-4-
De heer VOS zegt het volgende
Het is ^begrijpelijk, dat men zioh bij het doen van deze kapitaals
uitgaaf afvraagt, of deze financieel verantwoord is. Ter adstruc
tie van de motieven, welke burgemeester en wethouders al in het
prae-advies hebben weergegeven, nl. de zorg voor de instandhouding
van de agrarische bedrijven, moge ik II nog wijzen 00 het volgende.
De gemeente kocht in 1952 voor f 450.000,- het landgoed, bestaande
voor 106 h.a. uit recreatieve gronden en voor I94 h.a. uit agra
rische gronden met 5 boerderijen. De koopsom wercl destijds naar di1
onderscheid gesplitst in resp. f 113.000,- voor recreatie en
f 337-000,- voor agrarisch gebied. Het rendement, dat de gemeente
van deze uitgaaf had, bedroeg slechts 1,75van de totale koopsom
(nl. f 7800,- aan pachten) of 2,3$ van de koopsom voor het agra
rische gedeelte.
Door verschillende pacht ver hogingen is de pacht inmiddels gestegen
tot f 16.000,-, d.i. dus 32rendement van de totale koopsom of
5$ van de uitgave voor het agrarische deel. U ziet dus, dat de
aankoop alleen hierom al een goede zaak is geweest.
Als we dan bovendien in aanmerking nemen, dat de staat op het
ogenblik in den lande terreinen voor behoud van natuurschoon op
koopt voor prijzen, welke - nu de prijsstop voor dergelijke
gronden is opgeheven - schommelen rond f 5000,- per h.a., dan
zouden we kunnen stellen, dat het recreatieve gedeelte alleen al
een waarde vertegenwoordigt van 106 h.a. x f 5000,- f 530-000.-.
De gemeente zou dan het agrarische deel en nog f 80.000,- op de
bestede koopsom overhouden.
Dit in aanmerking nemende, mag het wel verantwoord heten, dat de
gemeente kosten maakt om het voortbestaan van de agrarische bedrij
ven te waarborgen. In zekere zin betekenen deze bedrijven in het
landschap evenzeer een recreatief element en voorkomen moet worden,
dat dit deel van het bezit in verval geraakt.
Jammer genoeg kan ik U nog geen ge evens verstrekken over de tenge
volge van de verbouwing te verwachten pachtverhoging. De Grond
kamer heeft hierover nl. nog geen uitsluitsel kunnen geven, omdat
zij moet wachten op het rapport van haar deskundigen.
Enig inzicht omtrent de pachtverhoging geeft echter wel de volgende
opzet
voor de kapitaalsuitgaaf van x gulden komt de gemeente te staan
voor de volgende me erdeie lasten
4 1/4annuïteit over 50 jaar: 4,856 x X
verhoging van de huidige post onderhoud in
verband met vergroting van de bouw
assurantie $0 van de bouw kosten
meerdere belasting
totaal
bedrijfsgebouw
te verwachten verhoging tot f 70- per ha
25 ha x f 70,- f 1750,-
thans in de pacht f875
verhoging f 875,-
-woning-
f 1195,-
f 30,-
f 12,50
f_12,50
f 1250,--
woning:
te verwachten verhoging tot f 10,- per we k
52 x f 10,- f 520,-
tha ns in de
pacht f 400-
verhoging f 120,-
totale verhoging f 875,-+f 120,- f 995,-»
Nadelig verschil f 1250,- min f 995,- f 255,-»
Hierbij moge worden opgemerkt, dat de bij deze opzet aan de_be-
drijfsgebouwen toegedachte pachtwaarde nog blijft beneden die
van f 75,- per h.a/ voor voldoende doelmatigheid volgens de
normen van de Grondkamer en ver beneden de hoogste pachtwaarde
van f 95,- voor een goede doelmatigheid in die normen. Met de
nieuwe stal mag de bedrijfsbebouwing toch wel voldoende worden
genoemd. De verhoogde pachtwaarde voor de woning ad f 520,- per
jaar ligt tussen die van f 725,- hij gemiddelde en van f 465,-
bij matige doelmatigheid.
Afgewacht zal wel moeten worden, wat de Grondkamer zal zeggen
- zij heeft toegezegd te zullen zorgen, dat we dit voor aanstaande
vrijdag weten -,maar naar de mening van burgemeester en wethouders
behoeft de som ook niet precies te kloppen. Niet vergeten moet
nl. ook worden, dat de gemeente wel eens een voordeel heeft in
de agrarische sector. Enkele jaren geleden bespaarde zij zich
f 144.000,- door een boerderij aan te kopen en deze na splitsing
te verdelen over drie agrariërs, die voor het uitbreidingsplan
moesten ruimen; de gemeente hield nl. de bedrijfsschade in de
kas op deze manier. Lands-economisch bezien zoudon deze bespaarde
gelden gerust aan de landbouw ten goede moge komen, b.v. door het
doen bouwen of verbeteren van bedrijfsgebouwen. Met de onderhavige
uitgaaf - zo zou men kunnen stellen - lost de gemeente hiervan
een gedeelte in.
De heer SCHAAESMA is van oordeel, dat de nu geraamde verhogingen
wel aan de zeer hoge kant zijn.
De heer VOS toont aan, dat de opzet tussen de laatste" norÉen van
de pachtwet blijft. De huidige pacht bedraagt f 35,-.
De heer SCHAAESMA. merkt op, dat dus een verhoging van 100$ wordt
verwacht. Dit lijkt hem toch wel zeer optimistisch.
De heer VOS zegt, dat men deze zaak moet bezien in het geheel van
de transactie betreffende Visdonk; dan blijkt, dat het verantwoord
is zoals hij zojuist heeft aangetoond. De pachten zijn in het
verleden al met 100$ verhoogd.
De heer SCHAAESMA merkt op, dat de heer Vos Visdonk in zijn
geheel beziet, terwijl hij, spreker, deze investering afzonderlijk
beoordeelt. Op die wijze komt men tot verschillende zienswijzen.
De heer VOS zegt, dat hij destijds bezwaar heeft gemaakt tegen de
lage pachtsommen. Ze zijn toen verhoogd. Daardoor ontstond er bij
de pachters ook meer activiteit. Nu z^t deze pachter met de gesig
naleerde moeilijkheden. De stalling moet gebouwd worden, wil men
verwaarlozing van het goed voorkomen.
-De-
I