RAADSVERGADERING DD/29 AUGUSTUS 1S41 Voorzitter: Mr. J.J.G.H.Raaijmakersburgemeester. Secretaris: idem. Aanwezig: Alle leden. 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering met het openings gebed. Vervolgens spreekt fetij zijn hartelijken dank uit tegen over de vergadering voor de belangstelling, welke hij bijzijn huwelijk heeft mogen ondervinden. Hij ziet hierin een bewijs van de goede verstandhouding, welke steeds tusschem hem en den raad heeft bestaan. Nu dit de laatste vergadering is, welke^ volgens het thans geldende staatsbestel wordt gehouden, is het ook hierom van belang de goede en eerlijke samenwerking met den raad even te memoreeren. De voorzitter spreekt ook hierom zijnen dank uit tegenover alle leden en hoopt, dat ook in de toekomst niet tevergeefs een beroep op hen zal worden gedaan, Verder wenscht hij hen ieder afzonderlijk en de gemeente in het algemeen het beste voor de toekomst. 2. Notulen. De openstaande notulen der vorige vergadering worden onveranderd vastgesteld. 3. Ingekomen stukken: a") Proces sen-verb aal van kasopname bij den gemeente-ontvanger en den ontvanger van het burgerlijk armbestuur over het 3e kwartaal 1941. Worden door den raad voor kennisgeving aangenomen. b) Verzoek ingevolge art.13 der lager onderwijswet van A. van Aert B 89 en P.van~aen Berg A 321 tot toekenning van een ver goeding voor het gebruik van fietsen voor hun schoolgaande kinderen. Aan verzoekers wordt door den raad een vergoeding toegekend van respectievelijk f 20.- en f 10. c) Schrijven dd. 26/8'41 No.1941/4484 van den Inspecteur van het lager onderwijs, waarin o.m. wordt aangedrongen om van gemeente wege te komen tot den aanleg van een eenvoudig zwembad, opdat t.z.t. hiervan ook door de scholen gebruik zou kunnen worden gemaakt. De inspecteur deelt niet de meening van burgemeester en wethouders: le dat de aanleg van een zwenbad voer de gemeente te hooge lasten in uitgaaf zou medebrengen,en 2e dat vanuit^ Rijsbergen op gevoegelijke wijze mede gebruik zal kunnen worden gemaakt van een zwembad te Zunöert. Mitsdien wordt thans deze aangelegenheid aan den raad voorgelegd. Het lid C.Jochems meent, dat men met zijn tijd moet meegaan, en bepleit de voordeelen van een zweminrichting binnen de gemeente. Het lid J.van Kuijck sluit zich hierbij aan. Het lid H.de Graaf^is er tegen, daar hij meent, dat van een gemeentelijk zwembad zeer weinig gebruik zal worden gemaakt, daar degenen, die willen zwemmen, wel elders hun genoegen zullen gaan zoeken evenals zulks tot heden het^ geval was. Na een korte bespreking blijkt, dat de meerderheid in den raad eigenlijk afwijzend tegenover deze zaak staat, doch de overtuiging is algemeen, dat wanneer de gemeente niet zelf tot aanleg en exploitatie van een zwembad zou overgaan zij van overheidswege hiertoe wel zal worden gedwongen. Met deze over weging wordt door den raad in beginsel besloten tot den aanleg en"de exploitatie van een gemeentelijke zweminrichting. d) Schrijven van Gedeputeerde Staten dd. 16/7*41 G nr.649, waarin wordt aangedrongen om de bezoldiging van een der gemeentearbei ders, welke in de vergadering van 31 Maart jl.was gebracht op f 1050.- te verlagen tot f 1000.- Hiertoe wordt besloten.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1941 | | pagina 11