145
vergadering was het voor mij dus vrijwel onmogelijk om daarmee in te stemmen en dat heb ik dus ook
niet gedaan. Dat kunt u ook in het commissieadvies lezen. Maar ik ben het wel eens met de constate
ring dat de installaties zwaar verouderd zijn en dus sowieso aan vervanging of aanpassing toe zijn.
Uw argumentatie om te vervangen deel ik dus niet, maar de uitkomst van het voorstel dat wil ik niet
tegenhouden. Ik vraag me nog wel af, waarom de installatie Oude Markt HGD-straat niet is meege
nomen. Want als er nu één stoplicht aan vervanging toe is, dan is het volgens mij dat wel. Nu wil ik
graag nog een toezegging van u los zien te krijgen. Dat de verplaatsing van de bushokjes netter gaat
dan de verwijdering van het bushokje aan de Burg. Freijterslaan tegenover de nieuwe Patersweide-
flat, want daar gaat binnenkort iemand over vallen en dan krijgt u de schadeclaims rond uw oren. Als u
mij'toezegt dat de verplaatsing iets netter gebeurt dan daar, dan kunt u mijn steun voor dit voorstel
alsnog krijgen.
De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan de heer Van Antwerpen.
De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Ja, ik kom nog even bij. Mijnheer
Polderman, zo ontzettend genuanceerd tégen een college-uitgangspunt, maar toch vóór stemmen.
Het zal wel aan het weer liggen, mijnheer Polderman, een hete zomer is het...
- De heer POLDERMAN: Af en toe moet je praktisch zijn, mijnheer Van Antwerpen. -
De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, dat zou je eens wat meer moeten doen, ja. Wat
praktisch zijn betreft, hebt u wellicht terecht geïntervenieerd in het verhaal van mevrouw Buisman. De
Partij van de Arbeid-fractie vindt sowieso de hele busregeling geen goede regeling. Alles wat er aan
bijdraagt om die regeling in stand te houden, zullen wij ook afwijzen. Vandaar dat wij tegen deze kre
dietaanvragen zijn. Dank u wel.
De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan wethouder Jonkers.
De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dank u wel omdat u als voorzitter hebt inge
grepen, wat betreft de aanpassingen van de dienstregeling van het openbaar vervoer. Ik wil daar heel
kort in zijn, maar enige verwijten zijn naar mij toe gestuurd. U mag ze hebben hoor, ik kan daar heel
goed tegen. Alleen dacht ik dat het goed was gegaan, omdat het dienstrooster samen met de provin
cie gemaakt wordt. Dat heb ik aan u voorgelegd en u daar advies over gevraagd. Dat advies heeft u
goedgekeurd en ik heb dat toen nog eens - toen er geen wijzigingen aangebracht waren - aan u voor
gelegd en nog eens een discussie. Ja, daar kun je op tegen zijn, maar u hebt allemaal gezegd dat het
niet ideaal is, maar ga uw gang. Ik heb ze toch twee keer ter bespreking gebracht...
- De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, is dat wel zo, wat mijnheer Jonkers nu zegt? Ik
vraag me dat ten zeerste af. -
De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ja dat is zo. Ik heb hier de bewijzen bij me. Ik
wil u na afloop...
- De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, dat kan ik vanaf hier - uiteraard - niet zien. -
De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik heb ze hier bij me. Ik ging op het laatst nog
aan mezelf twijfelen en dat heb ik nog nooit gedaan. Ik heb het opgezocht, om te kijken of ik daar wei
heel zorgvuldig mee omgegaan ben en ik wil u toezeggen, dat ik dit mapje - voor mijnheer Van Ant
werpen en mevrouw Buisman - in ieder geval wil laten kopiëren en in uw bakje leg.
- De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, mag ik nog een toelichtende vraag in deze stel
len? -
De VOORZITTER: Nou moeten we wel oppassen dat we niet over het fenomeen alsnog gaan discus
siëren, onder leiding van de wethouder.
De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik beschuldig me daar aan. Ik beloof u dat niet
meer te doen. Hier ligt eigenlijk een kredietvotatie, waarin wij de verkeersregelinstallaties moeten re
gelen. Het is niet nieuw - denk ik - want we hebben allemaal kunnen zien en lezen, dat de De Boer-
gelden" - genoemd naar oud-minister De Boer - dienen voor deze maatregel, die door de regering is
146
genomen en ook het opheffen van de Bosstatus, om 1 miljoen gulden ter beschikking te stellen aan de
gemeente Roosendaal om deze installaties aan te passen voor het openbaar vervoer. Dus daar komt
het eigenlijk op neer. Tevens hadden wij in het I.P. daar voor 1998 en 1999 al posten voor ingeruimd.
Ik denk dat het een goed beleid is om dat gezamenlijk te doen, want je bent altijd afhankelijk van der
den. Ik moet wel toegeven - dat wij met elkaar die dienstregelingen begin februari hebben vastgesteld,
dat de goedkeuring van de provincie in maart is gebeurd en dat wij in april geen vergadering hadden -
dat het pas in mei aan u kon worden voorgelegd, om die maatregelen te nemen. Ik heb zelf gezegd
dat er geen handelingen mogen plaatsvinden voordat de raad daar zijn goedkeuring aan heeft gege
ven. Vandaar dat ik ook aan uw commissie gevraagd heb, om goedkeuring te geven om - alvast voor
uitlopend op de beslissing van uw raad - de maatregelen te nemen die daarvoor nodig zijn, want
30 mei is helaas de datum dat die dienstregeling moet ingaan. Dat is een provinciale regeling - en ook
een landelijke wat dat betreft - dus we zijn, helaas, wat aan de late kant, maar ik heb er een excuus
voor. Ik vind het ook heel jammer en ik heb er ook erg mee gezeten om dat - vooruitlopend op deze
beslissing - aan u te vragen. Wij hebben vandaag nog eens geïnformeerd en we zullen er alles aan
doen om zo snel en spoedig mogelijk de aanpassingen te laten plaatsvinden. Daar wil ik het in eerste
instantie bij laten.
De VOORZITTER: Dank u. Wenst iemand in tweede instantie het woord? Het woord is aan de heer
Van Antwerpen.
De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, dat gaat dus met name over de opmerking van
mijnheer Jonkers. Ik ga daar niet verder op in, maar volgens mij staat hij namelijk op wat gespannen
voet met de waarheid, vanuit de informatie die ik vanuit de commissie heb gekregen. Er is niet inhou
delijk gediscussieerd. "Alle argumenten zijn afgewogen en de commissie heeft er mee ingestemd". Ik
nodig u graag uit om nog eens in de commissie - de papieren waar u mee zwaait - op een rijtje te zet
ten.
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Jonkers.
De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dit raad ik af. Ik denk dat we het zuiver moeten
houden. Ik begrijp dat best, naar aanleiding van verslagen e.d. Maar de commissie moet het een keer
afronden. Het is ter goedkeuring bij de provincie, we gaan nu aanpassen. Ik ga hierover niet meer de
discussie aan. Ik vind dat jammer, maar ik wil u in ieder geval in de gelegenheid stellen, om dit - waar
de verslaglegging goedgekeurd is door uw commissie en de raad - aan u toe te laten komen, waarin u
kunt zien wat we met elkaar hebben afgesproken.
- De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, als u er maar geen sausje overgooit van legiti
miteit, dat de commissie het er volledig mee eens was, want dat is absoluut niet zo. -
De VOORZITTER: U krijgt het te lezen. We sluiten daarmee de discussie. Mag ik constateren dat u
instemt met dit voorstel en dat de fracties van POR/GroenLinks en de Partij van de Arbeid, de aante
kening wensen tegengestemd te hebben?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 37e wijziging van de
gemeentebegroting van het dienstjaar 1999).
- De fracties van de PvdA en POR/GroenLinks wensen de aantekening dat zij geacht willen worden
tegen dit voorstel te hebben gestemd. -
7.e Voorstel nr. 77: Verplaatsen komarens Zundertsewea te Roosendaal.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
7.f Voorstel nr. 78: Aansluiten Nederlandse panden langs de Grensstraat op de Belgische riolerino.
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan de heer Polderman.
De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. In de commissie heb ik al gesteld, dat naar
mijn idee uw voorstel niet klopt. U wilt ons doen geloven dat het hier gaat om een aansluiting in een
buitengebied. Daarvoor hebben we in het rioleringsplan inderdaad normen en richtlijnen opgesteld.