bij de aansluiting van electriciteit,ook de wateraansluiting tot
aan de meter in de woning voor rekening der maatschappij moest ko
men.Vragen van gemeentenaren heeft hij in die geest beantwoord.
Nu blijkt dat in de practijk zulks niet het geval is verzoekt hij
de voorzitter een nadere uiteenzetting.
De Voorzitter wijst er op dat waarschijnlijk de P.N.E.M.-regeling
oorzaak is van het jammerlijke misverstand.Hij brengt de notulen
van de raadsvergadering van 17 Juli 1950 ter sprake waaruit duide
lijk blijkt welke overeenkomst tussen gemeente en waterleid.Mij is
gesloten.Er is overeengekomen dat de Mij. alle buizen in de gemeen
te zou aanleggen nodig voor de watervoorziening.De aansluitkosten
alsmede de binnenleiding zouden komen voor rekening van de aanvra
gers.De directie der Mij. heeft een vastgesteld tarief voor aanleg
van dienstleidingen waarbij een zeer soepele betaling in uitzicht
is gesteld.Er is destijds overeen gekomen dat de aanleg der dienst
leiding,dit is de afstand van hoofdleiding naar de meter,met zeer
geringe bedragen per week kunnen worden betaald zulks ten behoeve
van hen die niet ineens de volle kosten kunnen betalen.De gemeente
Rijsbergen wordt precies behandeld als alle andere gemeenten waar
aansluitingen zijn of worden gemaakt.Destijds heeft de gemeente
met grote instemming en vreugde de mogelijkheid begroet om te ko
men tot leidingwater en met algemene stemmen werd door de raad
hiertoe besloten.Wanneer nu de kosten tegenvallen verandert zulks
niets aan de gesloten overeenkomst waaraan wij ons te houden heb
ben.Alle raadsleden herinneren zich trouwens dat destijds uitdruk
kelijk is gesproken van een speciaal laag afbetalingstarief per
week en wanneer de Mij. de hoofdleiding voor haar rekening neemt
en de binnenleiding is automatisch voor rekening van de aanvrager
dan kan er voor het lage afbetalingstarief toch alleen maar
sprake zijn van de aanleg der dienstleiding voor rekening van de
aanvrager.Waarop zou dit tarief anders kunnen slaan
Na uitvoerige discussie is de Raad,mede gezien de notulen van 17
Juli '50 en de uitvoerige uiteenzetting van de voorzitter volledig
accord met het standpunt dat de eenmaal aangenomen voorwaarden
moeten worden nageleefd.Een optredend misverstand kan men hoogstens
betreuren maar verandert niets aan de gesloten overeenkomst.Het
lid C.Rombouts vindt het dwaas op deze kwestie terug te komen.Hij
heeft destijds terwille van het algemeen belang zijn stem gegeven
nadat hij zich verzekert had dat de boeren buitenafgezien de hoge
kosten,niet verplicht zouden worden tot aansluiting.Men behoort
tendeze zijn woord te houden is zijn mening.De Voorzitter deelt
nog mede dat in overleg met het Bureau huurvaststelling te Breda
het mogelijk is een geringe huurverhoging toe te passen,een moge
lijkheid die de gelegenheid biedt de aansluitkosten te verhalen en
wel ook na de tijd dat deze kosten reeds zijn teruggewonnen.
In besloten vergadering wordt behandeld het verzoek van J.MarijniS'
sen A.129 om ontheffing reinigingsrechten.Wegens te late indiening
volgt afwijzing.De verzoeken van Wed.E.Dekkers en J.Kuipers worden
goedgekeurd in overeenstemming met de bestaande regeling.Het ver»
zoek van M.Rombouts wordt afgewezen wegens te hoge aanslag voor
het schoolgeld van de Insp- der Beièstingem.
Na heropening der vergadering sluit de Voorzitter met gebruike
lijk gebed de vergadering.
Rijsbergen. 2 Dec. 1952. De Vooritter, De Wethouder,