GBMEENTELI JK WOEI I G BEDRIJF
NOTA Betreffende de huren v.*n de woningen v»n het Y/oningbe drijf
Reeds op 24 Mei 1954 heb ik op verzoek v*n het College v-n burgemeester
en wethouders een not^ samengesteld betreffende de huren v n de woningen n,",v,
de huurverhoging 1954= Hieruit bleek dat de huren v n de woningen in Rysbergen
ongeveer gelijkstonden met die in de gemeenten Etten c?, Nieuw-Ginneken,
Prinsenbeek, Terheijden, Teteringen en Zundert.
In verband met de steeds stijgende huur der diverse woningen verzocht de
Raad hierover nauwkeurig te worden ingelicht. Deze nota kon nu pas worden
samengesteld omdat de definitieve regeling met het Rijk omtrent de bijdrage aan
de gemeente in de loop van dit jaar werd afgehandeld.
Tot op heden was bij de bouw van "woningen zo dat men achteraf pas ging
bepalen wat van de gedane uitgaven wél en wat niét voor subsidie in aanmerking
kwam. Aanvankelijk was een geraamd bedrag vastgesteld, maar voor de z.g.
buitenposten moest steeds apart goedkeuring worden gevraagd. En dan kwam het
nogal eens voor dat deze posten, die noodzakelijk waren voor de bom? van de
betreffende woningen, door het Rijk niet werden aanvaard. Dit diende dan door
een huurverhoging te worden gedekt. Het is evenwel niet zo dat het gemeentelijk
woningbedrijf deze huren verhoogde maar dit werd door de Minister geeist»
Wij zien dus na 1 Januari 1954 dat de huren van de woningen steeds om
hoog zijn gegaan. Dit is allereerst te wijten aan de voorgeschreven algemene
huurverhogingen, t.w. van 29$ op 1 Januari 1954 en 5$ op 1 September 1955,
voorts door de verhogingen ingevolge het niet goedkeuren van verschillende
buitenposten en de verhogingen ingevolge de definitieve afwikkeling.
Met betrekking tot de huurverhoging op 1 Januari 1954 van 29$ moge ik
U verwijzen n-'ar mijn bovenaangehaalde nota.
N.a.v.de huurverhoging ingaande 1 September 1955 kan ik U het volgende
mededelen. De Minister v<-n Wederopbouw en Volkshuisvesting heeft in zijn
schrijven dd. 5 Augustus 1955 medegedeeld dpt deze huurverhoging voor elk
complex door hem nader zou worden vastgesteld. De huurverhoging moest evenwel
reeds m.i.vbovenvermelde datum worden geïnd, doch kan later door de Minister
worden gewijzigd.
Het Gemeentebestuur heeft gebruik gemakt v n h t b-p-^lde om bezweren
tegen deze huurverhoging, wegens een niet gelijke huur voor gelijkwaardige
woningen, in te dienen. Voor de noodwoningen is een verhoging niet billijk
te noemen» Van deze woningen, waarvan op 28 December 1955 de laatste annuïteit
afloopt, zijn er twee afgekeurd en moeten worden afgebroken. Hiervoor is door
Gedeputeerde Staten een extra bouwvolume verleend. Voor de andere 4 woningen
is eveneens verhoging niet redelijk te noemen. Ofschoon het Rijk vindt dat de
bewoning nog enige jaren kan voortduren, achten wij een huur van f 4,20 reeds
ruim voldoende.
Met betrekking tot de verhoging van de huur van de woningen Minister
Verschuurstraat 7 en 9 heeft het Gemeentebestuur zich oveneens gewend tot het
Rijk met het verzoek de laatste huurverhoging geen doorgang te laten vinden.
De laatste huurverhogingen hebben deze woningen in een nog ongunstiger licht
geplaatst t.a.v. de gelijkwaardige woningen in de Burgemeester W. Gommers-
straat. De verschillen zouden door deze verhoging nog groter worden, wat het
Gemeentebestuur niet kan accepteren.