141 lemaal hoe groot de onderhoudsachterstanden zijn, die in Roosendaal zijn ontstaan. Toch is de CDA- fractie verheugd dat het eerste bedrag - wat hier genoemd wordt - die richting uitgaat. We kunnen daar al een heleboel mee. In ons CDA-programma is naast veiligheid, het beheer van de openbare ruimte ook een bijzonder belangrijk item. Voorzitter, als het geld er dan is, dan krijg je altijd weer de discussie, waar moeten we het dan aan besteden, ook in de commissie is dat nog uitgebreid aan de orde geweest. De wethouder heeft ons verzekerd dat er via een goede afweging, een prioriteitstelling gekozen is, voor de onderdelen die in het voorstel zijn genoemd. Het is altijd bijzonder moeilijk om in dit soort onderdelen afwegingen te maken, dat geven wij onmiddellijk toe. Vandaar ook dat wij de wet houder in de commissie hebben gesteund met de prioriteitskeuze die hier is gemaakt. Voorzitter, van avond is al wel een aantal malen het woord "ad hoe" gevallen en ik denk dat we het te allen tijde moeten voorkomen dat we ook bij dit onderdeel ad hoccerig te werk zullen gaan. We willen dan ook vragen om ook hier zo veel mogelijk structuur in aan te brengen, zodat ook voor de bewoners van Roosendaal duidelijk zichtbaar wordt, hoe de middelen ingezet gaan worden. Misschien dat de wet houder daar nog in het kort op in kan gaan. Voor de rest gaan wij akkoord. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan de heer Eist. De heer ELST: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Ook de WD-fractie - dat hebben we in de commis sie ook kenbaar gemaakt - is blij met dit extra budget van 4,5 miljoen gulden. Het is, zoals ook andere al hebben gezegd, een druppel op de gloeiende plaat. De WD gaat ook akkoord met de besteding, zoals die door de wethouder wordt voorgesteld. Toch wil de WD het college nog een suggestie mee geven omtrent deze specifieke uitgave ten behoeve van de intensivering van beheer en onderhoud. Informeer bijvoorbeeld door middel van een brief de bewoners - de gebruikers - waar het geld in de directe omgeving aan wordt besteed. Wat voor plannen zouden er snel kunnen worden gerealiseerd. Zo kan men de buurtbewoners informeren en laten zien waar de lokale belastingcenten aan worden besteed. Veranderingen en verbeteringen vragen daar ook om, vooral in hun eigen woon- en leefom geving. De WD-fractie vindt het van het grootste belang om de bewoners bij dit soort zaken te betrek ken. Dit bedoelt de WD ook in het verkiezingsprogramma. Dit is een contract hebben met de buurt. Dus voorzitter, schrijf een brief. - De heer VAN ANTWERPEN: Mijnheer de voorzitter, voor een contract zijn twee partijen nodig, mijn heer Eist. - De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Uitdewillegen. De heer UITDEWILLEGEN: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. De Vrije Lijst kan ook instemmen met dit voorstel. In de commissie is hier al uitgebreid over gediscussieerd. Ik dacht dat alle partijen hier zeer tevreden over waren. Wel hebben we de vraag of dit structureel of eenmalig is? Mijnheer ver braak heeft dit al duidelijk aangehaald en toen kregen we het antwoord van de wethouder, dat we dat in de Perspectiefnota 2000 kunnen aangeven. En nou denk ik dat nu de meerderheid van de raad - bijna helemaal - aanwezig is, dat alle partijen eens goed moeten kijken wat we in de toekomst gaan doen. Want 4,5 miljoen op 50 miljoen gulden, dan moet je er toch 12 jaar over doen. Het openbaar gebied ziet er toch niet zo rooskleurig uit in de gemeente Roosendaal, dus wat dat betreft zal de Vrije Lijst dat wel aandragen zodat de overige partijen daarin mee kunnen gaan. Dan zullen we toch jaar lijks voor meer dan die 4,5 miljoen moeten gaan doen. Want anders denk ik dat het toch te lang gaat duren. Bij deze in de eerste termijn. De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan de heer Adriaansen. De heer ADRIAANSEN: Mijnheer de voorzitter, het voorstel zoals dat nu voorligt, kan de goedkeuring van de Roosendaalse Lijst wegdragen. Hiermee wordt reeds vooruit gelopen op het Beheerbeleid Verhardingen en Groen, zoals dat eind vorig jaar ook al in het concept is gepresenteerd. Met dit voor stel wordt een begin gemaakt om het achterstallig onderhoud van wegen en groen weg te werken. Tijdens de commissievergadering heeft onze fractie ook al aangegeven dat het niet geheel duidelijk is hoe tot de keuze voor de in dit voorstel te nemen maatregelen is gekomen. De ene keer is gekeken naar het aantal klachten van inwoners, een andere keer naar de staat waarin het een en ander ver keert. Het mag volgens de Roosendaalse Lijst echter niet zo zijn, dat degene die het hardst roept het eerst wordt geholpen. Kortom, alhoewel de sturingsinstrumenten momenteel voor het beheerbeleid voor handen lijken te zijn, valt voor de politiek op dit moment nog maar weinig te sturen. We hopen dat dat straks met het beheerbeleid wel kan. Voorzitter, de vraag die ons het meest bezighoud is of het nu 142 gaat om een start van een grootschalige, jarenlange inhaalactie, zodat het onderhoud op een kwalita tief voldoende niveau wordt teruggebracht, of dat het hier slechts gaat om een eenmalige impuls? In beide gevallen is dan dit raadsvoorstel - en het is al eerder aangegeven - een druppel op een gloeien de plaat. Gaat het echter om een eenmalig impuls, dan kan die druppel wel eens erg snel verdampt zijn. Dank u wel. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder Jonkers. De heer JONKERS, wethouder: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Te beginnen met mijnheer Ver braak. Hij heeft het juist als hij zegt, dat wij uitvoerig en goed met elkaar gesproken hebben in de commissie. Ik heb daar nog een goed gevoel van over gehouden, omdat we allemaal gediscussieerd en begrepen hebben, dat wanneer je een achterstand hebt - die wij nu hebben - en je mag daar dan 4,5 miljoen voor gebruiken, dat het dan moeilijk is om precies aan te geven waar dat moet gebeuren. Mijnheer Adriaansen heeft er ook naar gerefereerd en ik denk dat wij daar duidelijk gemaakt hebben, dat we kijken naar het concept BVG. Wij hebben dat in het concept vastgesteld en waar aangegeven staat, hoe wij komen tot het zetten van schuifjes en welke keuzes wij moeten gaan maken in de toe komst. Dat was één van de argumenten om tot deze keuze te komen. Een tweede was, dat wij de aansprakelijkheidsstelling daar ook in hebben meegenomen. De aansprakelijkheidsstelling geeft een beeld van, waar wij de schadeclaims hebben. Het is al een oude gewoonte om die er zeker bij te be trekken. Wat ook belangrijk was in deze is de infrastructuur, onder andere de riolering. We hebben met elkaar afgesproken in het GRP dat wij de reconstructie toepassen en de infrastructuur - de riole ring - daarbij betrekken, om het werk niet dubbelop te doen. Ook daar diende men rekening mee te houden en dan nog eens het schouwen van ons eigen apparaat, dat daar nog eens aan toegevoegd is. Dan snap je - als je die matrices naast elkaar afgewogen hebt, dat je dan die 4,5 miljoen van de 50 miljoen die je nodig hebt - dat het best moeilijk is om daar verantwoorde keuzes in te maken. Ik denk dat we er toch met elkaar in geslaagd zijn om een verantwoorde keuze te maken en dat u er in ieder geval begrip voor had, dat het geen "natte vingerwerk" geweest is om die toepassingen - die werk zaamheden - daar te laten verrichten, waar ze hard nodig zijn. Mijnheer Verbraak zegt dat ad hoe niet goed is. Ik ben het helemaal met hem eens. Ik denk dat we deze impuls gegeven hebben om hier zorg voor te dragen, omdat we allemaal van mening waren dat er wat moest gebeuren. Dat hebben we hier toegepast. Maar wetende wat er in het BVG staat - de schuifjes, de keuze van goed matig zeer goed - dat we die keuzes nog met elkaar moeten maken. Daar waar we de schuifjes gaan zetten, heb je natuurlijk niet een éénmalig bedrag nodig, daar heb je een meerjarenraming nodig om een goede keuze te maken. Want wij zetten de schuifjes weg bij datgene wat men in de komende jaren kan gaan doen. Ik hoop - en u ontvangt morgen allemaal de Perspectiefnota 2000 - dat we in ieder geval wat duidelijkheid kunnen brengen, hoe wij in de toekomst willen gaan werken in het openbaar gebied. Mijn leuze is in ieder geval ook dat ad hoe niet goed is. Dat we structureel moeten gaan werken om het achterstallig onderhoud weg te werken, maar ook tevens om de achterstand niet nog verder te laten plaatsvinden, want dat is verlies, zoals ook de heren Eist en Uitdewillegen hebben aangegeven. Dus wij zullen het BVG gebruiken - Beheerbeleid Verhardingen en Groen - om die structuur te zetten voor de langere termijn. Om daar dan met elkaar keuzes in te maken en we geven het ook in het coalitie programma aan dat we deze termijn - deze zittingsperiode - daar in ieder geval invulling aan willen geven. Mijnheer Eist vraagt nog eens om goede informatie. Wij hebben afgesproken om elkaar goed te informeren. Ik denk dat die informatie niet alleen kan bestaan uit het sturen van een brief, maar ook met elkaar te praten om - zoals het nu ook al gebeurt - die informatie te geven net voor de start. Dan eerst publiceren waar we gaan beginnen om bij de start te praten over wat de problemen zijn. Want de problemen zijn voor iedereen anders. De een heeft een bedrijf en de ander heeft twee auto's, wij moeten daar dus maatwerk leveren. Al moet gezegd worden, dat het onoverkomelijk is, dat er natuur lijk overlast ontstaat. Want ik ben altijd blij - wanneer de raad mij de middelen schenkt - om uitvoering te geven aan wat wij willen. Daar volgt dan altijd nog een periode achter, waar wij maatregelen moe ten treffen, die voor de omgeving vaak lastig en voor een bedrijf minder prettig zijn om zaken te doen. Dus wat dat betreft, moeten we met elkaar afspreken om daar goede informatie over te geven. Mijn heer Adriaansen geeft ook zijn goedkeuring en hij heeft ook al gevraagd hoe wij aan die keuzes ko men en ik heb - denk ik - al gezegd, dat als je met zes maten moet wegen, het moeilijk is om dan toch een overeenstemming te bereiken. Dus dat stemt me toch tevree. Een éénmalige impuls is dit ge weest, dat hebben wij ook met elkaar afgesproken. Het is om het eerder aangekondigde beleid in ieder geval kracht bij te zetten. Maar vooral om niet van u te horen dat het zo lang duurt. Nee, we gaan nu eerst een impuls geven om dat verder uit te werken en ik hoop - met u - dat we daar structuur in kunnen brengen en dat heeft te maken met middelen. Ik wil het daar in eerste instantie bij laten.

Raadsnotulen

Roosendaal: 1851-1999 | 1999 | | pagina 74