Vaststelling nieuw
regelement van ordo
voor de raadsverga
deringen;
De voorzitter leest hot nieuw regelemont van orde voor
de raadsvergaderingen artikelsgewijze voor. Het wordt
met algemene stemmen vastgesteld met uitzondering van
artikel 6 terzake volgorde der zitplaatsen, /tangezien
de raadsleden er prijs op stellen de plaatsen in onder
ling overleg in te blijven nemen.
Hierna gaat de raad over in besloten zitting.
Ha heropening van de openbare zitting recepituleert de raad zijn besluit om de
bode-vacature vooralsnog niet aan te vullen aangezien de waarnemend bode de heer
G.N. Huson het werk uitstekend verricht en genoegen heeft genomen met een betaling
van f 150,—— per maand hetgeen voor de gemeente een belangrijke besparing oplevert.
Gezien dit voordeel en de besparing van een klerkengeld ad f 600,is het moge
lijk het vrijkomende geld een typiste aan te stellen, welke op verzoek van enige
raadsleden zal benoemd worden uit Rijsbergse candidaten. Oproep en advertentie v
zullen iedereen een leans geven. Het lid C. Martens merkt nog op dat een vrouwe
lijke kracht vlugger en nauwkeuriger werkt.
chaf 1 ing voorsteek- Op verzoek van de gemeente—ontvanger die door overplaat—
schrijfmachinesing van zijn kantoor naar de boerenleenbank niet meer
beschikt over dagelijks contact met de administratie der
gemeente wordt overgegaan tot aanschaffing van een voor
steek—schrijfmachine, hetgeen naast werkbesparing het
voordeel oplevert dat men ter secretarie regelmatig zal
kunnen beschikken over gegevens betreffende de stand van
ontvangsten en uitgaven van de gemeente—ontvanger.
Voor de sluiting der vergadering wijst de heer J. Vermeeren erop dat het zijns ins-
ziens noodzakelijk is dat een der gemeente-arbeiders een aanstelling krijgt ris
arbeider-voorwerker. De raad is hiermede aoooord en delegeert de aanwijzing hier
voor aan burgemeester en wethouders teneinde eventuele moeilijkheden te voorkomen.
De heer J. Hoppenbrouwers vraagt of de bestrating bij P. Geerts is uitgevoerd door
de gemeente of door het rijk. De voorzitter deelt mede dat gezien de tegenwerking
van rijkswaterstaat de gemeente hier de behulpzame hand heeft geboden onder voor
waarde dat de pomphouder zelf de stenen zou kopen, hetgeen is geschied.
«Tenslottebrengt de heer C. Martens enige moeilijkheden naar voren in verband mot
|e reiniging van beerputten. Hij vraagt of hier geen regeling is te treffen zoals
andere gemeenten zulks met de gemeente Breda gedaan hebben.
De voorzitter zegt toe een en ander te onderzoeken en in de eerstvolgende vergade
ring mededelingen omtrent deze aangelegenheid te doen.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 November 1954.
De voorzitter,
De wethouder,