-4-
De heer MOERINGS verzoekt de wethouder van sportaangelegenheden, bijzondere
voortvarendheid te betrachten ten aanzien van de zaak, die sub 19 op de
lijst is omschreven.
Het onderhavige voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
3. VOORSTEL VAN B. EN V. TOT VASTSTELLING VAN DE BEGROTING 1960 VAN DE
GEMEENTE EN DE GEMEENTELIJKE TAKKEN VAN DIENST EN TOT GOEDKEURING VAN DE
BEGROTING 1960 VAN DE BURGERLIJKE INSTELLING VOOR SOCIALE ZORG EN VAN DE
GASTHUIS- EN PASSANTARMEN (PRAE-ADVIEZEN NOS. 366, 373 EN 381
De behandeling van dit punt wordt tot het einde van de vergadering uitge
steld
4 en 5 (VOOR OMSCHRIJVINGEN ZIE DE AGENDA).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de onderhavige
voorstellen aangenomen (zie de besluiten nrs. 1/14002 en l/13856,* alsook
het besluit tot 3e wijziging van de begroting 1960 van de gemeente).
6. ALSVOREN TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN CREDIET VOOR EEN TRANSFORMATOR
HUISJE E.D. VOOR DE GEMEENTEBEDRIJVEN (PRAE-ADVIES NO. 369).
Dit punt wordt van de agenda afgevoerd, daar het nog niet rijp is voor
behandeling.
7 TOT EN MET 19 (VOOR OMSCHRIJVINGEN ZIE DE AGENDA).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de onderhavige
voorstellen aangenomen (zie de besluiten nrs. l/l4126, l/907, 1/448,
l/383, l/385, de besluiten tot wijziging van de gemeentebegroting 1959,
genummerd 151 en 152, die tot wijziging van de gemeentebegroting 1960,
genummerd 5, 6, 7, 8, 9 en 10, de besluiten tot 1e en 2e wijziging van
de begroting 1960 van het gasbedrijf, die tot 1e en 2e wijziging van de
begroting 1960 van het waterleidingbedrijf en die tot 2e, 3e, 4e en 5e
wijziging van de begroting 1960 van het electriciteitsbedrijf
20. ALSVOREN TOT TOEKENNING VAN SUBSIDIE IN VERBAND MET HET 40-JARIG
JUBILEUM VAN DE TONEELVERENIGING "ONDERLING KUNSTGENOT" (PRAE-ADVIES
NO. 385).
De heer RAMPAART is het niet met het voorstel eens, omdat er zijns inziens
een precedent door wordt geschapen. De gemeente gaat hier een dure receptie
e.d. betalen. Als het verzoek was ingediend vóór het feest, zou de raad er
niet op ingegaan zijn. Nu zullen we er wel niet buiten kunnen, omdat de
vereniging anders misschien om hals gebracht wordt. In het vervolg zal
echter toch geëist moeten worden, dat er tijdig een begroting wordt inge
diend en dat de zaak tijdig voor het feest in de raad kan komen. Elke
vereniging kan immers komen. Er jubileren jaarlijks veel verenigingen;
men viert zelfs het eerste lustrum al.
De heer SIMONS, wethouder, is het in beginsel daarmee eens. Het gemeen
tebestuur zat echter in feite vast aan de regelen, die gegolden hebben
bij het jubileum van de Katholieke Kring en van Rooms Toneel. Daar zijn
de bijdragen van de particulieren als plafond gesteld, maar dergelijke
bijdragen waren er hier niet, omdat bij het feest de hele zaal vol ge
nodigden zat. De regelen moeten naar sprekers mening veranderd worden.
Maar doordat deze aanvrage niet tijdig door de culturele raad kon worden
behandeld, had het feest al plaatsgevonden en men kan de vereniging niet
in de kou laten staan; ze konden op grond van de geldende regelen ver
wachten, dat ze het zouden krijgen. In de toekomst zullen dergelijke
zaken echter incidenteel worden bezien.
De heer BRAAT is het eens met de wethouder en met de heer RAMPAART.
Het heeft hem onaangenaam getroffen, dat de begrotingsposten zeer over-
- schreden -
-5-
schreden zijn. Zijn gevoel verzet zich tegen inwilliging van dit verzoek.
De heer SIMONS zegt, dat dit voor hem ook geldt. Het is echter een zeer
belangrijke vereniging. Hij had liever gehad, dat men vroeger gekomen
was, maar de regisseur van Onderling Kunstgenot heeft vroeger zitting
gehad in de culturele raad en hij kende dus de vroeger gehanteerde
normen. Spreker doet dit niet con amore. In de culturele raad is er al
het een en ander over gezegd.
De heer BRAAT wil niet geacht worden tegen te stemmen. Men kan de ver
eniging het voortbestaan niet onmogelijk maken. Maar in de toekomst
moeten zulke dingen vermeden worden.
De heer MOERINGS zegt, dat het vooral niet juist is, dat de gemeente
opdraait voor de receptie en de koffiemaaltijd. Dat moeten we in de
toekomst vermijden. Hij is het met de wethouder eens, maar de zaak
geeft hem een onbevredigend gevoel.
De heer SIMONS merkt op, dat hij op zijn prae-advies had genoteerd:
"punt achter zetten; einde".
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het onderhavige voorstel aange
nomen (zie het besluit tot 153e wijziging van de begroting 1959 van de
gemeente) e
21 TOT EN MET 23 (VOOR OMSCHRIJVINGEN ZIE DE AGENDA).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de onderha
vige voorstellen aangenomen (zie de besluiten nrs. IV/46O en l/462, de
besluiten tot 12e en 15e wijziging van de begroting 1960 van de gemeente,
het besluit tot 2e wijziging van de begroting 1960 van de gemeente en het
besluit tot 1e wijziging van de begroting 1960 van het gemeentelijk
grondbedrijf)
24. ALSVOREN TOT BENOEMING VAN LEDEN VAN DE COMMISSIE VOLKSCREDIETWEZEN
(prae-advies nr, 389)»
De heer KOPPEïTOL herinnert eraan, dat enkele weken geleden nieuwe leden
van de burgerlijke instelling voor sociale zorg zijn benoemd. Mevrouw
Elsn^ga-Looy heeft toen opgemerkt, dat de samenstelling van het bestuur
nogal eenzijdig was. Men was het daarmee wel eens, maar al de aftreden
den hadden zich beschikbaar gesteld voor herbenoeming en men vond het
zielig, hen te laten gaan, want ze hadden hun functies al jaren vervuld.
Nu gaat het echter om een nieuwe commissie en het heeft spreker verbaasd,
dat men de onlangs gedane belofte, ook aan het andersdenkende deel van
de bevolking eens te denken, niet gestand gedaan heeft. Het hoeft geen
vertegenwoordiger van de P.v.d.A. te zijn, Spreker heeft echter de heer
Bout bereid gevonden, in deze commissie zitting te nemen, Deze is amb
tenaar van 's-rijks directe belastingen. Hij is kerkvoogd geweest en is
dat trouwens naar sprekers mening nog. Hij is dus een vooraanstaand lid
van de Nederlands-Hervormde gemeenschap en bovendien is hij lid van de
P.v.d.A. Spreker kan deze candidaat, die brede inzichten heeft, alles
zins aanbevelen..
De heer BRAAT is het in grote lijnen met de heer KOPPENOL eens. Hij denkt
aan de woorden, die de burgemeester tijdens zijn installatierede, in ant
woord op de toespraak van Ds, Elzenga, heeft gesproken, nl.: ik ken geen
minderheden. Spreker en zijn fractiegenoten steunen het voorstel van de
heer Koppenol.
De heer THEUNISSE, wethouder, zegt, dat hij aan deze aanbeveling mede
schuldig is; misschien is hij zelfs de hoofdschuldige. Hij heeft zich
in de kringen van sociale zaken en van de gemeentelijke financiële dienst
over deze aanbeveling beraden. Het is wel ondoenlijk, de leden zó te
- kiezen -