143 De VOORZITTER: Dank u. Wenst iemand in tweede instantie het woord? Achtereenvolgens wensen de heren Verbraak en Eist het woord. Het woord is aan de heer Verbraak. De heer VERBRAAK: Mijnheer de voorzitter, wij zijn blij met de toezegging van de wethouder dat hij goed zal communiceren. Dit is nu zo'n onderwerp waar iedere Roosendaler over meepraat en ook wij - evenals de WD - hechten aan een goede communicatie en wellicht is Stadserf één daar ook een prima middel voor. Voorzitter, er werd al even geopperd aan de overkant - aan de kant van de Vrije Lijst - dat er in de perspectiefnota wellicht ruimte zou zijn om structurele dekking te vinden. De CDA- fractie hecht eraan - mijnheer Uitdewillegen - om toch straks een zorgvuldige afweging te maken als de perspectiefnota in discussie komt en te kijken waar wij onze prioriteiten leggen. Om nu al keuzes te maken.. - De heer UITDEWILLEGEN: Mijnheer de voorzitter, ik dacht dat u zei dat bij u - in het verkiezingspro gramma - het openbaar gebied een grote prioriteit heeft, dus wat dat betreft denk ik dat de partijen daar toch wel uit moeten komen. - De heer VERBRAAK: Mijnheer de voorzitter, dat klopt helemaal. Maar wij hechten wel aan een doel matige afweging en wij hebben nog meer prioriteiten. Straks zullen wij onze definitieve keuzes bekend maken. Dank u wel, voorzitter. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Eist. De heer ELST: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Ik ben maar gedeeltelijk tevreden. Ik krijg toezeg ging van de wethouder dat hij inderdaad de bewoners zal gaan informeren. Maar toch houden wij vast dan een brief veel directer is. Ik zou dan toch graag horen van de desbetreffende portefeuillehouder, hoe hij dan denkt de informatie door te spelen. Dank u. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Jonkers. De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Ik heb niets meer toe te voegen aan mijnheer Verbraak. Ik ben het met hem eens dat er afwegingen gemaakt dienen te worden. Mijn heer Eist, ik ben het niet met u eens. U zegt: stuur een briefje en geef aan dat we op 14 april om 19.00 uur beginnen en hopen om 22 mei klaar te zijn, bedankt voor uw medewerking. U zult er wel overlast van hebben en daar betuigen wij ons... - De heer ELST: Mijnheer de voorzitter, zo bedoel ik het helemaal niet, hè. Laat het dan de afdeling doen en schrijf dan zelf geen brief. - De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, ik moet u eerlijk zeggen dat ik het al van plan was. Maar ik denk dat we eigenlijk "en, en" bedoelen. Dat we ze niet alleen een brief schrijven, maar dat we ze ook persoonlijk uitnodigen om nog eens individueel - daar hebben wij ervaring mee - uitleg te geven wat de maatregelen voor hen persoonlijk zouden kunnen betekenen. Ik denk dat wij hetzelf de bedoelen, maar u mag daar ook bij betrekken dat door die brief, de uitnodiging vervalt. Dat was het voorzitter. De VOORZITTER: Dank u. mag ik constateren dat u instemt met het voorstel? Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 36e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999). 7.b Voorstel nr. 74: Krediet voor de uitbreiding en sanering van de openbare verlichting. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 35e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999). 7.c Voorstel nr. 75: Krediet voor de verkeersreaelinstallatie Heijbeeksestraat. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit tot 41e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999). 144 7.d Voorstel nr. 76: Kredietvotatie aanpassing/vervangen verkeersreaelinstallaties i.v.m. dienstregeling openbaar vervoer. De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Achtereenvolgens wensen mevrouw Buisman en de heren Polderman en Van Antwerpen het woord. Het woord is aan mevrouw Buisman. Mevrouw BUISMAN: Voorzitter, de nieuwe dienstregeling gaat 30 mei in en het busboekje ziet er pri ma uit. Op de door u belegde bijeenkomst - voor ondernemers van de OKR - gisterenmiddag, bleek dat de tien aanwezigen vooral de praktische aanpak van dit plan misten. Ze vroegen - net als wij eer der deden - naar een behoefteonderzoek. Tot hun grote verbazing kregen ze te horen dat er helemaal geen behoefteonderzoek gedaan was. De gemeente bleek een nieuwe methode te hanteren, die ge noemd wordt op logische wijze, wat het dan ook moge zijn. Ook hadden zij verwacht een hele prakti sche handleiding te krijgen, om hun eigen medewerkers te enthousiasmeren zodat ze voortaan de bus naar hun werk nemen. Helaas heeft u daar niet bij stil gestaan. Wat doe je als je bedrijf om 6.00 uur 's morgens begint? Of met ploegendiensten draait? Moet je dan als ondernemer je productie aanpassen, aan de tijden dat de bus rijdt? Als ultieme poging om de tien belangstellenden achter dit plan te krij gen, verleidde mevrouw Kerkhof-Mos haar collega er bijna toe om maandagmorgen een promotietoer te maken langs alle bedrijven van Borchwerf en Majoppeveld. Wethouder Jonkers zag je bedenkelijk kijken. - De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dat komt omdat het zo vroeg was, hoor. - Mevrouw BUISMAN: Voorzitter, dat begrijp ik. Want hoe zullen ze thuis reageren als u zegt dat u maandagmorgen om 6.30 uur, een afspraakje met een bus heeft? Maar, voorzitter, het gaat de POR/GroenLinks-fractie niet alleen om wat de ondernemers zeggen, het is gewoon een slecht plan, zeker omdat nu en ook al eerder duidelijk was, dat dat ten koste gaat van de reguliere busgebruikers. Bovendien zijn er nog zoveel zaken die niet op tijd klaar zijn en wat gaat dat kosten? U zou - wat de POR/GroenLinks-fractie betreft - moediger zijn geweest als u ten halve was gekeerd. Wij hebben het alternatieve plan aan u voorgelegd: "Houd de dienstregeling zoals hij is, stop 's avonds wat eerder en rijd 's zondags daar waar nodig is". We begrijpen dat de proef op Borchwerf en Majoppeveld mogelijk één jaar duurt en dat er dan een evaluatie plaatsvindt. Wat gebeurt er nu als de proef mislukt? Komen dan de nu bestaande buslijnen weer terug? En wat gebeurt er met de bushaltes en bushokjes die u nu wilt aanleggen? Voorzitter, tijdens de discussie in de commissie bleek al dat de wethouder weinig oor had voor onze argumenten. Wij zien ons dan ook genoodzaakt om bij ons standpunt te blijven. De POR/GroenLinks-fractie stemt tegen dit plan omdat wij vinden dat goed openbaar vervoer nodig is voor iedereen. Het mag zeker niet ten koste gaan van de reguliere busgebruikers. Wij zijn van mening dat je niet omgaat met je vaste klanten, zoals u dat nu doet. In het geval van de bus zijn het vaak ou deren die voor hun sociale leven afhankelijk zijn van de bus. Ze maken er dus al sinds jaar en dag gebruik van. En hun behoeften en wensen moeten dus minstens een rol spelen. De VOORZITTER: Mevrouw Buisman, mag ik u even interrumperen, want ik wilde ook aan de volgen de sprekers wel even duidelijk maken dat het hier niet over de dienstregeling openbaar vervoer gaat, want die is vastgesteld door de provincie, op een advies van b&w dat ook in de commissie aan de orde is geweest. Het gaat hier uitsluitend om de gevolgen daarvan, ten laste van de zogenaamde "De Boer-gelden" te implementeren. Dus wilt u zich - en ook de volgende sprekers - daar aan houden? Mevrouw BUISMAN: Voorzitter, mag ik mijn zin nog even afmaken? Het beste zou natuurlijk zijn dat we konden zeggen: "Busje komt zo". Nu we dat niet in uw voorstel tegenkomen, stemmen wij tegen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u. He+ woord is aan de heer Polderman. De heer POLDERMAN: Mijnheer de voorzitter, over de veranderde dienstregeling hebben wij als raad slechts kennis kunnen nemen. We mochten er eventjes over praten, hoewel de wethouder dat eigen lijk ook liever niet had. Maar alle discussies in de commissie, hadden geen enkel effect op de besluit vorming want - zoals u net zelf zegt - dat was een collegemandaat. Deze kredietaanvragen om de VRI's aan te passen is dus de eerste officiële mogelijkheid van de raad, om zich uit te spreken over uw gevoerde beleid. Omdat wij niet gelukkig waren met de veranderde dienstregelingen, hadden wij weinig behoefte om mee te werken aan de aanpassing van de VRI's. Bovendien is ons pas na de commissiebehandeling het lijstje - om welke VRI's het nu eigenlijk gaat - aangereikt. In de commissie-

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 75