering maken. Dit zou onrecht zijn voor dezé groep B.L.0.-kinderen en het"zou grievend zijn voor de ouders dezer kinderen. De voorzitter 'neemt aan dat de verzoekers hieraan wel licht niet gedacht hebben. Ter nauwkeurige voorlichting aan de raad hebben burgemees ter en wethouders zich laten adviseren door de Inspecteur van hét Lager Onderwijs. Deze Inspecteur wijst in zijn uitvoerig schrijven"erop dat een openbaar schooltje als gévraagd vanaf het'begin aan een zijden draadje zou hangen. Zulks in verband met vol doende garantie voor het "Vereiste aantal leerlingen omdat de ouders vrij zijn hun kin deren naar een ahdere"schóól te sturen. Maar er zijn nog wel meer redenen waarom de Inspecteur aanspoort om voorzichtig te zijn en hij wijst op het feit dat van de kinde ren die nu in Breda lager onderwijs volgen de meesten Christelijk en geen openbaar onderwijs genieten. Dit feit is een verzwakking van het verzoek. Ware'het zó dat de kinderen waarvoor nu openbaar onderwijs wordt gevraagd dit in Breda ook genoten, dan had het verzoek meer kracht en meer waarborg voor een re'éele bezetting. Een ander be zwaar van dë Inspecteur is de personeelsmoeilijkheid, waarmede men van begin af aan te kampen zou hebben. Bij de specialisatie zoals we die nu kennen in het onderwijs,"" zijn maar weinig onderwijzers te vinden die San leerlingen van 6 verschillende school- gangen in eenzelfde lokaaltje"gelijktijdig goed ónderwijs kunnen geven. In een streek rond Breda, in welke stad, grote goedgelèide scholen talrijk zijn, zouden aldus de Inspecteur de bezwaren aan eer dwergschooltje verbonden nog duidelijker spreken, dan elders. Gezien de kwetsbaarheid van zo'n schooltje zegt de Inspecteur dat het "altijd de vraag zal blijven of de ouders onder alle omstandigheden een dergelijk schooltje wel trouw zullen blijven.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1963 | | pagina 4