m) Een verzoek van het Schoolbestuur der S.Janschool te Breda
dd. 2 Januari'40 om een verhooging der verplichte gemeentelijke
bijdrage ad 15»- per leerling in de kosten dier school tot
28.50.
Burgemeester en wethouders stellen voor de vergoeding te bren
gen op 25.- per leerling. De raad besluit conform het voor
stel.
n) Een vijftal verzoeken (t.w. F.Herrijgers B 27» C.Sprenkels
A 554; Jos.Martens A 522; C.Franken A 285 en E.Neefs A 555)
om ingevolge art. 13 L.O.wet een vergoeding te mogen ontvangen
in de vervoerkosten voor hun kinderen naar de scholen alhier,
daar zij meer dan 4 km. van die scholen afwonen. Wordt besloten
deze vergoedingen volgens bestaande practijk toe te kennen.
o) Een schrijven van Gedeputeerde Staten dd. 17 April'40,
houdende goedkeuring der begrooting voor den dienst 1540.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
p) De voorzitter doet daarna nog mededeelingen aangaande een
kwestie tusschen de gemeente en het Departement van Binnen-
landsche Zaken in zake de betaling van extra-kosten van nacht
verlichting tijdens de neutral it e it shandhav ing. Deze kosten
betroffen geen gemeentelijk- doch een rijksbelang. Toch zou de
gemeente moeten betalen. Door den loop der omstandigheden
echter lijkt het beter om zich thans maar bij de zaak neer te
leggen. De raad gaat hiermee accoord.
4. Door het Burgerlijk Armbestuur is een begrootingswijziging
aan den raad ter goedkeuring aangeboden. Deze goedkeuring wordt
verleend.
5. Begrootingswijziging. Allereerst komt aan de orde de 5e
begrootingswijziging dienst 1559» waardoor diverse posten wat
moeten worden verhoogd en anderen verlaagd met het uiteindelijke
gunstige resultaat, dat de post "Onvoorziene uitgaven" met
343.42 kan worden verhoogd. Vervolgens komt de be begrootings
wijziging dienst 1939 ter tafel. Deze betreft alleen een ver
laging der werkloosheidsuitgaven en toevoeging van een post
voor Centrale werkverschaffing. De werkloosheidsuitgaven, welke
voor rijkssubsidie uit het werkloosheidssubsidiefonds in aan
merking komen, worden hierdoor voor 1959 teruggebracht op
13148.85. Ten slotte nog de le begrootingswijziging voor den
dienst 1940. Deze betreft enkel het aanbrengen van een nieuwen
uitgaafpost ter bestrijding der kosten voor de vervanging van
den secretaris-ontvanger. Daar in de begrooting I94O thans
nog geen eakele uitgaafpost verlaagd en geen enkele inkomst-
post verhoogd kan worden, en de post "Onvoorziene uitgaven"
slechts 597.55 aanwijst, zal deze begrootingswijziging nnod-
zakelijk tot gevolg moeten hebben, dat de gewone dienst in een
nadeelig slot van 552.b'/ zal eindigen.
De raad verklaart zich met alle drie deze wijzigingen accoord.
b. Veldwachtersverordening. Nadat reeds in de vorige vergade
ring hieromtrent was besloten, moeten op verlangen van den
Commissaris der Koningin nog enkele aanvullende wijzigingen in
de veldwachtersverordening worden opgenomen. De voornaamste
hiervan is, dat de woningvergoeding voor den veldwachter ad
200 alsmede de jaarlijksche gratificatie ad 35 komen te
vervallen. Daartegenover wordt het salaris echter met 200
verhoogd. Overeenkomstig de door burgemeester en wethouders