149
dingszone, straks nog verder gaan uitbreiden. De spoorwegplannen die zijn erg voorbarig, dat weet u.
Daar zijn we nog volop mee bezig. Mevrouw Henken, u heeft gezegd dat de inspraakprocedure afge
lopen is. Ten aanzien van de financiële onderbouwing, daar heb ik geen vraag over gehoord, maar
mochten daar nog opmerkingen over zijn dan zou ik voor willen stellen om mevrouw Kerkhof dit te
laten beantwoorden. Voorzitter, dat is het wat mij betreft.
De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Kerkhof.
Mevrouw KERKHOF-MOS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Mevrouw Henken, u maakt
- denk ik - terecht een notitie als het gaat om de risico's die de exploitatie in zich bergt. Daarbij doet u
de goede suggestie om een zorgvuldige balans te zoeken tussen uitgaven en inkomsten. Dat is ook
precies wat we op dit moment in de exploitatie van bestemmingsplan De Stok, bij de uitgifte van gron
den doen. U zult binnenkort in de commissie voor beheer en verkeer, kennis kunnen nemen van de
eerste aanleg van infrastructuur en u zult zien dat we dat op een zodanige wijze faseren dat het inder
daad een relatie heeft naar de concrete initiatieven die in het plangebied ook vorm hebben gekregen
of krijgen. Die balans zoeken wij, want we beseffen dat als we niet een voortvarende uitgifte van gron
den hebben, dat we dan inderdaad in de pas moeten blijven als het gaat om het aanleggen van de
infrastructurele werken, ook in ecologisch opzicht trouwens. Dat doen we en ik kan u - dat heeft u ook
in de commissie gezien en u bevestigt dat nog eens - zeggen dat we wat betreft het aantal initiatieven
in het plangebied, zeer hoopvol zijn en dat dat ook in relatie tot de exploitatie boven verwachting is. En
dat wat betreft de risico's - zoals het er nu naar uitziet - deze erg beperkt zullen zijn. Dank u wel,
voorzitter.
De VOORZITTER: Dank u. Wenst iemand in tweede termijn het woord? Neen? Mag ik constateren dat
u instemt met het voorstel en dat de POR/GroenLinks-fractie de aantekening wenst tegengestemd te
hebben?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/79a).
- De leden van de POR/GroenLinks-fractie wensen de aantekening dat zij geacht willen worden tegen
dit voorstel te hebben gestemd. -
8.b Voorstel nr. 80: Vaststelling bestemmingsplan "Markthof-Wouw".
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen mevrouw Brooijmans
en de heer Hermans het woord. Het woord is aan mevrouw Brooijmans.
Mevrouw BROOIJMANS-VAN WAES: Mijnheer de voorzitter, het CDA vindt het bestemmingsplan
"Markthof-Wouw" een prima plan. Het is zeker een kwalitatieve inbreiding in de kern Wouw. Wat ons
betreft kan het uitgevoerd worden en wij zouden de wethouder dan ook willen vragen of hij ons iets
kan vertellen over de start en het realisatietempo waarin het plan uitgevoerd gaat worden. Dank u wel.
De VOORZITTER: Het woord is aan mijnheer Hermans.
De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, ook de Vrije Lijst vindt dit plan zeker een toegevoegde
waarde voor de kern Wouw. Wij hebben nog een vraag betreffende de bestemming die er ligt op de
tuin van mevrouw Van Oers, zoals die in de toelichting wordt gegeven. Wij vragen de wethouder -
omdat daar toch nog ca. 10 woningen gerealiseerd kunnen worden - wanneer hij daar in overleg gaat
treden en wanneer dat we dan kunnen verwachten dat de verplaatsing van de Drankencentrale en het
bestemmingsplan Markthof-Wouw, dan volledig gerealiseerd kan worden?
De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan wethouder Hoogendoorn.
De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, allereerst dank voor de complimenten
voor dit nieuwe plan, het inbreidingsplan in de kern van Wouw. Dat is typisch de nieuwe lijn die wij hier
volgen. Het versterken van kernen, met name binnen de bestaande kom. Een dergelijk project tot
stand brengen, daar is dit een goed voorbeeld van. Wanneer gaan we daar nu echt mee beginnen?
En het realisatietempo zegt u. De start kan gaan plaatsvinden als dit bestemmingsplan ook door het
college van GS is goedgekeurd. Ik heb u daarstraks al gezegd dat dat over een maand of vijf zal zijn.
Dan komt er nog de termijn van ter visie leggen. Ik denk dat daar een maand of zes/zeven overheen
150
gaat. Maar dan kun je echt beginnen. Het realisatietempo. In het plan worden twee fases aangegeven.
De eerste fase is 42 woningen en de tweede fase 9 woningen. Dan hebben we het weer over de tuin
van mevrouw Van Oers, heb ik begrepen. In ieder geval is dat die tweede fase. Dat is nu nog niet aan
de orde, het is een wijzigingsbevoegdheid van het college om dat te zijner tijd mee te nemen, als de
initiatiefnemer daar aan gaat beginnen. Op dit moment is dat nog niet in zicht, dus we praten in eerste
instantie over 42 woningen. Volgens mij heb ik dan de vragen en opmerkingen beantwoord.
De VOORZITTER: Wenst iemand in tweede termijn het woord? Achtereenvolgens wensen mevrouw
Brooijmans en de heer Hermans het woord. Het woord is aan mevrouw Brooijmans.
Mevrouw BROOIJMANS-VAN WAES: Mijnheer de voorzitter, als ik het goed begrijp zegt de wethou
der, "als het bestemmingsplan helemaal afgerond is en onherroepelijk is, dan kan er gebouwd gaan
worden". Wij vragen ons af in hoeverre dan de contingentering geen problemen geeft voor dit plan.
De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Hermans.
De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, de wethouder geeft wel een antwoord, maar naar mijn
gevoel toch maar een half antwoord. Want wie neemt nou het initiatief om daar die laatste 10 wonin
gen te realiseren. Doet dat de eigenaar of de gemeente?
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Hoogendoorn.
De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, om daarmee te beginnen. Ik denk dat
dat initiatief natuurlijk ook ligt bij degene die het eigendom van de grond heeft op dit moment. Als dat
zover is, denk ik dat dan verder ook het initiatief moet komen te liggen bij de ontwikkelaar. De ge
meente zal het initiatief verder niet nemen. Wij hebben een wijzigingsbevoegdheid op het moment dat
het zover is.
- De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat als we dus een inbreidingslocatie hebben en
dus een perfecte inbreidingslocatie, dan denk ik dat het initiatief ook best van de gemeente uit zou
kunnen gaan. -
De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, in dit geval is dus het initiatief van die
ontwikkelaar uitgegaan en die heeft deze fasering aangebracht en daar gaan wij in dit bestemmings
plan mee akkoord. De uitbreidingsmogelijkheid zit in de tweede fase, maar wanneer dat nu precies is
dat hangt van twee partijen af, natuurlijk. Mevrouw Brooijmans, u had het over de contingentering.
Daar hebben we ook in de commissie al over gesproken. Contingentering is natuurlijk altijd als je kijkt
naar het huidige streekplan van toepassing zou je zeggen. Maar zoals u weet is er ook partiële her
ziening van het streekplan geweest en gaan we wat meer van kwantitatieve naar kwalitatieve locaties
kijken. In dit geval is het nu typisch zo'n kwalitatieve inbreidingslocatie, die erg goed scoort in het ka
der van de partiële herziening en zeker straks ook in het nieuwe streekplan, waar we nu in de provin
cie mee bezig zijn. Ik denk dat ten aanzien van contigenten hier anders geoordeeld zal worden door
het college van GS, dan dat in het verleden het geval zou zijn. We hebben daar een heel gerust hart
over. Wij denken dat het college - ze weten ook al dat we daarmee bezig zijn - van GS hier positief
over zal kunnen oordelen, gelet op de ontwikkelingen die op dit moment aan de gang zijn op het ge
bied van Ruimtelijke Ordening en met name ten aanzien van de inbreidingslocaties. Dit is een prima
voorbeeld daarvan.
- Mevrouw BROOIJMANS-VAN WAES: Mijnheer de voorzitter, ik zou u meteen mee willen geven, om
ook het voormalig Zijdemuseum daarin te betrekken. -
De heer HOOGENDOORN, wethouder: Mijnheer de voorzitter, wie weet.
De VOORZITTER: Dank u. Mag ik constateren dat u instemt met het voorstel?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit FEFPA/80a).
8.c Voorstel nr. 81Voorbereidinasbesluiten "Liga-terrein". "Hoek Hulsdonksestraat-Sportstraat". "Min
nebeek" en "Kadehof.
