Uitzondering na,ten plattelande veel duurder dan in de stad.Voor veel za ken moet men naar de stad,de kinderen meeten daar onderwijs gaan halen, dat wij hier niet kunnen geven,boter kost in de stad niet duurder dan op het platteland en de postzegels in Rijsbergen kosten evenveel als in Bre da, terwijl het platteland evengoed een gulden moet betalen per maand om naar de Radio te mogen luisteren.Zo kunnen we doorgaan,maar we doen het niet,we zullen op andere wijze moeten gaan werken en er voor veahten dat men het platteland niet blijvend in de hoek trapt.Wanneer men boven de Moerdijk met onze centen grapjes uithaalt door 60 tot 80 gulden te beta len voor kleuteronderwijs mogen wij niet aarzelen voor onze leerplichtige kinderen minstens een bedrag van PI.25.te gaan vaststellen.Wanneer wij er geen geld voor hebben dan moet het Rijk ons voortaan maar helpen,zo heeft men boven de Moerdijk geredeneerd en zo gaan wij meezingen opdat voorkomen worde dat men behalve van onze belastingcenten mooi weer speelt ons bovendien nog uitlacht ook.De Voorzitter deelt mede dat B.en W. niet meer zullen aarzelen desbetreffende plannen aan de Raad voor te leggen in de hoop dat wij op andere wijze gelegenheid gaan krijgen voor onze dure belastingcentjes redelijk mee te pikken in de Rijksvoederbak. Niets meer aan de orde zijnde sluit de Voorzitter de vergadering met het gebruikelijke gebed. Rijsbergen, Juli 1950. «Wethouder

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1950 | | pagina 6