129
brengt soms medewerkers in een moeilijk parket. Wie kent niet het 50,- dilemma? Blij is de WD
Roosendaal daarom met de passages terzake in de kadernota. Voorzitter, een aanvullende suggestie
hierop is wellicht het aanleggen van een register waarin een relatiegeschenk, een gunst of een dienst
wordt opgenomen. Dit is de moeite van het overwegen waard. Door zo'n register - al dan niet open
baar - kunnen medewerkers hiervan kennisnemen, welk geschenk, diensten en gunsten de organisa
tie binnengekomen zijn en vervolgens hiermee zijn of haar voordeel doen. Dank u wel.
De VOORZITTER: Dank u. Het woord is aan mevrouw Gepkens.
Mevrouw GEPKENS: Voorzitter, ook de fractie van POR/GroenLinks was in de commissie al positief
over het inkoopbeleid, dus u hoeft wat dat betreft van ons geen ander geluid te verwachten. Maar we
staan er toch even bij stil, dat het een beleid is wat je weer voor een aantal jaren uitzet. Ook wij vinden
het goed dat er op deze manier meer lijn gebracht wordt in de gigantische hoeveelheid aankopen en
contracten die jaarlijks in de organisatie van de gemeente moeten plaatsvinden. We hebben dat prin
cipe dan ook al geaccordeerd in de raadsvergadering van september en bij zo'n nieuw beleid is het zo
dat je een afweging maakt tussen hoeveel doe je decentraal en hoeveel doe je centraal? De schaal
neemt daar altijd een belangrijke plaats in, want als je te ver gaat en de schaal te groot maakt, dan
brengt een dergelijk aankoopbeleid natuurlijk weer een hoop bureaucratische rompslomp met zich
mee. Maar het beleid zoals het nu is uitgeschreven ziet er wat ons betreft prima uit en het is goed dat
u de kanttekeningen die in de commissie zijn gemaakt nog als erratum hebt toegevoegd. We vinden
het vooral van belang dat de zaak gestroomlijnd word. Volgens bepaalde standaards ga je dan con
tracten maken waarbij je dan zeker weet dat aan alle onderdelen is gedacht. We zijn immers in het
verleden teveel geconfronteerd geweest met uitgaven- of kostenposten, omdat er iets vergeten was in
de afspraken met leveranciers. We hoeven dan alleen maar te verwijzen naar de raadsvoorstellen die
gingen over het onderhoud van gebouwen, of laatst nog bij het voorstel van de stemmachines. Dit
beleid is ook in financiële zin aantrekkelijk. De kosten van de extra functionaris - dat heeft u in eerdere
raadsvoorstellen al aangegeven - wordt eigenlijk terugverdiend. En zoals het er nu naar uitziet gaat
dat ook lukken. Vorig jaar hebben we nog - toen we het contract met de accountant opnieuw tegen het
licht hielden - gezien wat dat kan opleveren. Dat was wel niet direct gekoppeld aan het inkoopbeleid,
maar toch. U begrijpt dat wij ons standpunt uit de commissie hier handhaven en graag akkoord met dit
nieuwe beleid. Dank u wel.
De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Hermans.
De heer HERMANS: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Ook de fractie van de Vrije Lijst heeft er het
voorstel van september nog eens op nageslagen en hieruit blijkt dat inderdaad het inkoopbeleid een
enorm belangrijk deel het beleidsveld van de gemeente kan zijn, met name om toch een soort kosten
beheersing na te streven. Het blijkt namelijk dat wij als gemeente Roosendaal, 140 miljoen per jaar
inkopen, waarvan 53 miljoen een beïnvloedbaar volume is. En als we de prognose van september
moeten geloven - en ik neem aan dat u die nog steeds nastreeft alhoewel ik het niet in de kadernota
als zodanig kan vinden, maar ik neem aan dat we die bedragen nog steeds kunnen volgen - dan zou
er een voordeel voor de gemeente Roosendaal uit kunnen rollen tussen de 1,7 en 2,7 miljoen gulden
per jaar. Dus dat is een enorme opsteker. Wat betreft de adviseur inkoop, voorzitter, daar heeft u in
het voorstel van september aangegeven, dat het vooralsnog voor twee jaar zou zijn. Dat vind ik in dit
voorstel niet terug. Bent u van gedachten veranderd sinds september of is het in eerste instantie nog
steeds die twee jaar? En wat mevrouw Gepkens ook zegt, de taakstelling moet zijn dat de man zijn
kosten terug verdient. Voorzitter, verder vinden wij dat in deze kadernota de kwaliteit en service - in
ieder geval van de leveranties die gedaan moeten worden - goed beschreven zijn, maar ook goed
nagestreefd worden om de kwaliteit te behouden. Verder, voorzitter, op bladzijde 14 - het leveran-
ciersbeleid - daar hebt u in ieder geval ook nog aan de voorkeur van plaatselijke leveranciers gedacht,
dan zegt u, "in geval van nieuwe producten of diensten heeft de plaatselijk leverancier bij integrale
gelijkwaardige condities de voorkeur boven de andere leveranciers". Ik denk dat dat een hele goede
algemene richtlijn is, voorzitter, in dat kader. Dan nog een laatste puntje. Bij het voorstel in september
heeft u de operationele kosten in het inkoopbeleid aangestipt, die zullen daarmee ook teruggedrongen
kunnen worden. Wordt dat nog steeds staande gehouden en kunnen we dat met deze kadernota in
koopbeleid behalen? Verder zijn wij natuurlijk ook tevreden met de toevoegingen die u gedaan hebt
naar aanleiding van de raadscommissie, dank u wel.
De VOORZITTER: Het woord is aan mevrouw Adriaansen.
130
Mevrouw ADRIAANSEN-VAN NISPEN: Mijnheer de voorzitter, ook de Roosendaalse Lijst kan in
stemmen met de "kadernota inkoopbeleid". Vanaf 1 juli zal er binnen de gemeente een adviseur in
koop actief zijn, die belast is met de centrale inkoop. Deze zal fungeren als spin in het web, tussen
enerzijds de interne gemeentelijke organisatie en anderzijds de leveranciers. Door het invoeren van
het centrale inkoopbeleid kan efficiënter te werk worden gegaan, hetgeen voor de gemeente een aan
zienlijk kostenvoordeel zal opleveren. Wellicht kan intergemeentelijke samenwerking bij inkoop van
goederen en diensten dit voordeel nog verder vergroten. Het succes van het centrale inkoopbeleid zal
volgens de Roosendaalse Lijst voor een belangrijk deel afhangen van het draagvlak en de medewer
king binnen de gemeentelijke organisatie. Onze fractie is benieuwd naar de verdere uitwerking van
deze nota, met name waar het gaat om de evaluatie van het aanbestedingsbeleid. Dit onderwerp
heeft onze fractie vorig jaar aangedragen als een geschikt onderwerp voor de ingestelde rekenkamer.
Wij wachten de resultaten verder af.
De VOORZITTER: Ik constateer dat u allen met meer of minder enthousiasme instemt met de "kader
nota inkoopbeleid". Dank u daarvoor. Dan de twee vragen van de kant van mijnheer Hermans. Het is
nog steeds de bedoeling om de inkoper voor twee jaar aan te stellen. Dat is het omdat we daarna
eerst willen evalueren of dit de goede manier van inzetten is. Uiteraard gaan we door met inkoopbe
leid, maar of op deze manier een inkoper inzetten de goede methode is, dat zullen we dan na twee
jaar evalueren. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de operationele kosten verlaagd zullen worden
door een betere inkoop. Als je beter inkoopt, dan kun je met minder leveranciers, met minder rekenin
gen, met minder administratie toe, etc. Dat was daarmee bedoeld. Mag ik constateren dat u instemt
met het voorstel?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
3.c Voorstel nr. 66: Verklaring van geen bezwaar tegen het instellen van een commissie door het
Streekgewest.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
4.a Voorstel nr. 67: Aankoop grond t.b.v. uitbreidingsplan Nispen
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen (zie het besluit
tot 42e wijziging van de gemeentebegroting van het dienstjaar 1999 en zie het besluit FEFPA/67a).
4.b Voorstel nr. 68: Aanpassing verordening op de heffing en invordering van leges.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
5.a Voorstel nr. 69: Bezwaarschrift Stichting Avondvierdaagse Wouw.
De VOORZITTER: Wie wenst daarover het woord? Het woord is aan de heer Hertogh.
De heer HERTOGH: Mijnheer de voorzitter, dank u wel. Wordt in de conceptnota sportstimulering de
mogelijkheid open gelaten om voor dergelijke evenementen een sportstimuleringssubsidie te verle
nen? En met dergelijke evenementen bedoelt de Vrije Lijst, alle evenementen binnen de gehele ge
meente met deelname van veel kinderen en volwassenen, weliswaar recreatief, maar zeker ook spor
tief. Voorzitter, wordt de mogelijkheid geboden om in de toekomst hier op in te spelen? Dat zijn onze
vragen.
De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder De Jaeger.
De heer DE JAEGER, wethouder: Mijnheer de voorzitter, een heel concreet antwoord op de vraag van
mijnheer Hertogh, daar wordt in principe niet vanuit gegaan. Wij hebben bij de harmonisatienota na
drukkelijk een koers gekozen, hoe wij omgaan met dit type subsidies. Maar het kan natuurlijk straks
wel een punt van bespreking zijn als we de uiteindelijke versie van de sportstimuleringsnota op tafel
krijgen. Dan moeten we straks de zaak met elkaar wegen of dat inderdaad kan. Maar als u dat inder
daad wilt doen dan vind ik het wel terecht dat u daar een wat breder areaal voor bereikt, in de zin van
dat je daar dan wel alle evenementen bij moet betrekken. Wat daarvan dan weer de consequenties