183 beloften, die verwoord zijn in het coalitieprogramma, moeten terugkomen. Het alternatief zou geweest zijn de OZB met 15% te verhogen om dezelfde doelen te kunnen verwezenlijken. Op de Zalmsnip kom ik straks zeker nog terug in verband met twee daarover ingediende moties. Voorzitter, de CDA-fractie, die fijntjes opmerkt dat ongeveer 25 onderzoeken door ons college worden aangekondigd en dat zelfs bij enkele al een financieel effect wordt ingeboekt, vraagt ons de raad regelmatig te rapporteren over de onderzoeksvoortgang en -resultaten. De WD-fractie vindt een prioriteitstelling bij de onderzoeks vragen van belang en vraagt eveneens de raad te informeren. Ons college wil uw raad die toezegging graag doen. Voorzitter, ik moet bekennen teleurgesteld te zijn door het nogal cynische betoog van de PvdA-fractievoorzitter, die onder meer stelt dat de fractie zich amper betrokken kan voelen bij de be leidskeuzen uit de P-2000 nota. De PvdA vraagt ons bovendien voortaan notities "ongekuist" aan haar te willen voorleggen. Voorzitter, om eerst maar op dit laatste in te gaan: uw raad heeft de ongekuiste versies gekregen! Dat kan ons college zich ook beslist permitteren omdat er geen onvertogen woord in voorkomt. Ernstiger is de kennelijk interne miscommunicatie binnen de PvdA-fractie zelf. Ik wil de heer Van Antwerpen graag verwijzen naar blz. 6 van het verslag van de commissie WOC, opgenomen in de Memorie van Antwoord. Daarin kunt u zelf constateren dat uw PvdA-collega Alberts zegt (en ik citeer): dat hij zich als raadslid serieus genomen voelt. Voorzitter, de fractie van de Roosendaalse Lijst constateert dat het Vrouwenhof in de Perspectiefnota niet heeft gescoord. Die uitspraak verbaast mij ten zeerste, want de RLPR moet toch weten dat voor het Vrouwenhof via de Voorjaarsnota 1998 op het investeringsplan wordt gespaard voor een aanzienlijk investeringsbudget in 2002. Uitgangspunt daarbij is dat partners meefinancieren, zoals u als suggestie aanreikt. Dat kunnen private partners zijn, maar wellicht ook publieke. Voorzitter, de Vrije Lijst vraagt het college nog naar de stand van zaken rond de huurcontracten van de Dokter Brabersstraat 2. Ik heb dat al uitvoerig toegelicht in mijn com missie, maar ik herhaal graag nog eens dat het betreffende pand geen eigendom is van de gemeente. Wel huurt de gemeente dit al zo'n kleine 20 jaar en wij hebben daar in het verleden interessante orga nisaties in kunnen huisvesten. Maar ons contract loopt af - ik meen in november 2000 - en dan is de herinvulling gewoon weer de zaak en taak van de eigenaar. Het bestemmingsplan biedt die locatie overigens een planologisch royaal aantal functies, waarvan de eigenaar - zo is ons verteld - ook graag gebruik zal maken. Voorzitter, de Vrije Lijst vraagt of de voorziening van twee ton die, uit het reke ningsoverschot 1998, wordt getroffen ten behoeve van dubieuze debiteuren ook voldoende zal blijken te zijn. Ik zou de indruk dat dit ook het plafond wordt, niet willen bevestigen. U weet dat een voorzie ning is getroffen conform het advies van onze accountant. Het college heeft inmiddels de voorberei dingen getroffen voor een nota Invorderingsbeleid, waarin het noodzakelijke voorzieningenniveau zeker een beleidsthema zal zijn. Voorzitter, de SP-fractie complimenteert ons college met het feit dat Roosendaal de T sterkste zakenstad van Nederland is geworden, vanwege het ondernemersvriende- lijke gemeentelijk klimaat. Ons college is natuurlijk erg vereerd door de vriendelijke woorden van de heer Polderman, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de Roosendaalse bedrijven zelf deze pri ma kwalificering hebben verdiend; daar mogen u en ik zeker trots op zijn! De SP-fractie vraagt de nota Verkenning belastinggebied nog eens op de agenda te zetten van de commissie voor financien. Voor zitter, de nota maakte deel uit van alle onderliggende documenten van de Perspectiefnota en daar mee 'ook van de beraadslagingen in de commissie. Een herhalingsoefening wil ik afwijzen. Dan kom ik tot slot toe aan een vijftal moties en amendementen. Motie (1) van de vier coalitiepartijen CDA, WD, RLPR en VL betreffende uitbreiding van de storting in de bestemmingsreserve stads- en dorpsver nieuwing, spreekt het college zeker aan en het college neemt die motie dan ook over. Die behoeft niet meer in stemming te worden gebracht. Amendement (3) van de WD- en de Vrije Lijst-fractie betreft de maximering van de eenmalige OZB-verhoging tot 1%. Voorzitter, het college wil uw raad niet aan bevelen de solidariteitsgrens nu te leggen bij 1%. Dat kan bovendien afbreuk doen aan het principe dat de extra kwijtscheldingskosten geheel ten laste komen van de opbrengst OZB. De raad wordt aanbevolen vast te blijven houden aan het eenmalige indicatieve percentage. Van de motie (8) van de PvdA-fractie, over het uitkeren van de Zalmsnip in 2000, wil ik liever een amendement maken. Ik wil namelijk graag aannemen dat uw intentie is invloed te hebben op de besluitvorming en zoals u weet komt een motie pas na besluitvorming in stemming. Staat u mij dat toe, mijnheer Van Antwerpen - De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, dat is bij ons akkoord. - Mevrouw KERKHOF-MOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, het college zal wel - zoals gevraagd door diverse fracties - zeer goed en heel indringend communiceren met alle inwoners via Stadserf een (en eventueel iets extra's aan informatie doen) over o.a. de Zalmsnip, het kwijtscheldingsbeleid, de OZB en dergelijke, maar in lijn met mijn eerdere betoog moet ik dit amendement namens het college ontraden. Amendement (10) van de POR/GroenLinks-fractie over het niet inzetten van de Zalmsnip- gelden als algemeen dekkingsmiddel, ontraadt ons college - gelet op de argumentatie in de Perspec- 184 tiefnota daarover - dus ook het college vindt het bovendien niet verantwoord éénmalig consumptieve uitgaven ten bedrage van 3 miljoen ten laste van de Algemene reserve te brengen, te meer daar dit geen structurele oplossing voor de uitkering van de Zalmsnip biedt. Die oplossing wordt dan gemaks halve maar aan het college opgedragen. Voorzitter, ik wil herhalen dat de motie ernstig wordt ontra den. Amendement (12) van de SP-fractie betreft het toerekenen van de kwijtschelding van de OZB aan die desbetreffende belasting en de andere heffingen te blijven verantwoorden op begrotingspost 610.5. Dat is een algemene dienstproduct. Voorzitter, het amendement onderschrijft niet de voorge stelde beleidslijn kwijtschelding te verantwoorden ten laste van het betreffende product en moet even eens worden ontraden, niet in het minst omdat dit een gat in de begroting creëert van zo'n half miljoen gulden. Voorzitter, tot zover mijn reactie in eerste termijn. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder De Jaeger. De heer DE JAEGER, wethouder: Mijnheer de voorzitter, een korte reactie die zich kan beperken tot een viertal onderwerpen. De maatregelen met betrekking tot de Wet Voorzieningen Gehandicapten liggen er naar aanleiding van de in oktober 1998 gepresenteerde evaluatienota. Met het ROGEP is hierover reeds een overleg geweest. In het verlengde van de afspraken in de commissie heb ik ook aan het ROGEP toegezegd dat het college in september met een overzicht over de stand van zaken komt. De cijfers van 1998, aangevuld met de meest actuele cijfers van 1999. Aan de hand van die cijfers kunnen we de voorgestelde maatregelen beschouwen. Ik heb er vertrouwen in dat we op het punt van de voorgestelde maatregelen WVG er ook uit zullen komen. Voor wat betreft de zwemvaar- digheid kan ik melden dat het afschaffen van het project zwemvaardigheid in directe relatie staat tot het initiatief van CDA en RLPR omtrent het invoeren van lessen zwemvaardigheid voor de basis schoolleeftijd. Het zal duidelijk zijn dat er hier sprake is van een overgaan van het ene project naar het andere. Afschaffen kan overigens wel aan de orde zijn als blijkt dat de deelname als onvoldoende is te bestempelen. Ik ga ervan uit dat over niet al te lange tijd er een concreet voorstel op tafel zal komen. Als derde punt de bijzondere bijstand en het minimabeleid. Zoals u weet zijn er voorstellen in voorbe reiding met betrekking tot het armoedebeleid. Daarbij is het hoofdaccent de toegankelijkheid van de voorzieningen. Inzetten van intermediairen komt daarbij ook als mogelijkheid aan de orde. Bovendien zal in het 3e kwartaal de wat ik noem "Hema-folder" verschijnen waarin op een eenvoudige wijze in zicht wordt verstrekt over de producten die afdeling sociale zaken kan leveren. Tot slot, voorzitter, het sociaal structuurplan. Het klopt dat in de commissie WOC door de directeur is toegezegd dat er bin nenkort een plan van aanpak zal worden gepresenteerd. Overigens is het goed om hier in de raad aan u te zeggen dat het college van mening is dat ondergetekende dat traject moet gaan trekken. Ik wil graag die coördinerende en trekkende rol op me nemen. Wij komen daar later in het jaar in de com missie SAS nadrukkelijk over te spreken. Overigens wil ik u nu reeds meegeven dat het sociaal struc tuurplan niet betekent dat op korte termijn hele concrete voorstellen zullen worden gedaan met be trekking tot de verschillende doelgroepen. Het college is van mening dat het sociaal structuurplan een goede inzage kan geven hoe visies op de samenleving concreet vertaald kunnen worden in maatre gelen en acties met betrekking tot specifieke doelgroepen, zoals ouderen, jeugd en allochtonen. Dat vraagt nog wel enige tijd. Zoals gezegd komen we daar later in het jaar op terug. Tot zover in eerste instantie, voorzitter. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Chamalaun. Mevrouw CHAMALAUN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Voorzitter, ik denk dat ik vrij kort kan zijn in mijn reactie. De vragen c.q. opmerkingen die geplaatst zijn door de verschillende frac ties hebben op de allereerste plaats betrekking op de heroverweging bijdrage aan de GGD voor de logopedie. Door de fusie van, om nog in de oude termen te spreken van, de GGD-en binnen het Streekgewest en Stadsgewest zal over twee en een half jaar het basispakket opnieuw worden vastge steld. In het Stadsgewest vindt er geen preventieve logopedie plaats door de GGD binnen het basis pakket. De gemeenten zijn vanaf 2002 vrij om preventieve logopedie op te nemen in het collectief basispakket of dit als afzonderlijke gemeente in het aanvullend pakket in te kopen. Het college zal met nadere voorstellen omtrent de logopedische verzorging naar uw raad komen. Dan is er een amende ment van de WD en POR/GL om de subsidie voor het godsdienstonderwijs te beëindigen. Ook de PvdA zegt in een motie dat het subsidiëren van godsdienstonderwijs niet behoort tot de gemeentelijke taken. De fracties van de WD en POR/GL merken op dat het geven van godsdienstonderwijs geen gemeentelijke taak is en daarom beëindigd kan worden. Onze gemeente voert wel vaker taken uit waar de gemeente vrij in is om die wel of niet te doen. In de politiek maak je nu eenmaal keuzes. Het college met uitzondering van de WD-wethouder, de heer Hoogendoorn heeft geen behoefte aan het

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 95