Besloten vergadering van de Raad der gemeente Rijsbergen op 22 Dec. 1956.
De voorzitter Mr.J.J.G.H.Raaymakers deelt mede dat enige punten,die z.i. niet
in een openbare vergadering thuis horen,hem hebben genoopt de openbare verga
dering te sluiten.Er is vooreerst de terreinverlichting van de Voetbalvereni
ging.De kosten voor een schijnwerpersverlichting kwamen belangrijk hoger dan
destijds waren voorzien,reden voor B.en V/om hierover toch nog eens te pra
ten met de Raad.Daarnaast echter zijn aan B.en W. bepaalde feiten ter ore ge
komen omtrent wangedrag van spelers en clubleden,waarbij ook bestuursleden
waren betrokken,welke feiten eveneens aanleiding waren voor B.en W. om de
kwestie nader te bezien,omdat het er niet op mag lijken dat het gemeentebe
stuur beloningen uitdeelt daar,waar de K.N.V.B. van buitengewone ontstemming
heeft blijk gegeven.De heer Bogers vraagt hierover het woord en deelt mede
dat een en ander hem bekend is maar wijst er op dat het hier gaat over een
kwestie van 1956,die nog al laat behandeld is en daardoor de indruk wekt van
- pas te zijn gebeurd -.Hij betreurt een houding en gedrag zoals door sommi
gen is aangenomen maar wijst er anderzijds op dat V.V.R. ook niet steeds eer-
^jk behandeld wordt aardoor dingen worden uitgelokt die wel jammer zijn
dat ze gebeuren,maar grotendeels ook verklaard kunnen worden.Ook de heer Hop
penbrouwers is deze mening toegedaan en wil eventueel 'wangedrag niet goed
praten maar hij meent toch ook meerdere malen te hebben kunnen constateren
dat er somtijds met twee maten wordt gemeten ten nadele van V.V.R.Hij stelt
voor,gezien de destijds gedane toezegging in de Raad om toch de lichtmasten
te laten aanbrengen in dier voege dat de gemeente de eerste vijfhonderd gul
den voor haar rekening neemt.Het gaat om een totaal bedrag van ruim zeven
honderd gulden,van welk bedrag ook V.V.R. een deel wenst te betalen alsmede
de kosten van het stroomverbruik.Dit voorstel wordt door de Raad aangenomen.
'Vervolgens brengt de voorzitter de benoeming van een gemeentebode ter sprake,
waarbij hij ook bepaalde misverstanden uit de weg wil ruimen.De voorzitter
zal in deze delicate Jzaak geen namen noemen als het niet strikt noodzakelijk
is.Iedere raadslid weet waarom het hier gaat.Hoewel B.en t.a.v. het gemeen-
tepersoneel van de Raad destijds het benoemings-en ontslagrecht hebben gekre
un,wil het College van B.en W. gaai'ne deze benoemingskwestie ter sprake
brengen omdat men hier,gezien de persoon in kwestievan bijzondere omstandig
heden kan spreken.Om te beginnen deelt de voorzitter mede dat er geen sprake
is van ontslag van de heer Husson omdat deze persoon nimmer tot
gemeente-bode -werd benoemd.Toen Husson destijds met pensioen ging hebben B.
en W.,omdat hij nog gaarne wat werk verrichttehem eenvoudig administratief
werk laten verrichten op de secretarie tegen een celoning van 11.600. per
jaar.Na het overlijden van bode Iraumans,heeft hij,in afwachting van een be
noeming van een nieuwe bode.meerdere werkzaamheden gaan verrichten die eer
tijds ook de bode als taak had.Hiervoor kreeg hij nog eens honderd gulden p.
maand.Gezien het feit dat hij nu bijna zeventig jaar is en vooral ook omdat
hij steeds meer versleten raakt.hetgeen ieder raadslid toch ook kan consta
teren, hebben B.en W. besloten aan de huidige dienstverhouding een einde te
maken temeer ook omdat B.en V.niet de kans willen lopen morgen af vandaag
van Ged.Btaten te horen dat eigenlijk geen volwaardige bode nodig is,gezien
de werkzaamheden van de laatste jaren.Daarom is Husson dus ontslag aangezegd.
..at betreft de candidaat van B.en W. deelt de voorzitter als volgt mede.De